Hersengedrag bij rekenonderwijs in het basisonderwijs
Geplaatst op 1 juni 2016
Binnen dit deelproject wordt door middel van metingen in de hersenen (EEG) onderzocht of verschillen in de manier waarop getallen in de hersenen opgeslagen zijn of verwerkt worden voorspellend zijn voor hoe goed kinderen leren rekenen aan het begin van de schooltijd.
Om dit te kunnen meten is bij een groep van 35 kinderen op 5 jarige en 6-jarige leeftijd de hersenactiviteit gemeten terwijl zij testen uitvoerden achter de computer waarin zij moesten bepalen of een bepaald getal (tussen 1 en 9) dat zij op het scherm zagen groter of kleiner was dan het getal 5. In deze testen duurt het langer om beslissingen te nemen over getallen die dicht bij elkaar liggen op de getallen lijn (4 en 5) dan bij getallen die verder van elkaar afliggen (1 en 5), dit noemt men het afstandseffect. Eén theorie is dat de grootte van dit afstandseffect een weergave is van hoe goed getallen in de hersenen gerepresenteerd zijn. Hoe meer de representaties van de getallen overlappen, wat sterker het geval is bij dicht bij elkaar gelegen getallen, hoe moeilijker ze te onderscheiden zullen zijn en hoe groter het afstandseffect. Bij jongere kinderen worden doorgaans grotere afstandseffecten gevonden dan bij oudere kinderen en volwassenen en er is discussie over het feit of dit komt door nog slecht ontwikkelde representaties van getallen in de hersenen (veel overlap) of door ontwikkeling van meer algemene processen, zoals aandacht/executieve controle, die ook nodig is voor het maken van vergelijkingen tussen getallen. Met behulp van de EEG-maten en longitudinale metingen beogen we de vraag te kunnen beantwoorden of de grotere afstandseffecten bij jongere kinderen inderdaad veroorzaakt worden door nog niet goed ontwikkelde getalsrepresentaties in de visuele gebieden van de hersenen of aan de nog achterblijvende ontwikkeling van processen zoals aandacht. Een tweede belangrijke vraag die we hopen te beantwoorden is of en hoe deze processen vervolgens gerelateerd zijn aan de ontwikkeling van rekenvaardigheid. Omdat EEG metingen ons door de hoge temporele resolutie in staat stellen om op milliseconde nivo te meten wat er in de hersenen gebeurt wanneer we getallen zien/verwerken, kunnen de gegevens uit dit deelproject een meer specifiek beeld van de mechanismen onderliggend aan de vroege ontwikkeling van getalsverwerking geven. Deze gegevens zullen gerelateerd worden aan de uitkomsten van de andere deelprojecten en gezamenlijk verzamelde longitudinale gedragsdata.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Details van het onderzoek
NWO-projectnummer: | 411-07-112 |
Titel onderzoeksproject: | The brain behavior relations of numerical representations during the transition to number symbols in early mathematics education |
Looptijd: | 01-09-2009 tot 31-08-2014 |
Projectleider(s)
Naam | Instelling | |
---|---|---|
Dr. L.M. Jonkman | Universiteit van Maastricht | l.jonkman@maastrichtuniversity.nl |
Projectuitvoerder(s)
Naam | Instelling | |
---|---|---|
Drs. L. Essens |
Relevante links(s)
Gerelateerde projecten
- 411-07-110 Cognitieve verschillen bij voorstellingen van getallen in het onderwijs in wiskunde
- 411-07-111 Ontwikkelingspaden voor rekenonderwijs
- 411-07-113 Rol van het werkgeheugen en getalbegrip in het rekenonderwijs op de basisschool
[Bron: Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO)]
Gerelateerd















