Is twee jaar Internationale Schakelklas voor nieuwkomers voldoende om goed te kunnen instromen in het reguliere onderwijs?

Geplaatst op 7 maart 2019

Samenvatting

Een Internationale Schakelklastraject van één à twee jaar is vermoedelijk te kort voor de meeste nieuwkomers om in het reguliere onderwijs te kunnen instromen op een vergelijkbaar gemiddeld niveau als de reguliere leerlingen. De kans is klein dat ze hun achterstand in het reguliere onderwijs alsnog inlopen zonder aanvullende interventies. Daarbij is er binnen deze groep grote variatie in de achterstand die zij na één à twee jaar ISK-onderwijs nog hebben.

Nieuwkomers die in Nederland komen, hebben recht op onderwijs. De groep in de leeftijd van 12 tot 18 jaar krijgt dat onderwijs in Internationale Schakelklassen (ISK). Dat zijn in de regel afdelingen op reguliere scholen voor voortgezet onderwijs. De voornaamste taak voor ISK-afdelingen is anderstalige leerlingen voor te bereiden op het Nederlandstalige (reguliere) onderwijs. Nieuwkomers moeten daarbij niet alleen een nieuwe taal leren, maar ook vakinhoud leren en kennismaken met de schoolcultuur.

Taalvaardigheid

Op dit moment stroomt het merendeel van de ISK-leerlingen die naar het mbo gaan door naar de entreeopleiding (voor jongeren zonder een diploma van een vooropleiding). Dit gebeurt ook met leerlingen die qua cognitie een hoger mbo-niveau aan kunnen. Uit een peiling onder 44 ISK-directeuren blijkt dat 35 procent van ISK-leerlingen doorstroomt naar een schoolniveau onder zijn of haar niveau. De beperkte taalvaardigheid van deze leerlingen bemoeilijkt de doorstroom naar hoger vervolgonderwijs. Het type vervolgonderwijs waarin deze leerlingen terechtkomen, is daardoor meer een afspiegeling van hun taalvaardigheid dan van hun cognitieve niveau.

Dat roept de vraag op of het ISK-traject, dat in de regel één à twee jaar beslaat, voldoende is om het Nederlands zodanig te leren beheersen dat ze onderwijs op hun eigen cognitieve niveau kunnen volgen.
In Nederland is geen empirisch onderzoek op dit terrein verricht.

In de Verenigde Staten loopt wel een groot onderzoek naar tweedetaalverwerving (vooral Engels) en het gebruik daarvan in schoolse context. Daaruit blijkt dat leerlingen tussen de 5 en 18 jaar minimaal 5 à 6 jaar tijd nodig hebben om op hetzelfde gemiddelde niveau te komen als hun leeftijdgenoten die native speaker(moedertaalspreker) zijn. Daarbij moet minimaal de helft van de instructietijd in de eerste taal van de nieuwkomer worden gegeven. Dat kost zo veel tijd omdat het taalniveau bij de vergelijkingsgroep (de leerlingen die native speaker zijn) ieder jaar vooruitgaat. Tweedetaalverwervers moeten dus eigenlijk een versnelde ontwikkeling laten zien ten opzichte van reguliere leerlingen.

Taalachterstand

Het vraagt zelfs meer tijd (7 à 10 jaar) als de leerling geen onderwijs heeft gevolgd in zijn of haar eerste taal. Het beheersingsniveau van iemands eerste taal is de belangrijkste voorspeller voor de snelheid waarmee iemand een tweede taal verwerft.
Als leerlingen een tweede taal in aparte remediërende programma’s leren (waartoe we ISK zouden kunnen rekenen) kunnen zij een eventuele achterstand niet wegwerken wanneer zij aansluitend in een reguliere klas worden geplaatst. Die achterstand blijft en wordt mogelijk zelfs nog groter. Dat betekent dat het taalniveau bij instroom in een reguliere school zo hoog mogelijk moet zijn.

Uitgebreide beantwoording

Opgesteld door: Sjerp van der Ploeg (Kennismakelaar Kennisrotonde) Vraagsteller: beleidsadviseur
Referentie: Kennisrotonde. (2018). Stelt een ISK-traject van maximaal twee jaar jongeren voldoende in staat om de (taal)kennis en vaardigheden te verwerven die ze nodig hebben om in te stromen op het niveau dat past bij hun capaciteiten (van mbo niveau 2 of hoger) en een kwalificatie te behalen?(KR. 428). Den Haag: Kennisrotonde.

Vraag

Stelt een ISK-traject van maximaal twee jaar jongeren voldoende in staat om de (taal)kennis en vaardigheden te verwerven die ze nodig hebben om in te stromen op het niveau dat past bij hun capaciteiten (van mbo niveau2 of hoger) en een kwalificatie te behalen?

Kort antwoord

Op basis van uitkomsten van internationaal onderzoek is een ISK-traject van één à twee jaar vermoedelijk te kort voor het grootste deel van de huidige nieuwkomers in Nederland om in het reguliere onderwijs te kunnen instromen op een vergelijkbaar gemiddeld niveau als de reguliere leerlingen. De kans is klein dat ze die achterstand in het reguliere onderwijs alsnog inlopen zonder aanvullende interventies. Daarbij is er vermoedelijk binnen deze groep grote variatie in de achterstand die zij na één à twee jaar ISK-onderwijs nog hebben.

Toelichting antwoord

Nieuwkomers die in Nederland komen, hebben recht op onderwijs. De groep in de leeftijd van het vo krijgt dat onderwijs in Internationale Schakelklassen (ISK). Dat zijn in de regel afdelingen op reguliere scholen voor voortgezet onderwijs. De voornaamste taak voor ISK-afdelingen is het doorschakelen van de anderstalige leerlingen naar het Nederlandstalige (reguliere) onderwijs (Beekhoven, 2018). Nieuwkomers moeten daarbij niet alleen een nieuwe taal leren maar ook vakinhoud leren en kennismaken met de schoolcultuur (Short en Boyson, 2012).

Op dit moment stroomt het merendeel van de ISK-leerlingen die naar het mbo gaan door naar de entree-opleiding. Dit gebeurt ook met leerlingen die qua cognitie een hoger mbo- niveau aan kunnen. Uit een peiling onder 44 ISK-directeuren, uitgevoerd door de VO- raad blijkt dat 35 procent van ISK-leerlingen doorstroomt naar een schoolniveau onder zijn of haar niveau (VO-raad, 2016). Doorstroom naar hogere niveaus van vervolgonderwijs wordt vooral bemoeilijkt door de beperkte taalvaardigheid van de leerlingen, ook na één of twee jaar Internationale Schakelklas (Stavenuiter e.a., 2016).

Het type vervolgonderwijs waarin deze leerlingen terechtkomen, is daardoor meer een afspiegeling van hun taalvaardigheid dan van hun cognitieve niveau.

Dat roept de vraag op of het ISK-traject dat in de regel één à twee jaar beslaat voldoende is om het Nederlands zodanig te leren beheersen dat ze onderwijs op hun eigen cognitieve niveau kunnen volgen.

In Nederland is geen empirisch onderzoek op dit terrein is verricht. In de Verenigde Staten loopt wel een groots opgezet en langlopend longitudinaal onderzoek naar tweede taalverwerving (vooral Engels) en het gebruik daarvan in schoolse context (Thomas & Collier, 2017). Op basis daarvan concluderen de auteurs dat leerlingen in de leeftijdsgroep van 5 tot en met 18 minimaal 5 à 6 jaar tijd nodig hebben (met daarbij minimaal de helft van de instructietijd in hun eerste taal) om op hetzelfde gemiddelde niveau te komen als hun leeftijdgenoten die niet de tweede taal hebben hoeven leren.

Dat neemt zoveel tijd omdat het bij de vergelijkingsgroep (de leerlingen die geen tweede taal hoeven leren) om een bewegend doel gaat. Hun niveau gaat ieder jaar vooruit.
Tweede taal-verwervers moeten dus eigenlijk een versnelde ontwikkeling ten opzichte van reguliere leerlingen laten zien.

Het vraagt zelfs meer tijd (7 à 10 jaar) indien de leerling niet de kans heeft gehad om onderwijs te kunnen volgen in zijn of haar eerste taal. Het gegeven dat het niveau van beheersing van iemands eerste taal de belangrijkste voorspeller is voor de snelheid waarmee iemand een tweede taal verwerft, is in vele andere studies over tweede taalverwerving bevestigd: in andere landen, in andere contexten en ook met andere talen dan Engels (Thomas & Collier, 2017).

Eerder concludeerden dezelfde onderzoekers al (Thomas & Collier, 2002) dat wanneer leerlingen een tweede taal in aparte remediërende programma’s leren (waartoe we ISK zouden kunnen rekenen) zij een eventuele achterstand niet kunnen wegwerken wanneer zij aansluitend in een reguliere (Engelse) stroom worden geplaatst. Die achterstand blijft en wordt mogelijk zelfs nog groter. Dat betekent dat het taalniveau op het moment van instroom in een reguliere stroom zo hoog mogelijk moet zijn.

Tegen de achtergrond van deze onderzoeksuitkomsten is een ISK-traject van één à twee jaar vermoedelijk te kort voor het grootste deel van de huidige nieuwkomers in Nederland om in het reguliere onderwijs te kunnen instromen op een vergelijkbaar gemiddeld niveau als de reguliere leerlingen. De kans dat ze die achterstand in het reguliere onderwijs alsnog inlopen zonder aanvullende interventies is klein. Daarbij is er vermoedelijk binnen deze groep grote variatie in de achterstand die zij na één à twee jaar ISK-onderwijs nog hebben.

Geraadpleegde bronnen

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Professionalisering
Cursussen, congressen en opleidingen
Cursussen, congressen en opleidingen
Gemiddeld beoordelen deelnemers ons met een 8,4
Medilex Onderwijs 
Vluchtelingen begeleiding
Vluchtelingkinderen in de Klas
Hélène van Oudheusden
Getraumatiseerde kinderen
Connectie in plaats van correctie - kinderen met trauma
Willem de Jong
Tweetaligheid
Tweetaligheid is geen probleem
Sieneke Goorhuis
Taalachterstand
Taalachterstand
Sieneke Goorhuis
De traumasensitieve school
De traumasensitieve school
Marleen Legemaat
Pedagogisch klimaat nieuwkomers
Een warm pedagogisch klimaat voor nieuwkomers
Hélène van Oudheusden
Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen
Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen
Anton Horeweg
Vluchtelingenkinderen
Ontwrichte kinderen in het onderwijs
Willem de Jong


Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

[extra-breed-algemeen-kolom2]



achterstandsleerlingen
NT2
schakelklas

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest