Exacte vakken internationaal vergeleken, groep 6, basisonderwijs - TIMSS-2007

Geplaatst op 1 juni 2016

In het voorjaar van 2007 hebben wereldwijd 43 landen met ‘grade 4’ (groep 6) meegedaan aan Trends in International Mathematics and Science Study (TIMSS)-2007. In Nederland zijn ruim 4300 leerlingen afkomstig van een representatieve steekproef van meer dan 140 basisscholen getoetst. Verdeeld over verschillende versies van de toets, zijn de leerlingen ruim 350 reken- en natuuronderwijsopgaven voorgelegd. De getoetste leerlingen, hun leerkracht, de schoolleider en curriculumexperts hebben verder elk een vragenlijst ingevuld.

De belangrijkste bevindingen van TIMSS-2007 voor Nederland zijn hieronder op een rij gezet.

Nederland in TIMSS-2007

  • Evenals in 1995 en 2003 staat Nederland voor rekenen-wiskunde in de top tien van de best presterende landen en zijn alleen leerlingen van de Aziatische landen significant beter in dit vakgebied.
  • Voor natuuronderwijs behoort Nederland niet (meer) tot de top tien. Tien landen waaronder Engeland, Verenigde Staten, Hongarije en Italië hebben een significant hogere gemiddelde toetsscore voor natuuronderwijs behaald.
  • Zowel voor rekenen als voor natuuronderwijs hebben jongens significant beter op de TIMSS-toets van 2007 gepresteerd dan meisjes.
  • Allochtone meisjes hebben in vergelijking tot allochtone jongens en autochtone meisjes, de reken- en de natuuronderwijsopgaven aanzienlijk slechter gemaakt. De huidige achterstand van allochtone meisjes is het grootst in het omvangrijkste rekendomein ‘getallen’.
  • Meisjes hebben minder zelfvertrouwen in hun eigen rekenvaardigheden dan jongens. Ondanks hun lagere score op de toets, hebben allochtone meisjes evenveel zelfvertrouwen in rekenen als autochtone meisjes.
  • Volgens curriculumexperts is 81% van de rekenopgaven en 69% van de natuuronderwijsopgaven van de TIMSS-toets, geschikt voor het Nederlandse beoogde onderwijs in groep 6.
  • Ook de leerkrachten beoordeelden de geschiktheid van de rekenopgaven in de TIMSS-toets positiever dan de geschiktheid van de natuuronderwijsopgaven. Vooral een aantal van de natuur- en scheikundeopgaven vonden de leerkrachten niet geschikt voor hun onderwijs.
  • In vergelijking tot de meeste andere TIMSS-landen, wordt aan ‘geometrische vormen en meten’ en aan ‘natuur- en scheikunde’ door Nederlandse leerkrachten minder tijd besteed. Van alle TIMSS-landen, besteedt Nederland samen met Oekraïne in groep 6 de minste tijd per jaar aan het vak natuuronderwijs.
  • Nederlandse leerlingen komen minder met proefjes of experimenten voor natuuronderwijs in aanraking dan hun leeftijdsgenoten uit de meeste andere TIMSS-landen.
  • Leerkrachten voelen zich gemiddeld meer dan voldoende toegerust om les te geven in de leerstofgebieden die behoren tot het TIMSS-curriculum. Alleen in een aantal onderwerpen van het inhoudsdomein ‘natuur- en scheikunde’ zijn leerkrachten minder goed toegerust.
  • Internationaal gezien loopt Nederland in de beschikbaarheid van computers tijdens de rekenles voorop; in 83% van klassen kunnen de leerlingen gebruik maken van een computer tijdens de rekenles.
  • Van alle deelnemende TIMSS-landen ervaren Nederlandse groep 6 leerkrachten de minste knelpunten in het omgaan met verschillen tussen leerlingen of probleemleerlingen tijdens reken- of natuuronderwijslessen.

Vergelijking 1995-2007

  • Voor rekenen lijkt er sinds 1995 sprake te zijn van een zeer geleidelijke afname in toetsprestaties van de Nederlandse groep 6 leerlingen. Voor natuuronderwijs is de daling in prestaties over de drie toetsjaren niet significant.
  • In 2007 is de achterstand van allochtone meisjes in rekenen en natuuronderwijs ten opzichte van allochtone jongens en ten opzichte van autochtone meisjes groter geworden in vergelijking tot 2003.
  • In vergelijking tot TIMSS-2003, hebben leerkrachten aanmerkelijk minder na- of bijscholing gevolgd op het gebied van rekenonderwijs. Voor natuuronderwijs werd ook al in 2003 relatief weinig bijscholing gevolgd.
  • Sinds 1995 wordt in steeds meer klassen het beperkt gebruik van een rekenmachine tijdens de rekenles toegestaan. In TIMSS-2007 betreft dit de helft van de klassen.
  • In de afgelopen twaalf jaar kregen groep 6 leerlingen minder huiswerk op voor rekenen. In 1995 gaf de helft van de leerkrachten wel eens huiswerk op, in 2007 is dit gedaald naar 35%.
  • Ten opzichte van 2003 heeft het onderwijs in groep 6 in 2007 een meer ‘leerlinggeoriënteerd’ karakter gekregen. Dit betekent onder meer dat leerlingen gemiddeld minder vaak tegelijkertijd met dezelfde leerstof bezig zijn, en gemiddeld vaker hun eigen of elkaars werk nakijken, met elkaar samenwerken en vakoverstijgende taken of projecten uitvoeren.
  • In de periode 2003-2007 zijn groep 6 leerlingen, en dan vooral jongens, buiten schooltijd meer tijd gaan besteden aan internet en aan sport. Dit is vooral ten koste gegaan van de tijd die voorheen aan televisiekijken werd besteed.

Overgenomen uit de managementsamenvatting van het eindrapport, zie hieronder.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Details van het onderzoek

  
NWO-projectnummer:  411-20-319
Titel onderzoeksproject:  Nederland in TIMSS-2007, groep 6 basisonderwijs
Looptijd:01-03-2005 tot 22-12-2009

Projectleider(s)

Naam Instelling E-mail
Dr. M.R.M. Meelissen Universiteit Twente m.r.m.meelissen@utwente.nl

Publicatie(s)

Relevante links(s)

Gerelateerde projecten

[Bron: Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO)]

Wij-leren.nl Academie

Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

[extra-breed-algemeen-kolom2]



exacte vakken | bèta vakken

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest