Sociogrammen in het primair onderwijs: inzicht in sociale relaties tussen leerlingen
Geplaatst op 11 juli 2024
Ratingprocedure: De ratingprocedure vraagt elke leerling om zijn of haar medeleerlingen te beoordelen op een schaal, bijvoorbeeld van 1 tot 5 of met emoticons die variëren van blij tot verdrietig. Deze methode biedt een gedetailleerd beeld van hoe elke leerling door anderen wordt gezien en is vooral betrouwbaar bij jongere leerlingen. Het identificeert niet alleen wie populair is, maar ook wie mogelijk genegeerd wordt. Echter, het verzamelen van data kost meer tijd omdat elke leerling alle anderen moet beoordelen, wat een uitdaging kan zijn bij grote klassen.
Paarsgewijze vergelijking (paired comparison): Bij deze methode krijgt een leerling alle mogelijke duo's van klasgenoten te zien en moet hij of zij steeds kiezen tussen de twee op basis van een vraag zoals "Met wie werk je graag samen?". Dit biedt een breed beeld van groepsdynamiek maar is extreem tijdrovend; in een klas van 25 leerlingen moeten bijvoorbeeld ongeveer 300 duo's beoordeeld worden. Het kan echter nuttig zijn om de sterke en zwakke banden tussen specifieke leerlingen te begrijpen.
Observatiemethode: Bij deze methode observeren leraren interacties in de klas en noteren ze bijvoorbeeld hoe vaak een leerling een klasgenoot positief benadert (zoals begroeten) of negatief (zoals duwen). Dit biedt een realistisch beeld van dagelijkse interacties maar kan tijdrovend zijn en minder objectief dan gestandaardiseerde methoden. Het voordeel is echter de hoge ecologische validiteit, omdat het directe observatie betreft.
Conclusie: Elke sociometrische methode heeft zijn eigen voor- en nadelen, en de keuze hangt af van de specifieke doelen en context van het onderzoek of de interventie. De nominatieprocedure blijft over het algemeen de meest gebruikte methode vanwege zijn brede toepasbaarheid en eenvoud in implementatie, mits goed uitgevoerd met aandacht voor de validiteit en betrouwbaarheid van de data.
Geraadpleegde bronnen
- Akkermans, W., Maassen, G.H,, & Van der Linden, J. L. (1990). De dimensies van sociometrische status. Mens en Maatschappij, 65(3), 289-301.
- Asher, S.R., Singleton, L.C., Tinsley, B.R., & Hymel, S. (1979). A reliable sociometric measure for preschool children. Developmental Psychology, 15, 443-444.
- Babcock, B., Marks, P. E. L., Crick, N. R., & Cillessen, A. H. N. (2014). Limited nomination reliability using single- and multiple-item measures. Social Development, 23, 518-536.
- Burton Smith, R. (2015). Sociometric measures for peer relations research with young children. In O.N. Saracho (red.), Handbook of Research Methods in Early Childhood Education (pp. 71–146). Information Age Publishing.
- Chen, X. (2018). Culture, temperament, and social and psychological adjustment. Developmental Review, 50, 42-53.
- Cillessen, A. H. N. (2009). Sociometric methods. In K. H. Rubin, W. M. Bukowski, & B. Laursen (Eds.), Social, emotional, and personality development in context. Handbook of peer interactions, relationships, and groups (p. 82-99). The Guilford Press.
- Cillessen, A. H. N., & Bukowski, W. M. (2018). Sociometric perspectives. In W. M. Bukowski, B. Laursen, & K. H. Rubin (Eds.), Handbook of peer interactions, relationships, and groups (p. 64-83). The Guilford Press.
- Cillessen, A. H. N. & Marks, P. E. L. (2017). Methodological choices in peer nomination research. In Peter E. L. Marks & Antonius H. N. Cillessen (Eds.), New Directions in Peer Nomination Methodology. New Directions for Child and Adolescent Development, 157, 21-44.
- Coie, J. D., Dodge, K. A., & Coppotelli, H. (1982). Dimensions and types of social status: A cross-age perspective. Developmental Psychology, 18(4), 557-570.
- Eisenberg, N., Pidada, S., & Liew, J. (2001). The relations of regulation and negative emotionality to Indonesian children's social functioning. Child development, 72(6), 1747-1763.
- Franzoi, S. L., Davis, M. H., & Vasquez-Suson, K. A. (1994). Two social worlds: Social correlates and stability of adolescent status groups. Journal of Personality and Social Psychology, 67, 462-473.
- Gommans, R., & Cillessen, A. H. N. (2015). Nominating under constraints: A systematic comparison of unlimited and limited peer nomination methodologies in elementary school. International Journal of Behavioral Development, 39, 77-86.
- Hay, D. F., Payne, A., & Chadwick, A. (2004). Peer relations in childhood. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 45(1), 84-108.
- Hops, H., & Lewin, L. (1984). Peer sociometric forms. In T.H. Ollendick & M. Hersen (Eds.) Child behavioral assessment: Principles and procedures (pp. 124-147). New York: Pergamon Press.
- Ingul, J. M., Havik, T., & Heyne, D. (2019). Emerging school refusal: a school-based framework for identifying early signs and risk factors. Cognitive and Behavioral Practice, 26(1), 46-62.
- Jiang, X. L., & Cillessen, A. H. N. (2005). Stability of continuous measures of sociometric status: A meta-analysis. Developmental Review, 25, 1-25.
- Kwitonda, J. C. (2017). Foundational aspects of classroom relations: associations between teachers’ immediacy behaviours, classroom democracy, class identification and learning. Learning Environments Research, 20(3), 383-401.
- Leung, B. P., & Silberling, J. (2006). Using sociograms to identify social status in the classroom. The California School Psychologist, 11(1), 57-61.
- Maassen, G. H., Goossens, F.A., & Bokhorst, J. (1998). Ratings als validering bij de bepaling van sociometrische status met nominaties in longitudinaal onderzoek. Nederlands Tijdschrift voor Opvoeding, Vorming en Onderwijs, 14, 323-335.
- Nelson, D. A., Robinson, C. C., Hart, C. H., Albano, A. D., & Marshall, S. J. (2010). Italian preschoolers’ peer-status linkages with sociability and subtypes of aggression and victimization. Social Development, 19(4), 698-720.
- Newcomb, A. F., & Bukowski, W. M. (1983). Social impact and social preference as determinants of children’s peer group status. Developmental Psychology, 19, 856-867.
- Nærland, T., & Martinsen, H. (2011). Child–child interactions and positive social focus among preschool children. Early Child Development and Care, 181(3), 361-370.
- Olson, S. L., & Lifgren, K. (1988). Concurrent and longitudinal correlates of preschool peer sociometrics: Comparing rating scale and nomination measures. Journal of Applied Developmental Psychology, 9(4), 409-420.
- Poulin, F., & Dishion, T. J. (2008). Methodological issues in the use of peer sociometric nominations with middle school youth. Social Development, 17, 908-921.
- Shapiro, S. (1993). Strategies that create a positive classroom climate. The Clearing House, 67, 91-98.
- Terry, R. (2000). Recent advances in measurement theory and the use of sociometric techniques. New Directions for Child and Adolescent Development, 88, 27-53.
- Van den Berg, Y. H., Lansu, T. A., & Cillessen, A. H. (2020). Preference and popularity as distinct forms of status: a meta-analytic review of 20 years of research. Journal of Adolescence, 84, 78-95.
- Van der Wilt, F., Van der Veen, C., Van Kruistum, C., & Van Oers, B. (2018). Why can’t I join? Peer rejection in early childhood education and the role of oral communicative competence. Contemporary Educational Psychology, 54, 247-254.
- Van der Wilt, F., Van der Veen, C., Van Kruistum, C., & Van Oers, B. (2019). Why do children become rejected by their peers? A review of studies into the relationship between oral communicative competence and sociometric status in childhood. Educational psychology review, 31(3), 699-724.
- Wargo Aikins, J., & Cillessen, A. H. N. (2007). Stability and correlates of sociometric status in early adolescence. Unpublished manuscript, University of Connecticut, Department of Psychology, Storrs, CT.
- Wentzel, K. R., Jablansky, S., & Scalise, N. R. (2021). Peer social acceptance and academic achievement: A meta-analytic study. Journal of Educational Psychology, 113(1), 157-180.
[1] Bij een gelimiteerd aantal nominaties (bijvoorbeeld drie) kan de situatie ontstaan dat een leerling minder klasgenoten wil nomineren (bijvoorbeeld twee) (Cillessen, 2009). Een manier om deze situatie te ontwijken zou kunnen zijn om een niet-bestaande leerling op de lijst te zetten. Een leerling kan deze leerling nomineren als een soort nooduitgang, om alsnog aan de drie nominaties te voldoen. Echter, dit is nooit onderzocht, dus welk effect dit heeft op de betrouwbaarheid van de resultaten is onbekend.