Wat is bekend over duobanen in het onderwijs?
Geplaatst op 13 juli 2016
Samenvatting
Succesvolle implementatie van duobanen in het onderwijs hangt onder meer af van de cultuur en organisatie van de school en van afspraken over de taakverdeling. Daarnaast is een soepele samenwerking en een goede onderlinge verstandhouding tussen beide collega’s essentieel. Een juiste inrichting van duobanen biedt voordelen voor zowel docenten als de organisatie.
In het onderwijs is veel ervaring opgedaan met duobanen. De term ‘duobaan’, waarbij twee werknemers gezamenlijk een voltijdfunctie invullen, kan verwijzen naar verschillende praktijken. Bij een duobaan zónder taakverdeling hebben beide collega’s een gelijke verantwoordelijkheid. In het geval van een duobaan mét taakverdeling heeft ieder de verantwoordelijkheid voor één helft van het werk. In het onderwijs zijn ook duobanen waarbij collega’s elkaar om de week afwisselen, ieder op vaste dagen werkt, of waarbij ze de vakken onderling verdeeld hebben.
Schoolorganisatie
Een succesvolle invoering van duobanen is afhankelijk van verschillende factoren. Hierin spelen kenmerken van de school een rol, evenals de structuur en cultuur van de schoolorganisatie – bijvoorbeeld de opvattingen en visie van de directie en het bestuur over duobanen. Duobanen moeten bij de werkwijze van de organisatie passen, en twee collega’s moeten samen een duobaan uit kunnen voeren. Daarnaast is het belangrijk dat de leerkrachten vrijwillig kiezen voor het werken in deeltijd en/of een duobaan. Verder is inspraak over de invulling van de duobaan belangrijk. Tot slot is aan te bevelen om de ontwikkeling van duobanen plaats te laten vinden binnen een breder personeelsbeleid, waarin functiedifferentiatie en ontwikkeling van loopbaantrajecten aan bod komen.
Onderlinge samenwerking
Een goede samenwerking en een goede onderlinge verstandhouding tussen beide collega’s zijn voor het slagen van de duobaan essentieel. Voor het matchen van collega’s kan een zekere mate van overeenkomsten in karakter en visie op onderwijs helpen. Overleg tussen beide collega’s moet gaan over praktische afspraken en over de persoonlijkheid van de leerkracht. Daarbij valt onderscheid te maken tussen specifieke factoren van het lesgeven (o.a. vakinhoudelijke kennis en pedagogische inzicht), en aspecifieke factoren (o.a. de manier waarop de leerkracht les geeft en persoonlijk contact maakt). Omdat hier doorgaans weinig zicht op is, is het aan te raden met elkaar in gesprek te gaan over de eigen schoolloopbaan en over jezelf als leerkracht. Dit helpt om inzicht te krijgen in eigen gedrag en houding. Daarbij kan ook aan bod komen: hoe zorgen we goed voor elkaar?
Verder is het belangrijk dat de duo’s met elkaar afspraken maken over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden. Daarbij is het verstandig taken te verdelen op basis van verschillen in competenties en interesses.
In de literatuur komt een aantal andere aspecten naar voren om van een duobaan een succes te maken, zoals onvoorwaardelijke bereidheid steun te verlenen aan elkaars beslissingen, een systematische wijze van informatieoverdracht. voldoende tijd voor overleg en afspraken over communicatie – onderling, intern en extern. Een andere aanbeveling is om gedurende het eerste samenwerkingsjaar ruimte te maken voor coaching en begeleiding.
Opbrengsten
De inrichting van duobanen kan zowel voor de leerlingen, de werknemers als de organisatie voordelig zijn. In de ervaringen van leerkrachten die in een duobaan werk(t)en, staan twee begrippen centraal: autonomie en samenwerking. Deze kunnen beiden zowel een positieve als negatieve invloed hebben. Een goede balans tussen autonomie en samenwerking is daarom belangrijk. Nadeel van een duobaan is dat leerkrachten een deel van hun professionele autonomie opgeven. Door bepaalde taken te verdelen is het mogelijk bewust autonomie te creëren. Veel voordelen hangen samen met samenwerking. Genoemd worden onder andere het delen van verantwoordelijkheid, het tijdsaspect (balans werk – privé) en teamaspect. Omdat het zelfvertrouwen van leerkrachten groeit, geeft dit ook mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Verder ervaren bijna alle leerkrachten een goede professionele samenwerking met de duopartner als zeer motiverend. Dat is tevens een belangrijke bron voor professionele groei en werktevredenheid.
Uitgebreide beantwoording
Opgesteld door: Femke Timmermans
Vraagsteller: Teamleider Sociaal Werk en Dienstverlening
Vraag
- Wat is bekend over duobanen in het onderwijs wat betreft: samenstelling van duo’s, praktische afspraken, valkuilen en opbrengsten voor de betreffende docenten?
- Wat is bekend over het werken in duobanen specifiek in het mbo?
Kort antwoord
Een succesvolle implementatie van duobanen in het onderwijs hangt onder meer af van de cultuur en organisatie van de school en goede afspraken over de onderlinge taakverdeling. Daarnaast is een goede samenwerking en een goede onderlinge verstandhouding tussen beide collega’s is essentieel. Een goede inrichting van duobanen biedt voordelen voor zowel docenten als de organisatie. Specifiek over het mbo is niets gevonden. We verwijzen naar links en de literatuur voor praktische adviezen
Toelichting antwoord
In het onderwijs is veel ervaring opgedaan met duobanen. Voor de meer praktische adviezen en ‘checklists’ over de inrichting van duobanen verwijzen we naar de links en het literatuuroverzicht onderaan deze pagina.
Inrichten van een duobaan
De term ‘duobaan’, waarbij twee werknemers gezamenlijk een voltijdfunctie invullen, kan verwijzen naar verschillende praktijken (Melis, Nonckele, Ballet, Kelchtermans, 2008). Bij een duobaan zónder taakverdeling hebben beide collega’s een gelijke verantwoordelijkheid, in het geval van een duobaan mét taakverdeling heeft ieder de verantwoordelijkheid voor één helft van het werk (Schalk & Luijkx, 2001). In het onderwijs kan gedacht worden aan een duobaan waarbij collega’s elkaar om de week afwisselen, ieder op vaste dagen werkt, of de vakken onderling verdeeld worden (Melis et al, 2008).
Wat is nodig op organisatieniveau?
Uit onderzoek van Hermanussen, Dartel & Mooren (2002) komt naar voren dat de slaagkans van de implementatie van duobanen bij schoolleiders afhankelijk is van verschillende factoren. Kenmerken van de school evenals de structuur en cultuur van de schoolorganisatie spelen hierin een rol, zoals de opvattingen en visie van directie / bestuur t.a.v. duobanen. Om duobanen succesvol in te voeren, moet de werkwijze bij de organisatie passen en moeten twee collega’s samen een duobaan uit kunnen voeren (Schalk & Luijkx, 2001). Daarnaast is het belangrijk dat de leerkrachten vrijwillig kiezen voor het werken in deeltijd en / of een duobaan. Verder is inspraak over de invulling van de duobaan belangrijk (Melis et al, 2008). Tot slot wordt geadviseerd de ontwikkeling van duobanen plaats te laten vinden binnen een breder personeelsbeleid, waarin ook functiedifferentiatie en ontwikkeling van loopbaantrajecten aan bod komen (Hermanussen, Dartel & Mooren, 2002).
Onderlinge samenwerking
