Onderwijsakkoord: Snoeien doet bloeien

Rijk van Ommeren

Directeur RDO en onderwijsadviseur bij Rijk Advies

  

  Geplaatst op 1 juni 2014

Over het onderwijsakkoord en de ruimte voor je vak terugkrijgen

Van harte gefeliciteerd: uw salaris gaat omhoog. En beter nog: u krijgt de ruimte voor uw vak terug! We hebben allemaal kunnen genieten van het enorme enthousiasme waarmee het onderwijsakkoord aangeprezen wordt.

De verwachtingen waren vooraf al hoog gespannen. Het grote nieuws van een onderwijsakkoord was er al even voor Prinsjesdag, de exacte inhoud kwam pas na de troonrede. Wat zou het betekenen? Als ik de onderwijsbond moet geloven lijkt het bijna een kinderfeestje te worden. Juist die toonzetting heeft op mij een averechts effect. Ik word er wat argwanend van. ‘Meer salaris’ snap ik wel: maar ik ga gelijk op zoek naar waar we dan moeten inleveren. En ‘ruimte voor het vak terugkrijgen’, is dat wel mogelijk in een akkoord met een overheid die gericht is op cijfers en getallen?

OCW-begroting 2014

Wie goed naar de OCW-begroting kijkt, ziet dat de overheid inderdaad heen en weer geslingerd wordt tussen de begrippen ‘ruimte en vertrouwen’ en het willen tellen van prestaties. Ik geef een paar voorbeelden.

De OCW-begroting 2014 geeft voor het PO twee opvallende indicatoren. De algemene doelstelling gaat over leerlingen die hun talenten maximaal kunnen ontplooien, over goede aansluiting op het vervolgonderwijs en de basis leggen voor deelname aan de samenleving. Nog op dezelfde pagina staan vervolgens als indicatoren genoemd dat de gemiddelde cito-eindscore van 535,5 in 2012 omhoog gaat naar 537 in 2015 en dat het aantal opbrengstgerichte scholen van 35% in 2010-11 naar 60% in 2015 en 90% in 2018 moet. Ik vraag me af wat er gebeurd is tussen het formuleren van de algemene doelstelling en het opstellen van indicatoren. Is het denken veranderd in tellen?

Troonrede

Zelfs in de drie zinnen die in de troonrede aan onderwijs werden gewijd is die spagaat te bemerken. Luister maar mee: ‘Het Onderwijsakkoord beoogt 3000 extra banen te creëren om jonge leraren aan het werk te helpen of te houden. Het Techniekpact zorgt voor een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en bestrijdt het tekort aan technisch geschoolde vakmensen.’

Op het eerste gehoor klinkt dat uitstekend. Maar er zitten wat cijfermatige addertjes onder het gras. Voor het gemak vergeet men te vertellen dat de dekking voor die 3000 banen uit de onderwijsbegroting zelf komt. Een sigaar uit eigen doos, dus. Ook vind ik het opvallend dat het Techniekpact in een adem genoemd wordt met het onderwijsakkoord. Of zou dat per ongeluk zo in de troonrede gekomen zijn?

De acties in het Techniekpact geven scholen behoorlijk gedetailleerd de opdracht om meer leerlingen klaar te stomen voor techniek, daar het onderwijs op in te richten en er het personeel voor klaar te stomen.
 
Ik heb twee bezwaren. Ten eerste: we kunnen veel, maar niet alles. Deze voorgeschreven acties staan volgens mij op enigszins gespannen voet met de hoge verwachtingen op de indicatoren ‘opbrengstgerichtheid’ en ‘verhogen van de gemiddelde cito-eindscore’.
 
Maar belangrijker: Jij krijgt de ruimte voor je vak terug, dat beloofde het Onderwijsakkoord toch? Het lijkt mij dat dit eerder ten koste gaat van de professionele ruimte van scholen. Niet alleen maatschappelijke vraagstukken, maar nu ook economische vraagstukken worden vakkundig over de glazen schutting van de school geworpen.

Verzilveren van beloften wordt geen eenvoudige klus

Dat brengt me terug bij het nationaal onderwijsakkoord. Dat is, allereerst, een tekst waarin volzinnen over elkaar heen buitelen met betrekkelijk weinig inhoud. Neem deze zin: “De kwaliteitscultuur is de essentie van de professionaliteit binnen onderwijsinstellingen en de belangrijkste voorwaarde om te komen tot een professionele leergemeenschap”.
 
Er staan dingen in die ik niet helemaal kan volgen: om de beste onderwijsgevenden te (blijven) interesseren voor het onderwijs krijgt zeggenschap van teams een wettelijke verankering. Begrijpt u dat? Volgens mij is het met de medezeggenschap van werknemers in het onderwijs zo slecht nog niet gesteld. En om dat dan ook ‘dicht’ te regelen… het geeft mij in ieder geval niet het gevoel dat ik er meer ruimte van krijg voor het vak.

Andere afspraken uit het akkoord zijn onduidelijk of nietszeggend. Bijvoorbeeld waar het gaat om werkdruk en vermindering van regeldruk. Er worden verschillende onderzoeken aangekondigd met de bedoeling voorstellen uit te werken, beloofd wordt daarbij bestaand onderzoek mee te nemen. Verderop worden nog projecten aangekondigd om knelpunten in kaart te brengen. Eerlijk gezegd geloof ik niet dat ik op deze onderzoeken en uitwerkingen zit te wachten. Het is allemaal al wel zo’n beetje bekend.

Het is meer dan jammer dat het Onderwijsakkoord grotendeels moeilijk te interpreteren is. Daardoor zal het geen gemakkelijke klus worden om de beloften uit het akkoord te verzilveren.
Kortom, als ik kritisch kijk naar het nationaal onderwijsakkoord met de economische en cijfermatige blik die inmiddels standaard geworden lijkt te zijn, dan word ik niet direct heel blij.

Het onderwijsakkoord als statement

Is dat dan alles wat er overblijft? Het loslaten van de nullijn en verder onduidelijkheid en ontgoocheling? Nee - dat is helemaal niet de blik waarmee ik wil kijken! Ik wil kijken met de blik van een schoolleider die een eigen koers kiest voor goed onderwijs in het belang van de leerlingen. En laten we wel wezen: ‘een akkoord is altijd beter dan geen akkoord’.

Bovendien, terwijl ik langer over het Onderwijsakkoord nadenk word ik steeds positiever gestemd. Het is eigenlijk een geweldig statement dat nog niet exact is ingevuld op welke wijze dat ‘terugkrijgen van ruimte voor je vak’ er dan uit ziet!
 
Begrijp me goed: ik geloof geen minuut dat we echt de ruimte voor ons vak gaan terugkrijgen, maar we kunnen natuurlijk wel elke beschikbare ruimte nemen. En we kunnen laten zien dat waar wij onderwijs vormgeven vanuit onze passie voor leren en ontwikkelen opbrengsten volgen.
 
Dat is een opbrengstgerichtheid die niet begint bij het verhogen van cito-resultaten, maar die begint bij ruimte geven aan de professionele leraar die zich met hart en ziel inzet voor de kinderen in zijn/haar klas.

Waar zijn de schoolleiders?

In het hele onderwijsakkoord komen schoolleiders vrijwel niet voor. Ondertussen is al lang bekend dat, naast de leerkracht, (de) schoolleiding even cruciaal is voor het realiseren van goed onderwijs. Het ontbreken van de schoolleiders is dus opvallend.

Snoeien doet bloeien, een voorzet

Laten we het Onderwijsakkoord een kans geven. En er bij de uitwerking zelf bij zijn! Wat mij betreft is ‘snoeien doet bloeien’ een mooi principe. Voor de uitwerking volgens dit principe geef ik vast een voorzet:
‘Voor het streven naar excellent onderwijs moeten concrete afspraken gemaakt worden over doelen die in 2020 bereikt zijn’. Mijn voorstel: 35% van de lestijd curriculumvrij. Dat is pas ruimte geven aan professionaliteit van leraren. Tellen kan dan weer denken worden, de eigen professionaliteit krijgt een centrale plek in het dagelijks werk met kinderen. Reken maar op werkplezier en tel uit je opbrengsten!

Tot slot

Koning Willem-Alexander zei aan het eind van de troonrede: ‘De vraagstukken zijn complex en ingrijpend’. Misschien moeten we het gewoon iets minder ingewikkeld maken? Met de koning wens ik alle betrokkenen wijsheid en bid ik om kracht en Gods zegen!

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Overladenheid
Overladenheid, de erfzonde van het onderwijs
Henk Sissing

Wij-leren.nl Academie

Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

[extra-breed-algemeen-kolom2]



nationaal onderwijsakkoord

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest