Reviewstudie: verbinding tussen leerdoelen, instructie en toetsen in taalonderwijs
Geplaatst op 1 juni 2016
Leraren zouden beter zicht kunnen krijgen op wat leerlingen nodig hebben om goed te kunnen leren met formatieve toetsen, zo blijkt uit een literatuurstudie van het Expertisecentrum Nederlands en het Cito. Deze toetsen laten niet alleen zien wat een leerling kan, maar ook hoe deze leert en op welke manier dit leerproces te beïnvloeden is.
Formatieve toetsen kunnen meer zeggen over de leerstrategieën en het leerpotentieel van de leerling dan standaardtoetsen, die alleen laten zien of de leerling de stof beheerst. Dat is de voorzichtige conclusie uit een literatuurstudie naar formatief toetsgebruik in het taal- en leesonderwijs in verschillende onderwijssectoren. Op basis van resultaten van leerlingen op formatieve toetsen, kunnen leraren het leerstofaanbod en de instructie dan ook beter afstemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen.
Verschillen tussen leerlingen duidelijker
Dit soort toetsen laat ook de individuele verschillen tussen leerlingen duidelijk zien. Zo kan bijvoorbeeld worden vastgesteld of er bij leerlingen met een taalachterstand wel of niet van een taalstoornis sprake is. Veel leerlingen met een lagere sociaal-economische achtergrond, een andere cultuur of thuistaal scoren zwak op reguliere toetsen omdat ze de eisen van de toets niet begrijpen. Wat dus niet betekent dat ze een taalstoornis hebben. Omdat leraren met de resultaten op formatieve toetsen beter zicht krijgen op de verschillen tussen leerlingen en hun leerpotentieel, kunnen zij beter bepalen of leerlingen wel of geen speciale onderwijsvoorzieningen nodig hebben. De onderzoekers verwachten daarom dat met het gebruik van formatieve toetsen minder leerlingen zullen worden doorverwezen naar speciaal (basis)onderwijs. Het reguliere onderwijsaanbod kan namelijk beter op de leerlingen worden aangepast.
Feedback tijdens het toetsen
Twee voorbeelden van formatieve toetsen zijn dynamische toetsen en diagnostische toetsen. Bij dynamische toetsen wordt tijdens de toetsafname feedback gegeven zodat leraren zien wat leerlingen in het vervolg maximaal kunnen bereiken, en hoeveel en welke instructie daarvoor nodig is. Diagnostische toetsen kijken niet vooruit, maar laten zien waar de leerling de fout in gaat en wat zijn sterke en zwakke punten zijn. Daar kan dan in het onderwijs rekening mee worden gehouden.
Aangepaste instructie
Leerkrachten kijken al voortdurend wat leerlingen kunnen, en of ze begrijpen wat ze moeten doen en wat ze hebben geleerd, om zo hun onderwijs daarop aan te passen. Dit doen ze met behulp van stapsgewijze ondersteuning (‘scaffolding’), feedback, het geven van hints en aangepaste instructie. Dat zijn ook elementen die in formatieve toetsing voorkomen. Maar leerkrachten gebruiken deze nog niet op een systematische en gestandaardiseerde manier met als doel het leerproces en het leerpotentieel van leerlingen te toetsen. Er zijn nog geen formatieve toetsen beschikbaar waarvan het effect bewezen is. Bovendien is uit het literatuuronderzoek gebleken dat er nog weinig onderzoek gedaan is naar de effectiviteit, betrouwbaarheid en validiteit van formatieve toetsen op het gebied van taal- en leesonderwijs.
Details van het onderzoek
NWO-projectnummer: | 405-14-533 |
Titel onderzoeksproject: | Gericht werken aan opbrengsten in taal- en leesonderwijs: een systematische review naar toetsvormen |
Looptijd: | 01-02-2014 tot 01-10-2014 |
Projectleider(s)
Naam | Instelling | |
---|---|---|
Dr. H.T. Strating-Keurentjes | Expertisecentrum Nederlands | h.strating@expertisecentrumnederlands.nl |
Project Researchers:
Naam | Instelling | |
---|---|---|
F. Scheltinga | Expertisecentrum Nederlands | f.scheltinga@expertisecentrumnederlands.nl |
J. Keuning | Expertisecentrum Nederlands | |
H. Kuhlemeier | Expertisecentrum Nederlands |
Publicatie(s)
[Bron: Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO)]