Een goede samenwerking en een goede onderlinge verstandhouding tussen beide collega’s is voor het ‘slagen’ van de duobaan essentieel (Schalk & Luijkx, 2001). Voor het ‘matchen’ van collega’s kan een zekere mate van overeenkomsten in karakter en visie op onderwijs helpen (Hermanussen, Dartel & Mooren, 2002). Boutellier (2008) beschrijft dat overleg tussen beide collega’s niet alleen moet gaan over praktische afspraken maar dat ook de persoonlijkheid van een leerkracht besproken mag worden. Ze maakt daarbij onderscheid tussen specifieke factoren van het lesgeven (o.a. vakinhoudelijke kennis en pedagogische inzicht), en aspecifieke factoren (o.a. de manier waarop de leerkracht les geeft en persoonlijk contact maakt). Omdat hier doorgaans weinig zicht op is, is het aan te raden met elkaar in gesprek te gaan over de eigen schoolloopbaan en over jezelf als leerkracht. Dit helpt om inzicht te krijgen in eigen gedrag en houding. Daarbij kan ook aan bod komen: hoe zorgen we goed voor elkaar?
Een andere belangrijke voorwaarde voor succes van de duobaan is met elkaar afspraken te maken over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden. Daarbij wordt aangeraden taken te verdelen op basis van verschillen in competenties en interesses (Schalk & Luijkx, 2001).
Verder worden in de literatuur een aantal andere aspecten beschreven: onvoorwaardelijke bereidheid steun te verlenen aan elkaars beslissingen, een systematische wijze van informatieoverdracht organiseren (Hermanussen, Dartel & Mooren, 2002), voldoende tijd voor overleg inplannen en ook afspraken maken over communicatie onderling, boven- en ondergeschikten en derden is belangrijk (Schalk & Luijkx, 2001). Tot slot wordt aangeraden om afgestemde coaching en begeleiding gedurende het eerste samenwerkingsjaar mogelijk te maken (Hermanussen, Dartel & Mooren, 2002).
Opbrengsten
De inrichting van duobanen kan zowel voor de leerlingen, de werknemers als de organisatie voordelig zijn (Schalk & Luijkx, 2001; Boutellier, 2008).
In de ervaringen van leerkrachten die in een duobaan werk(t)en, spelen twee centrale begrippen een rol: autonomie en samenwerking. Deze kunnen beiden zowel een positieve als negatieve invloed hebben. Een goede balans tussen beiden is daarom belangrijk. Nadeel van een duobaan is dat leerkrachten een stuk van hun professionele autonomie opgeven om samen te werken met hun collega. Door bepaalde taken te verdelen is het toch mogelijk bewust autonomie te creëren (Melis et al, 2008).
Veel voordelen hangen samen met samenwerking. Genoemd worden onder andere het delen van verantwoordelijkheid, het tijdsaspect (balans werk – privé) en teamaspect. Omdat het zelfvertrouwen van leerkrachten groeit geeft dit ook mogelijkheden tot een kwaliteitsimpuls (Hermanussen, Dartel & Mooren, 2002). Verder wordt een goede professionele samenwerking met de duopartner door bijna alle leerkrachten als zeer motiverend ervaren en als een belangrijke bron voor professionele groei en werktevredenheid beschreven (Melis et al, 2008).
Duobanen in het mbo
Hierover is tot nu toe niets bekend.
Geraadpleegde bronnen
- Boutellier, A. (2008). Geen leerkracht is hetzelfde. De wereld van het jonge kind, 35(8), p.226-228.
- Hermanussen, R., Dartel, N. van, & Mooren, A. van der (2002). Duobanen voor schoolleiders in het primair onderwijs. Tilburg: IVA.
- Melis, M., Nonckele, D., Ballet, K. & Kelchtermans, G. (2008). (Over)leven in een duobaan, in: Basis-Schoolwijzer, 115(13 december 2008), p.17-20.
- Schalk, R. & Luijkx, J. (2001). In: Wijnberg, H.E. (Ed), Checklisten algemeen management, Bedrijfswetenschappen, p.1-14. Deventer: Kluwer.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Gerelateerd

Wij-leren.nl Academie


ANWB


Voedingscentrum


Augeo

.png)
Uitgeverij Ten Brink


Medilex Onderwijs


oo.nl






























