De rol van de docent bij onderzoekend leren door leerlingen in de klas - reviewstudie
Geplaatst op 1 juni 2016
Onderzoekend leren loont de moeite. Leraren hebben daarbij verschillende mogelijkheden tot hun beschikking wat betreft de mate en de aard van sturing die ze leerlingen geven. Recent NRO-onderzoek geeft aanbevelingen voor het begeleiden van onderzoek door leraren in primair en voortgezet onderwijs.
Het onderzoek werd uitgevoerd door Marjolein Dobber (Vrije Universiteit Amsterdam), Marijn Tanis (VU), Rosanne Zwart (VU/UU) en Bert van Oers (VU, algehele supervisie). Zij analyseerden 185 eerder uitgevoerde onderzoeken, beschreven in de onderzoeksliteratuur van de afgelopen 10 jaar.
Variatie in de mate van sturing
Voorop staat dat leerlingen enige invloed hebben op het onderzoeksproces, zodat ze leren van de keuzes die ze maken. Dit kan de leraar bevorderen door te variëren in de mate van sturing: hij of zij moet als het ware kunnen schuiven op een continuüm van docent- naar gedeeld- naar leerling-gestuurd onderzoeken. Daarnaast kan de leraar ook op gepaste momenten variëren in de aard van de sturing.
Nadenken over leren en over onderzoek
Als het gaat om de aard van sturing door de leraar worden er drie vormen onderscheiden: metacognitieve, conceptuele en sociale begeleiding. Een belangrijk element is metacognitieve begeleiding, waarbij de leerlingen worden geholpen om na te denken over het eigen leren. Bij onderzoekend leren bestaat die metacognitieve begeleiding vooral uit:
1) Het creëren van een goede onderzoekscultuur in de klas;
2) Het bevorderen van goede gesprekken over onderzoek;
3) Het stimuleren van het denken over wat onderzoek is.
Tijd en inzet
Het is van belang de tijd te nemen om te wennen aan onderzoekend leren in de klas. Zowel leraar als leerlingen moeten leren om onderzoek te doen. Ook veranderen de traditionele rollen. Het is goed als de leraar hier expliciet aandacht aan besteedt.
In de samenwerking tussen leerlingen kan de leraar zijn begeleiding bijvoorbeeld richten op de interactieprocessen in de groepjes (sociale begeleiding). Verder heeft de leraar invloed op de kwaliteit van het geleerde door de kennis die in gesprekken naar voren komt, expliciet te maken (conceptuele begeleiding). De onderzoekers reiken daarvoor diverse gespreksactiviteiten aan zoals herhalen, herformuleren, uitwerken en debatteren.
Over het onderzoek
De onderzoekers analyseerden 185 eerder uitgevoerde onderzoeken naar onder meer probleemgestuurd leren, projectonderwijs en ontwerpend leren. Het betrof zowel evaluatieve studies (met en zonder controlegroep) als ontwerpgerichte en meer beschrijvende vormen van onderzoek. Veel van die onderzoeken gingen over het bèta-domein en waren uitgevoerd in de Verenigde Staten. Deze reviewstudie werd gefinancierd vanuit het fundamenteel-wetenschappelijke onderwijsonderzoek van het NRO.
Details van het onderzoek
NWO-projectnummer: | 411-12-209 |
Titel onderzoeksproject: | The role of the teacher in inquiry-based education in the classroom |
Looptijd: | 01-07-2013 tot 30-06-2014 |
Projectleider(s)
Naam | Instelling | |
---|---|---|
Prof. dr. H.J.M. van Oers | Vrije Universiteit Amsterdam | hjm.van.oers@psy.vu.nl |
Projectuitvoerder(s)
Naam | Instelling | |
---|---|---|
M. Tanis MSc | Vrije Universiteit Amsterdam | m.a.tanis@vu.nl |
Dr. M. Dobber | Vrije Universiteit Amsterdam | m.dobber@vu.nl |
Dr. R.C. Zwart |
Publicatie(s)
Relevante links(s)
Gerelateerde projecten
[Bron: Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO)]