Kenmerken van ICT-rijke leeromgevingen voor vroege geletterdheid
Geplaatst op 1 juni 2016
Dit samenhangende onderzoeksproject draagt bij aan kennis over de toegevoegde waarde van ICT voor de bevordering van beginnende geletterdheid. De overkoepelende onderzoeksvraag luidt ‘Welke kenmerken van ICT-rijke leeromgevingen voor het stimuleren van beginnende geletterdheid dragen bij aan positieve leerresultaten, en worden door docenten beschouwd als praktisch en relevant?’
In het samenhangen onderzoeksproject staan drie gemeenschappelijke aandachtspunten centraal:
- Kenmerken van ICT-rijke leeromgevingen voor beginnende geletterdheid voor het leren van (risico)leerlingen.
- Effecten van ICT-rijke leeromgevingen voor beginnende geletterdheid op (risico)leerlingen.
- Rollen van docenten bij het vormgeven,aanpassen en organiseren van ICT-rijke leeromgevingen voor beginnende geletterdheid.
Drie promotieonderzoeken kijken ieder naar een ander gebied van beginnende geletterdheid: verhaalbegrip en woordenschat; technische aspecten van lezen en schrijven; en functioneel lezen en schrijven. De afzonderlijke deelprojecten benadrukken de drie aandachtspunten niet indezelfde mate. Twee studies richten zich primair op leereffecten bij leerlingen en twee studies primair op het handelen van de docent.
Alle drie promotiestudies onderzoeken kenmerken van leeromgevingen met het oog op effecten bij leerlingen. In de drie studies is een verschillende rol van de docent verondersteld. De vierde studie onderzoekt de verschillende rollen van docenten bij de integratie van ICT-rijke leeromgevingen voor beginnende geletterdheid. Het uiteindelijke doel is om beter inzicht te krijgen in de interactie tussen leerlingen, docent en ICT op het domein van beginnende geletterdheid.
De vier deelprojecten kunnen als volgt worden samengevat:
1. Centraal in dit deelonderzoek staat de potentie van ICT om het verhaalbegrip te bevorderen. De hypotheses die in dit onderzoek wordt getoetst zijn dat de executieve vereisten voor ervaringen op het gebied van beginnende geletterdheid (zoals lezen van boeken) niet parallel lopen met de capaciteiten van jonge kinderen en dat interactieve gedigitaliseerde boeken een additioneel leermiddel kunnen vormen voor deze leeftijdsgroep. Een aanname is dat de doorsnee docent geen tijd heeft om (risico)leerlingen op een intensieve manier te begeleiden bij het lezen van boeken, maar dat dit met ICT wel gerealiseerd kan worden.
2. In dit deelonderzoek worden de effecten van zelfregulatie op de ontwikkeling van beginnende geletterdheid onderzocht, waarbij getracht wordt de overgang van groep 2 naar groep 3 te faciliteren. In een eerste studie (n=109,8 scholen, groep 2) is de relatie tussen zelfregulatie, fonologisch bewustzijn, beginnende geletterdheid en omgevingsfactoren onderzocht. Deze kinderen worden in groep 3 nogmaals getest. In vervolgonderzoek wordt bestaande software ingezet en verrijkt met leerkracht-gemedieerde zelfregulatie activiteiten. De aannames zijn dat (1) ICTeffectief kan zijn om beginnende geletterdheid te stimuleren, en dat (2) leerkrachten een grote toegevoegde waarde kunnen hebben door het integreren van de software in hun dagelijkse praktijk, met aandacht voor zelfregulatie.
3. Deze studie onderzoekt kenmerken van ondersteuning die docenten helpen om computer- en klassenactiviteiten te integreren in hun klassenpraktijk. Het onderzoek richt zich op functioneel lezen en schrijven. De aannames voor dit onderzoek zijn dat (1) als de docent zich eigenaar voelt van de ICT-rijke leeromgeving de integratie tussen computer- en klassenactiviteiten beter verloopt; (2) het eigenaarschap van de docent toeneemt als zij betrokken is bij ontwerp en implementatie van de ICT-rijke leeromgeving; en (3) mits goed ondersteund, de betrokkenheid bij het ontwerpproces bijdraagt aan professionele ontwikkeling.
4. In dit deelonderzoek worden bevindingen met ICT in verschillende domeinen met elkaar vergeleken en gecontrasteerd. De cross-case analyse draagt bij aan kennis van effecten van diverse ICT-rijke leeromgevingen voor beginnende geletterdheid op decognitieve ontwikkeling van kinderen en de consequenties daarvan voor effectief gebruik van ICT door docenten. Uiteindelijk levert dit onderzoek domein-specifieke kennis op over de wijze waarop ICT kan bijdragen aan de ontwikkeling van geletterdheid en handelingsaanwijzingen voordocenten om ICT-rijke leeromgevingen voor beginnende geletterdheid op effectieve wijze te integreren in hun klassenpraktijk.
Details van het onderzoek
NWO-projectnummer: | 411-07-215 |
Titel onderzoeksproject: | Creating and implementing technology for early literacy |
Looptijd: | 01-11-2009 tot 27-12-2014 |
Projectleider(s)
Naam | Instelling | |
---|---|---|
Prof. dr. J.M. Voogt | Universiteit Twente | jm.voogt@windesheim.nl |
Relevante links(s)
Gerelateerde projecten
- 411-07-216 Verhaalbegrip van kleuters met ICT en digitale boeken
- 411-07-217 Zelfregulatie op de ontwikkeling van beginnende geletterdheid in de kleuterklas
- 411-07-218 Ondersteuning voor docenten om ICT te integreren in hun klassenpraktijk
- 411-07-219 Integreren van ICT-rijke leeromgevingen voor de vroege ontwikkeling van geletterdheid door leerkrachten
[Bron: Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO)]