Nadruk op basisvaardigheden in het primair onderwijs

Geplaatst op 1 juni 2016

Managementsamenvatting

Binnen onderzoeksproject Streef is in de schooljaren 2010-2011 en 2011-2012 een aantal schoolverbeteringstrajecten uitgevoerd, waarin opbrengstgericht werken en het stellen van doelen centraal staan. Met een leerkrachtvragenlijst is de attitude en het handelen rondom deze onderwijspraktijken en het effect van de deelname aan Streef hierop in kaart gebracht. De attitude en het handelen met betrekking tot prestatiedoelen, referentieniveaus, toetsgebruik, differentiatie en professionalisering van leerkrachten en van schoolleiders en intern begeleiders komen aan de orde. De nadruk in de rapportage ligt hierbij op de 345 leerkrachten die de vragenlijst zowel in 2010 als in 2012 hebben ingevuld, waarvan ongeveer de helft (47%) heeft deelgenomen aan een van de Streefprojecten. Om het effect van de schoolverbetertrajecten in kaart te kunnen brengen worden de leerkrachten die hebben deelgenomen aan Streef vergeleken met de leerkrachten die niet aan een van de deelprojecten hebben meegenomen. Daarnaast worden de attitudes en werkwijzen van Streef-leerkrachten vergeleken met die van schoolleiders en directeuren in 2012, om in kaart te kunnen brengen in hoeverre schoolleiders en directeuren een voortrekkende rol kunnen spelen in schoolverbetering. Tenslotte is het effect van de opbrengstgerichtheid van leerkrachtenteams op de leerwinst van leerlingen onderzocht. Samengevat kan gesteld worden dat de schoolverbetertrajecten van Streef hebben geleid tot meer en intensiever gebruik van toetsgegevens en -rapportages. Daarnaast hebben de trajecten de attitudes van leerkrachten beïnvloed, vooral op het gebied van opbrengsten en professionalisering. Beter toetsgebruik en een positievere houding tegenover aspecten van opbrengstgericht werken vormen een belangrijke basis voor kwaliteitsverbetering in het onderwijs en zijn hiermee een eerste stap in de richting van prestatieverhoging van leerlingen. Daarmee zijn scholen er echter nog niet: voor het vergroten van de leerwinst van leerlingen lijken een voortrekkende rol van de schoolleider en intern begeleider en vooral een opbrengstgericht, samenwerkend en differentiërend team essentieel. De meest opvallende resultaten worden hieronder toegelicht.

Leerdoelen en opbrengsten

Bij vragen naar het vaststellen van leerdoelen vallen met name de problemen met begrijpend lezen op. Leerkrachten geven aan het minst tevreden te zijn over het begrijpend leesniveau van hun leerlingen. Bovendien stellen zij relatief vaak geen eindniveau vast dat zij willen behalen aan het eind van het schooljaar. Dit is een gemiste kans, aangezien expliciete leerdoelen kunnen bijdragen aan prestatieverbetering. Slechts ongeveer de helft van de leerkrachten geeft aan de leerdoelen voor de verschillende vakken samen met het team te expliciteren. De schoolleiders en IB-ers bevestigen dit beeld, al rapporteren zij iets meer teamoverleg. De Streef-interventies dragen iets bij op dit gebied: leerkrachten stellen na deelname aan Streef vaker rekendoelen vast in overleg met de intern begeleider of het team dan voor de interventie, maar verdere verbetering is wenselijk. De Streef-interventies hangen verder samen met de opbrengstgerichte attitude van leerkrachten. Leerkrachten die deel hebben genomen aan een van de deelprojecten zijn in de periode 2012-2012 significant positiever geworden over de haalbaarheid en wenselijkheid van het verbeteren van leerlingprestaties en hebben daardoor in 2012 een significant positievere attitude over opbrengsten dan de leerkrachten in de controlegroep. Schoolleiders en intern begeleiders zijn daarbij in 2012 nog positiever over opbrengsten en basisvaardigheden dan de leerkrachten.

Referentieniveaus

De referentieniveaus zijn een door de overheid ingevoerd middel ter stimulering van een opbrengstgerichte werkwijze op school. In de periode van 2010 tot 2012 is de bekendheid met referentieniveaus bij alle leerkrachten significant toegenomen, vooral bij de leerkrachten die hebben deelgenomen aan een van de Streef-interventies. Bovendien zijn alle schoolleiders en intern begeleiders in 2012 bekend met de referentieniveaus. Dit wil echter niet zeggen dat de referentieniveaus ook leven: nog geen derde van de leerkrachten praat erover op school. Bijna niemand van de leerkrachten, schoolleiders en intern begeleiders verwacht een negatief effect van de referentieniveaus, maar ruim de helft verwacht geen effect of weet het niet. Bovendien zijn de positieve verwachtingen die leerkrachten hadden in 2010 getemperd in 2012, wellicht door de grotere bekendheid met de referentieniveaus. Desondanks staan de leerkrachten redelijk positief tegenover de referentieniveaus. Zij zien de meerwaarde vooral in het expliciteren van doelen en het gebruik bij differentiatie.

