Wat zijn de specifieke kenmerken van mbo studenten niveau 3 voor curriculumontwerp?

Geplaatst op 11 juli 2016

Samenvatting

Het blijkt lastig om specifieke leerlingkenmerken toe te dichten aan de groep mbo-studenten niveau 3. De mbo-populatie is op een groot aantal kenmerken (variabelen in databestanden) zeer divers en deze variëteit tekent zich af zowel binnen als tussen de niveaus. Het weinige onderzoek naar leerlingkenmerken dat is uitgevoerd, ging vooral over leerhoudingen, werk- en beroepsbeeld, normen voor sociaal gedrag en maatschappelijke betrokkenheid. Specifiek onderzoek naar leerlingkenmerken met het oog op elementen waaraan het curriculumontwerp zou moeten voldoen, heeft zich beperkt tot leerlingen op niveau 1 en 2.

De essentie van de vraag is om zicht te krijgen op de kenmerken van leerlingen die op niveau 3 een opleiding volgen. De vragensteller heeft gemerkt dat – hoewel de nieuwe kwalificatiedossiers inhoudelijk nauwelijks verschillen – de deelnemersgroepen op niveau 3 en niveau 4 wel verschil laten zien ten opzichte van elkaar. Het curriculum moet met de specifieke kenmerken van leerlingen op een specifiek niveau rekening houden. Welke typische kenmerken van de leerlingengroep op niveau 3 zijn belangrijk voor het curriculumontwerp op dat niveau? En welke kenmerken doen recht aan de verschillen met leerlingen op niveau 4?

Analyses van meerdere databestanden laten zien dat er weinig verschil is op die kenmerken uit de bestanden tussen de leerlingpopulaties op niveau 3 en op niveau 4. Het gaat dan om variabelen als de instroomverhouding uit de leerwegen van het vmbo, geslacht, doorstroom uit mbo-2, sociaal-culturele oriëntaties, leeftijd, voorkeur voor een studierichting, en de voorkeur voor een multisectoraal (roc) of een sectoraal schooltype (vakschool, aoc). Je zou kunnen zeggen dat de variëteit op deze kenmerken binnen de groepen niveau 3 en niveau 4 even groot is als tussen de beide groepen.

Hiteq voerde een aantal jaren geleden een vergelijkend onderzoek uit onder vmbo-leerlingen, mbo-studenten en de generatie Einstein (in het rapport gedefinieerd als ‘jongeren geboren na 1988’), waarbij de focus bij mbo-studenten vooral lag op de technische sector (Groeneveld & Van Steensel, 2009). Het doel van het onderzoek was om kenmerken van de mbo-populatie als geheel te vergelijken met de vmbo-populatie en de generatie Einstein. In het onderzoek is onder andere gekeken naar leerlingkenmerken die betrekking hebben op leerstijl en leerhouding, en naar eventuele verschillen tussen de vier niveaus. Uit onderstaande tabel wordt duidelijk dat het gevonden onderscheid tussen mbo-studenten op de vier niveaus eerder gradueel dan principieel is. In dit graduele onderscheid zijn de verschillen vooral te vinden tussen niveau 1 en 2 enerzijds en niveau 3 en 4 anderzijds.

Typologie mbo-leerlingen

Aan het onderzoek heeft een klein aantal studenten meegedaan. Buiten dit onderzoek kunnen de kenmerken van de leerling-groep op niveau beïnvloed zijn door verschillen in bijvoorbeeld de intakeprocedure van een mbo-instelling. Als in een intake aankomende studenten op grond van hun studiemotivatie, onderwijsgeschiedenis, studiecapaciteiten of sociale herkomst zijn toegedeeld naar niveau 3 of 4, kan deze procedure de kenmerken van de studentenpopulatie op beide niveaus hebben beïnvloed.

Uitgebreide beantwoording

Opgesteld door: Annemieke Cox en Tinka van der Kooij
Vraagsteller: senior beleidsadviseur middelbaar beroepsonderwijs instelling
Geraadpleegde expert: Anneke Westerhuis (Expertisecentrum Beroepsonderwijs)

Vraag:

Wat zijn de specifieke kenmerken van mbo-studenten niveau 3 voor curriculumontwerp?

Kort antwoord

Het blijkt lastig om specifieke leerlingkenmerken toe te dichten aan de groep mbostudenten niveau 3. De mbo-populatie is op een groot aantal kenmerken (variabelen in databestanden) zeer divers en deze variëteit tekent zich af zowel binnen als tussen de niveaus. Het weinige onderzoek naar leerlingkenmerken dat is uitgevoerd, ging vooral over leerhoudingen, werk- en beroepsbeeld, normen voor sociaal gedrag en maatschappelijke betrokkenheid. Specifiek onderzoek naar leerlingkenmerken met het oog op elementen waaraan het curriculumontwerp zou moeten voldoen, heeft zich beperkt tot leerlingen op niveau 1 en 2.

Toelichting antwoord

De essentie van de vraag is om zicht te krijgen op de kenmerken van leerlingen die op niveau 3 een opleiding volgen. De vragensteller heeft gemerkt dat - hoewel de nieuwe kwalificatiedossiers inhoudelijk nauwelijks verschillen - de deelnemersgroepen op niveau 3 en niveau 4 wel verschil laten zien ten opzichte van elkaar. Het curriculum moet met de specifieke kenmerken van leerlingen op een specifiek niveau rekening houden. Welke typische kenmerken van de leerlingengroep op niveau 3 zijn belangrijk voor het curriculumontwerp op dat niveau? En welke kenmerken doen recht aan de verschillen met leerlingen op niveau 4?

Analyses van meerdere databestanden laten zien dat er weinig verschil is op die kenmerken uit de bestanden tussen de leerlingpopulaties op niveau 3 en op niveau 4. Het gaat dan om variabelen als de instroomverhouding uit de leerwegen van het vmbo, geslacht, doorstroom uit mbo-2, sociaal-culturele oriëntaties, leeftijd, voorkeur voor een studierichting, en de voorkeur voor een multisectoraal (roc) of een sectoraal schooltype (vakschool, aoc). Je zou kunnen zeggen dat de variëteit op deze kenmerken binnen de groepen niveau 3 en niveau 4 even groot is als tussen de beide groepen.

Hiteq voerde een aantal jaren geleden een vergelijkend onderzoek uit onder vmboleerlingen, mbo-studenten en de generatie Einstein (in het rapport gedefinieerd als ‘jongeren geboren na 1988’), waarbij de focus bij mbo-studenten vooral lag op de technische sector (Groeneveld & Van Steensel, 2009). Het doel van het onderzoek was om kenmerken van de mbo-populatie als geheel te vergelijken met de vmbo-populatie en de generatie Einstein. In het onderzoek is onder andere gekeken naar leerlingkenmerken die betrekking hebben op leerstijl en leerhouding, en naar eventuele verschillen tussen de vier niveaus. Uit onderstaande tabel wordt duidelijk dat het gevonden onderscheid tussen mbo-studenten op de vier niveaus eerder gradueel dan principieel is. In dit graduele onderscheid zijn de verschillen vooral te vinden tussen niveau 1 en 2 enerzijds en niveau 3 en 4 anderzijds.

Typologie mbo-leerlingen

Bron: Groeneveld & Van Steensel (2009

Aspect Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4
Leren en informatie verwerken Moeite met zelfstandig werken Moeite met zelfstandig werken Iets minder moeite met zelfstandig werken Meer vermogen tot zelfstandig werken
  Weinig kritisch t.a.v. informatiebronnen Weinig kritisch t.a.v. informatiebronnen Kritischer t.a.v. informatiebronnen Kritischer t.a.v. informatiebronnen
  Grote behoefte aan duidelijkheid Grote behoefte aan duidelijkheid Behoefte aan duidelijkheid Behoefte aan duidelijkheid
  Onrealistisch vertrouwen in eigen vermogen om informatie te verwerken Onrealistisch vertrouwen in eigen vermogen om informatie te verwerken Kritischer over eigen vermogen om informatie te verwerken Kritischer over eigen vermogen om informatie te verwerken
  Stellen weinig eisen aan docenten en praktijkopleiders Stellen weinig eisen aan docenten en praktijkopleiders Stellen eisen aan docenten en praktijkopleiders Stellen eisen aan docenten en praktijkopleiders
Werk en beroepsbeeld Hechten aan status Hechten minder aan status, meer authenticiteit Hechten aan authenticiteit, uitdaging, afwisseling en sociale contacten Hechten aan authenticiteit, uitdaging, afwisseling en sociale contacten
  Weinig zicht op eigen capaciteiten en mogelijkheden Redelijk zicht op eigen capaciteiten en mogelijkheden Zicht op eigen capaciteiten en mogelijkheden Zicht op eigen capaciteiten en mogelijkheden zonder overschatting
    Persoonlijkheid op arbeidsmarkt belangrijker dan kennis Persoonlijkheid op arbeidsmarkt belangrijker dan kennis Persoonlijkheid op arbeidsmarkt belangrijker dan kennis

Aan het onderzoek heeft een klein aantal studenten meegedaan. Buiten dit onderzoek kunnen de kenmerken van de leerling-groep op niveau beïnvloed zijn door verschillen in bijvoorbeeld de intakeprocedure van een mbo-instelling. Als in een intake aankomende studenten op grond van hun studiemotivatie, onderwijsgeschiedenis, studiecapaciteiten of sociale herkomst zijn toegedeeld naar niveau 3 of 4, kan deze procedure de kenmerken van de studentenpopulatie op beide niveaus hebben beïnvloed.

Geraadpleegde bronnen

Over leerlingkenmerken van mbo studenten

Over curriculumontwerp en invoering herziening kwalificatiedossiers

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Professionalisering
De beste nascholing volg je bij Medilex Onderwijs
De beste nascholing volg je bij Medilex Onderwijs
Gemiddeld beoordelen deelnemers ons met een 8,4
Medilex Onderwijs 
Gratis webinar
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!
Bekende experts delen hun kennis
Wij-leren.online Academie 
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!Nationaal curriculum
De vorming van een nationaal curriculum: #onderwijs2032
Marjolein Zwik


Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Het belang van maakonderwijs op de basisschool. Tjipcast 020
Het belang van maakonderwijs op de basisschool. Tjipcast 020
redactie
Wat is een lerende organisatie? En hoe word je het? Tjipcast 019
Wat is een lerende organisatie? En hoe word je het? Tjipcast 019
redactie
Wat zijn de meest hardnekkige onderwijsmythes? Tjipcast 030
Wat zijn de meest hardnekkige onderwijsmythes? Tjipcast 030
redactie
[extra-breed-algemeen-kolom2]



beroepsonderwijs
curriculum

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest