Rekenonderwijs en strategieën van leerlingen
Geplaatst op 1 juni 2016
Waarom is het prestatieniveau bij rekenonderwijs voor complexe vermenigvuldigen en delen in de Nederlandse basisscholen aanzienlijk afgenomen? Uit nationale evaluaties bleek deze daling bij jongens en meisjes, voor leerlingen van autochtone en allochtone ouders. Het gebruik van nieuwe schoolboeken voor rekenen had geen invloed op deze daling. Echter, secundaire analyse van de testresultaten van de laatste twee beoordelingen toonden aan dat een verandering in strategie van leerlingen in de toepassing een belangrijke factor was in deze daling. Traditionele uitgeschreven berekeningen werden minder gezien, maar het beantwoording van de rekenkundige problemen zonder schriftelijke berekening of snelle notities namen duidelijk toe. Dit laatste was onverwacht en droeg bij aan de verklaring van de terugval van de resultaten, vanwege het gebrek aan nauwkeurigheid van deze vorm van hoofdrekenen die vaker voorkomt bij leerlingen met een lage rekenkundige vaardigheden.
Dit onderzoek wil achterhalen welke didactische praktijk in de klas leidt tot deze strategie en het bijbehorende prestatie-niveau voor complexe vermenigvuldigen en delen. We willen weten met name welk type didactische aanpak ook werkt voor studenten met lage rekenkundige vaardigheden bij het bereiken van een meer succesvolle strategie en een hoger niveau van nauwkeurigheid.
Het strategiegebruik bij vermenigvuldigen en delen van leerlingen op het einde van de basisschool is het aangrijpingspunt voor deze studie. Rekenstrategieën gebruikt in de peiling van 2011 zijn in kaart gebracht en vergeleken met die uit eerdere peilingen. Tussen 1997 en 2004 was er sprake van een duidelijke verandering van het strategiegebruik: er werd veel minder gebruik gemaakt van traditionele rekenalgoritmes als de staartdeling en het cijferend vermenigvuldigen; daarnaast was er een sterke toename van het hoofdrekenen met grote en kommagetallen. Deze verandering ging samen met een daling van het rekenpeil, deels omdat het (afgenomen) traditionele cijferen tot meer goede antwoorden leidde dan het (toegenomen) hoofdrekenen, maar ook omdat elke afzonderlijke rekenstrategie in 2004 met minder succes werd uitgevoerd dan in 1997.Tussen 2004 en 2011 bleef het strategiegebruik en ook het rekenpeil echter stabiel. De volgende stap is het nader onderzoeken van de in de klas gebruikte rekendidactiek van de leerlingen uit het peilingsonderzoek van 2011. Een tussentijds resultaat op dit gebied is dat het fenomeen hoofdrekenen bij complexe vermenigvuldig- en deelopgaven eerder door leerling- dan door didactische kenmerken gestuurd lijkt te worden: jongens en zwakke rekenaars hoofdrekenden vaker dan meisjes en gemiddelde tot goede rekenaars. In de tweede helft van het project wordt onderzocht of dit hoofdrekenen met een experimentele interventie beïnvloed kan worden.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!
Details van het onderzoek
NWO-projectnummer: | 411-10-706 |
Titel onderzoeksproject: | Mathematics instruction in the classroom and students strategy use and achievement |
Looptijd: | 01-09-2011 tot 31-08-2015 |
Projectleider(s)
Naam | Instelling | |
---|---|---|
Dr. C.M. van Putten | Universiteit Leiden | putten@fsw.leidenuniv.nl |
Projectuitvoerder(s)
Naam | Instelling | |
---|---|---|
Drs. M.F. Fagginger Auer | Universiteit Leiden | m.f.fagginger.auer.2@fsw.leidenuniv.nl |
Relevante links(s)
[Bron: Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO)]
Gerelateerd