Toetsrapportages

Leerkrachten, vooral degenen die hebben deelgenomen aan een Streef interventie, maken in 2012 gebruik van meer toetsrapportages en voeren uitgebreidere analyses uit op de toetsgegevens dan in 2010. De Streef-leerkrachten maken in 2012 bovendien significant meer gebruik van uitgebreide analysemogelijkheden dan de leerkrachten in de controlegroep. Ook de schoolleiders en intern begeleiders maken ruimschoots gebruik van de analysemogelijkheden van de Cito LOVS toetsen. De leerkrachten in de Streef-groep zijn daarnaast in de periode 2010-2012 significant meer gaan reflecteren op hun onderwijspraktijk en de eerdere prestaties van de leerlingen naar aanleiding van toetsresultaten. De leerkrachten in de Streef-projecten hebben zich dus positief ontwikkeld in gebruik, analyse en interpretatie van toetsgegevens en zijn hiermee, in ieder geval wat betreft toetsgebruik, meer opbrengstgericht gaan werken.

Handelen: differentiatie en samenwerking

Differentiatie is een essentieel onderdeel van opbrengstgericht werken. Er zijn nog verbeteringen nodig op gebied van het optimaal gebruik maken van verschillende prestatieniveaus, het aanbieden van verschillende verwerkingsactiviteiten na een toets en de houding tegenover de wenselijkheid en haalbaarheid van differentiatie. Alle leerkrachten scoren in 2010 en 2012 laag tot gemiddeld op de verschillende differentiatieonderdelen, ook degenen die deel hebben genomen aan een van de Streef projecten. Zij zouden hier dus meer ondersteuning bij kunnen gebruiken. Ook zouden zij meer kunnen samenwerken. De meeste samenwerking betreft het uitwisselen van lesmateriaal of het praten over de ontwikkeling van nieuw lesmateriaal met collega’s. Lesobservaties zijn een belangrijke bron van informatie bij professionele ontwikkeling, maar slechts een-derde van de leerkrachten observeert wel eens bij een collega in de les.

Opbrengstgericht werken binnen leerkrachtenteams

De leerkrachten die de vragenlijst hebben beantwoord, vormen teams in hun scholen. Er zijn opbrengstgerichte teams, die veel samenwerken, reflecteren en differentiëren en die veel waarde hechten aan rekenen en taal. Individualistische teams hechten wel veel waarde aan de basisvaardigheden en voeren uitgebreide rapportages uit, maar werken weinig samen en reflecteren en differentiëren weinig. Behoudende teams hechten weinig waarde aan innovatie en professionalisering, zijn gemiddeld in mate van samenwerking en aandacht voor prestaties en differentiëren veel. Niet opbrengstgerichte teams tenslotte hechten weinig belang aan basisvaardigheden en opbrengsten. De attitudes en het handelen van de leerkrachten in de schoolteams zijn van invloed op de leerwinst van de leerlingen. Leerlingen van opbrengstgerichte en behoudende leerkrachtenteams boeken meer vooruitgang dan leerlingen van individualistische en niet opbrengstgerichte teams. De opbrengstgerichte en behoudende teams hebben gemeen dat zij relatief vaak differentiëren in de klas. Behoudende teams staan echter minder open voor onderwijsvernieuwingen en zien minder noodzaak zichzelf te blijven ontwikkelen op professioneel vlak. Het valt op dat het maken van uitgebreide toetsrapportages, zoals de individualistische teams doen, niet genoeg is om extra leerwinst te boeken. Leerkrachten moeten ook naar de informatie uit de rapportages handelen en moeten met elkaar als team werken aan en reflecteren op hun onderwijs. Dit geeft het belang aan van ondersteuning bij het schoolbreed implementeren van opbrengstgericht werken, een van de uitgangspunten van de Streefprojecten.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Details van het onderzoek

  
NWO-projectnummer:  413-09-062
Titel onderzoeksproject:  Nadruk op basisvaardigheden
Looptijd:01-01-2010 tot 22-07-2013

Projectleider(s)

Naam Instelling E-mail
Dr. R.H. Hofman Rijksuniversiteit Groningen r.h.hofman@rug.nl

Projectuitvoerder(s)

Naam Instelling E-mail
Dr. Marjolein Deunk Rijksuniversiteit Groningen m.i.deunk@rug.nl
Dr. Simone Doolaard Rijksuniversiteit Groningen s.doolaard@rug.nl

Publicatie(s)

Relevante links(s)

[Bron: Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO)]



Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Gerelateerd

Toetsen in een video van één minuut uitgelegd
Toetsen in een video van één minuut uitgelegd
redactie
[extra-breed-algemeen-kolom2]



opbrengstgericht werken
toetsen

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest