Kennisplatform
Nog enkele plaatsen vrij bij Medilex: Congres Kleutertaal.

Wat kunnen we met de Diagnostische Tussentijdse Toets?

Karen Heij
Zelfstandig toetsexpert bij Parrhesia onderwijsadvies  

Heij, K. (2016). Wat kunnen we met de Diagnostische Tussentijdse Toets?
Geraadpleegd op 13-11-2024,
van https://wij-leren.nl/diagnostische-tussentijdse-toets-dtt-formatief-feedback.php
Geplaatst op 4 oktober 2016
DTT niet formatief

Over randvoorwaarden voor effectieve feedback en formatieve toetsing

Op 4 april 2016 was daar dan de brief van Staatssecretaris Sander Dekker over de stand van zaken van de pilot van de DTT. De DTT staat voor Diagnostische Tussentijdse Toets. De ontwikkeling ervan was al bijna in een wet verankerd maar werd onder druk van de Kamer toch een pilot. Het instrument wordt nu onder regie van CVTE ontwikkeld door Cito in een pilot waar scholen vrijwillig aan mee kunnen doen. Er is al gedurende 4 jaar zo’n 5 miljoen euro per jaar aan verspijkerd, het is nog niet klaar maar de eerste contouren worden zichtbaar.

Het hele traject leidde tot kamervragen waar de Staatssecretaris in genoemde brief op ingaat (04-04-16). Hij geeft er blijk van zich in hoge mate te laten drijven door het belang van formatieve toetsen, omdat, zoals hij zegt, "formatieve toetsen door de feedback die ze geven de motivatie van leerlingen verhogen en de verbetercultuur van scholen een impuls kunnen geven". En dat is nodig volgens de Staatssecretaris, omdat uit onderzoek blijkt dat scholen te weinig doen met toetsresultaten en daarmee verbeterpotentieel laten liggen.
Het is goed dat de Staatssecretaris het belang van formatief toetsen onderkent en waarde hecht aan feedback. Formatieve toetsen zijn immers in essentie niet bedoeld om het resultaat van onderwijs te meten; daar zijn summatieve toetsen voor. Summatieve toetsen zijn bedoeld om aan het eind van het onderwijs vast te stellen of doelen behaald zijn. Formatieve toetsen daarentegen zijn bedoeld om leerlingen te helpen te bepalen wat al goed gaat en waar ze zich verder in moeten ontwikkelen met het oog op de vastgestelde doelen: meten om te groeien dus. Formatieve toetsen zijn onderdeel van het gehele instrumentarium dat de docent tot zijn beschikking heeft om goed onderwijs vorm te geven.

"Formatieve toetsen meten om te groeien"

Feedback

De DTT formatief noemen en beweren dat het instrument feedbackmogelijkheden oplevert waarmee het onderwijs en de motivatie van leerlingen verbetert, doet geen recht aan al het onderzoek dat de afgelopen jaren is gedaan naar hoe toetsing en feedback moeten zijn vormgegeven om daadwerkelijk impact te hebben op de prestaties van leerlingen, docenten en onderwijs als geheel. John Hattie en Helen Timperley hebben in The Power of Feedback (uit: Review of Educational Research, maart 2007) een boeiende samenvatting gegeven van de kenmerken die feedback moet hebben om een positieve impact op leren uit te oefenen. Feedback moet bijvoorbeeld direct gekoppeld zijn aan instructie en aan een helder gezamenlijk en liefst door de leerling gedragen beeld van de doelen waar een leerling naartoe werkt. Want dat weten we uit onderzoek: als een leerling zelf eigenaarschap voelt voor de te behalen doelen staat hij meer open voor feedback, positief of negatief, en is de kans dat hij iets met de feedback zal doen het grootst.

Zinvolle feedback past in een proces van ‘waar ben ik nu?’, ‘waar ga ik naartoe?’ en ‘welke stap kan ik nu zetten?’ Feedback moet dus passen bij datgene waar de leerling op dat moment mee bezig is. Snapt een leerling niks van de stof die getoetst wordt, dan draagt feedback niet bij aan groei. Formatieve toetsing en feedback zijn dus alleen zinvol als dat wat gemeten wordt past bij de leeractiviteiten van díe docent en díe leerling op dát moment. Een formatieve toets op een voor alle leerlingen vast moment in een schoolleven – het scenario van de DTT - is helemaal niet de context waarin groeien door feedback plaatsvindt.

Negatieve impact

Ook de manier waarop de leerder feedback krijgt is in hoge mate bepalend voor of hij iets, en zo ja wat, met feedback doet. Met de DTT krijgt de leerling feedback in de vorm van ‘op, onder of boven niveau’, gekoppeld aan tussendoelen die nog een voorlopige status hebben. Deze vorm van feedback valt onder een controlerende manier van feedback geven die volgens de overzichtsstudies van Hattie en Timperley zelfs een negatieve impact heeft op de groei van leerlingen. Bovendien geeft een score ‘op, onder of boven niveau’ zoals de DTT die geeft, geen enkele richting op wat je als leerder en als docent/coach als volgende stap kunt zetten. Wie ‘onder niveau’ presteert zou wel eens kunnen besluiten niks met de informatie te doen want je hebt geen idee wat je zou moeten doen. En wie ‘boven niveau’ presteert zou wel eens kunnen besluiten niks te doen omdat het goed genoeg is. Bovendien is onduidelijk wat zou je moeten doen, want de feedback geeft je geen enkele richting, zelfs als je verder zou willen groeien. Feedback is effectief als het informatie geeft over de groei die iemand laat zien en informatie over hoe je verdere groei kunt bewerkstelligen. De beperkte vorm van feedback die de DTT leerders geeft, zal niet (kunnen) leiden tot groei, niet van de zwakkere en niet van de sterkere leerder. Bovendien is de DTT een eenmalige meting waarmee het dus al door de vorm van de toets zelf niet mogelijk is om een leerling te laten zien waar hij vandaan komt en wat de resultaten van zijn inspanningen zijn. En juist dat laatste werkt motiverend volgens Hattie en Timperley.

De DTT lijkt een toetsinstrument dat statements geeft over leerlingen, klassen en scholen, maar verzuimt feedbackmogelijkheden te geven waar leraren en leerlingen ook echt iets mee kunnen. De toets koppelt maar zeer beperkte resultaten terug en heeft een onvoldoende formatief karakter, dat past bij hoe zinvol onderwijs eruit zou moeten zien. Het zou zo maar kunnen dat in een later stadium het onderwijs aangewreven wordt te weinig te doen met de opbrengsten van dit instrument, terwijl we nu al vaststellen dat de toets daar ook niet geschikt voor is. Het zou zo maar kunnen dat de DTT straks ineens de zoveelste verplichte kost wordt waarmee de overheid vooral stelseldoeleinden voor ogen heeft in plaats van de leraar en de leerling en hun inspanningen.

Laten we voor eens en voor altijd met elkaar afspreken dat wat er gebeurt in het onderwijs een zaak is van de leerling en de leraar. Met de einddoelen voor ogen maken zij samen de afspraken hoe ze daar komen en welke leermiddelen en toetsen ze daarvoor gaan inzetten. Vrijheid van onderwijs. En in zo’n context kan goed vormgegeven feedback, al dan niet gebaseerd op door de docent geselecteerde (extern gevalideerde) toetsen, bijdragen aan groei. Die toetsen zijn er genoeg. Daar hoeft de overheid echt geen geld in te steken. Dat doet ze immers bij leermiddelen ook niet. En als we al het geld dat nu nog gaat zitten in de verdere ontwikkeling van de DTT nu direct aan het onderwijs schenken, bewijzen we de leerling zelfs een betere dienst.

"Wat er gebeurt in het onderwijs is een zaak van de leerling en de leraar"

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.