Sociale hersengebieden actief bij geliefde pubers
Annemieke Top
Kwaliteitszorgmedewerker / beleidsondersteuner bij Hoornbeeck College
Geraadpleegd op 14-12-2024,
van https://wij-leren.nl/sociaal-hersengebied-actief-pubers.php
Pubers die op de basisschool zeer geliefd waren bij hun klasgenoten zijn vaker bereid eerlijk te delen met een ander. Tijdens het delen worden bij hen ‘sociale’ hersengebieden sterker geactiveerd dan bij pubers die door de jaren heen minder geliefd waren. Dat blijkt uit onderzoek van ontwikkelingspsycholoog Geert-Jan Will, uitgevoerd aan de Universiteit Leiden.
Geliefd
Geert-Jan Will en zijn collega’s maakten scans van de hersenen van 47 pubers in de leeftijd van 12-15 jaar. De populariteit van deze pubers was van groep 3 tot en met groep 8 op de basisschool in kaart gebracht door ieder jaar aan hun klasgenoten te vragen wie zij aardig vonden en wie niet. Door de antwoorden van een hele klas te combineren ontstond er een goed beeld van welke kinderen het meest geliefd waren en welke kinderen minder goed in de groep lagen. Een andere methode die de onderzoeker had kunnen gebruiken is het tekenen van een sociogram door de leerkracht. Het sociogram is een toegankelijke manier om de sociale relaties in de klas overzichtelijk weer te geven. De leerkracht tekent dan de leiders in de groep in het midden, door middel van grote cirkels. De volgers van deze leiders tekent hij hier omheen. De leerlingen die buiten de groep vallen tekent de leerkracht als vierkantjes die niet verbonden zijn met de andere leerlingen.
Eerlijk delen
Tijdens de scans mochten de deelnemers bepalen of zij geld gunden aan kinderen die zij niet kenden. In sommige gevallen konden zij kiezen voor een eerlijke verdeling van geld zonder dat het henzelf iets kostte, in andere gevallen ging een eerlijke verdeling ten koste van hun eigen beloning. Pubers die door de jaren heen zeer geliefd waren bij hun klasgenoten gunden de andere deelnemers vaker geld dan pubers die minder geliefd waren, maar alleen als dat hun geen geld kostte. Hun gedrag was dus zowel sociaal als strategisch. Deze strategische instelling komt in andere onderzoeken ook naar voren: het brein van pubers wordt meer gestimuleerd als een taak of activiteit nut heeft of hen sociaal aanzien geeft.
‘Sociale’ hersengebieden
In situaties waarin eerlijk delen kostbaar was, vertoonden geliefde pubers meer hersenactiviteit in twee hersennetwerken. Het ene netwerk is belangrijk om jezelf in een ander te verplaatsen. Dit wordt ook wel Theory of Mind genoemd (TOM): het vermogen je in anderen te verplaatsen. TOM wordt vaak in verband gebracht met autisme. Autisten zijn namelijk over het algemeen niet in het bezit van een sterk ontwikkelde TOM. Personen met een sterk ontwikkelde TOM zijn goed in staat het belang van anderen voor ogen te houden. Dit prosociale gedrag is afhankelijk van meerdere factoren: omgevingsfactoren en persoonskenmerken.
Het andere netwerk in de hersenen is actief wanneer iemand merkt dat een norm overschreden wordt, bijvoorbeeld wanneer iemand oneerlijk handelt. De verhoogde activiteit in dit netwerk duidt er mogelijk op dat geliefde pubers meer aandacht gaven aan de consequenties van hun keuze voor de ander dan pubers die minder geliefd waren op de basisschool.
Hersenprocessen als schakel
Uit eerder onderzoek was al gebleken dat kinderen met sterk ontwikkelde sociale vaardigheden geliefder zijn bij leeftijdgenoten en minder vaak kampen met problemen op school. Het huidige onderzoek van Geert-Jan Will en zijn collega’s geeft inzicht in hersenprocessen die mogelijk een schakel vormen tussen de ontwikkeling van sociale vaardigheden en populariteit onder klasgenoten. Of deze hersenprocessen de oorzaak of het gevolg zijn van populariteit onder klasgenoten kan dit onderzoek niet beantwoorden. Om meer inzicht te krijgen in die vraag moet er nog veel onderzoek gedaan worden. Gedacht kan worden aan langdurige onderzoeken waarbij veranderingen in populariteit over langere tijd gekoppeld kunnen worden aan meerdere hersenscans in verschillende fases van de kindertijd en adolescentie. Tijdens soortgelijke experimenten kan ook onderzoek gedaan worden naar de invloed van training van sociale vaardigheden op de actieve sociale hersengebieden.
Bronnen
- Will, G.J., Crone, E., Lier, P. van, & Güroğlu, B. (2016). Longitudinal links between childhood peer acceptance and the neural correlates of sharing. Developmental Science, 10.
- Jong, H. de (2016). Autisme anders bekijken omdat geen kind hetzelfde is. Verkregen op 14-03-2017 van https://wij-leren.nl/autisme-anders-bekijken.php
- Kerpel, A. (2014). Sociaal? Vaardig! . Verkregen op 14-03-2017 van https://wij-leren.nl/sociale-vaardigheden-tips.php
- Kerpel, A. (2014). Sociogram: inzicht in sociale relaties en tips voor de leerkracht. Verkregen op 14-03-2017 van https://wij-leren.nl/sociogram-tips.php
- Van Sark, Y. (2015). Flexibel Puberbrein. Verkregen op 14-03-2017 van https://wij-leren.nl/puberbrein-flexibel.php
- Bij dit artikel is gebruik gemaakt van het persbericht van het NRO.