Groei aantal leerlingen gedragproblemen; vergelijkend onderzoek Nederland-Vlaanderen

Geplaatst op 1 juni 2016

Op basis van de analyse van de literatuur en de discussies tijdens de expertenconferenties kunnen wij volgende kernaanbevelingen formuleren met betrekking tot het beleid inzake leerlingen met gedragsproblemen:

  1. Er dienen meer aandacht en middelen te worden besteed aan de preventie van gedragsproblemen binnen de reguliere onderwijssettings. Voor de langetermijn preventie betekent dit een investering in de competenties van leerkrachten en de draagkracht van leerkrachten en scholen. Die investering dient te beginnen in de basisopleiding van leerkrachten en directie en zich voort te zetten in het schoolse beleid inzake vorming, training en opleiding. Het beleid dient de scholen ook als partner te betrekken bij de initiatie, uitvoering en evaluatie van opvoedingsondersteunende initiatieven en scholen actiever naar deze initiatieven toe te leiden. Voor de kortetermijn preventie betekent dit een zoeken naar een adequate en gedragen protocollering wanneer zich binnen de school ernstige incidenten of problemen voordoen (bv. ernstige agressie, drugs, spijbelen, pestgedrag) en een investering in de schoolcarrière van kinderen en jongeren met een (ontwikkelings)stoornis (bv. ADHD, autisme) of uit maatschappelijk kwetsbare groepen (bv. kansarmen, allochtone jongeren). Dit kan door middel van (kleinschalige) ‘kantel’projecten die aansluiten bij de reguliere setting.
  2. Laat de indicatiestelling tot haar recht komen als sluitstuk van de diagnostische cyclus en scharniermoment in de klinische cyclus door ze te laten voorafgaan door een verklaringsanalyse waarin specifieke belemmerende en bevorderende factoren worden geëxpliciteerd, door ze niet louter op kindkenmerken te baseren maar ook op een analyse van de onderwijsbeperkingen, de schoolresultaten, de handelingsverlegenheid en de balans tussen draaglast en –kracht in een school, en door haar effect tijdig te evalueren. Laat deze indicatiestelling uitvoeren door diagnostische centra die dicht staan bij de school van het kind, zodat ook de school- en regionale zorgcontext in rekening kunnen worden gebracht. Steekproefgewijs zou de inspectie dan indicatiestellingen kunnen controleren.
  3. Er zou meer moeten worden geïnvesteerd in systematisch wetenschappelijk onderzoek naar ‘practice-based evidence’ ten aanzien van gedragsproblemen in reguliere schoolsettings. Deze kennis dient door onderzoekers en beleid (bv. via studiedagen, vormingspakketten) voldoende te worden ontsloten opdat andere betrokkenen in het onderwijsveld er optimaal van zouden kunnen profiteren.
  4. Er dient te worden afgestapt van een eenzijdige input financiering en geleidelijk te worden gestreefd naar een throughput financieringsmodel, waarbij organisaties met een regionale functie als beslissers op het tweede niveau verantwoordelijk zijn voor een eerlijke verdeling van de middelen.

Deze tekst is overgenomen uit de samenvatting van het eindrapport; zie bij Publicatie(s) hieronder.

 

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Details van het onderzoek

  
NWO-projectnummer:  413-00-520
Titel onderzoeksproject:  Groei aantal leerlingen gedragproblemen; vergelijkend onderzoek Nederland-Vlaanderen
Looptijd:20-04-2006 tot 20-07-2006

Projectleider(s)

Naam Instelling E-mail
Prof. dr. H. Grietens Katholieke Universiteit Leuven h.grietens@rug.nl

Publicatie(s)

Relevante links(s)

[Bron: Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO)]

Wij-leren.nl Academie

Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

[extra-breed-algemeen-kolom2]



gedragsproblemen

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest