Burgerschapsvorming, ook wel burgerschapsonderwijs genoemd, is het vormen van leerlingen die actief meedoen aan de samenleving en daar een positieve bijdrage aan leveren. Het is geen apart vak, maar een taak van de hele school. Scholen zijn wettelijk verplicht om burgerschapsvorming aan te bieden en de Inspectie van het Onderwijs ziet hierop toe. Binnen die kaders hebben scholen ruimte om dit onderwijs op hun eigen manier vorm te geven.
Bij burgerschapsvorming gaat het vooral om de houding en de vaardigheden van leerlingen. De school fungeert hierbij als oefenplaats: leerlingen leren er samenleven, meningsverschillen hanteren en verantwoordelijkheid nemen.
Het burgerschapsonderwijs kent enkele kernopdrachten. Ten eerste het bijbrengen van kennis over de democratie en de kerndoelen 36 tot en met 39. Ten tweede leren leerlingen de achterliggende waarden kennen en respecteren: vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit.
Daarnaast richt burgerschapsvorming zich op het ontwikkelen van sociale vaardigheden en maatschappelijke competenties. Leerlingen leren samen te werken, zich te houden aan spelregels, hun mening te vormen en die van anderen te respecteren, en hun eigen identiteit verder te ontwikkelen.
Tot slot is het belangrijk dat scholen een respectvolle oefenomgeving bieden, waarin leerlingen actief kunnen oefenen met burgerschapswaarden en deze waarden stap voor stap internaliseren.
Laatst geactualiseerd op 16 september 2025
