Oplosmiddelvrij mentoraat: gezonder voor mentor en leerling

Ivo Mijland

trainer en coach bij Ortho Consult

 

  Geplaatst op 26 augustus 2016

Het hectische bestaan van de klassenmentor

  • Er is ruzie in de klas.
  • De moeder van een leerling is depressief.
  • Het broertje van een leerling heeft leukemie.
  • De ouders van een leerling zitten midden in een vechtscheiding.
  • De klas sluit een leerling uit.
  • Een ouder heeft een klacht over een collega.
  • Een collega heeft een klacht over je klas.
  • Een leerling blijft steeds ‘ziek’ thuis.
  • Een aantal leerlingen dreigt te doubleren. 
  • Een leerling is betrapt op diefstal. 

Zo maar een greep uit het hectische bestaan van de klassenmentor.

Er is bij de mens in de ontstaansgeschiedenis een vervelende fout opgetreden, die ons onnodig tijd kost en ons in de ontmoeting met de ander onwaarschijnlijk vaak in de problemen brengt.

We zijn geneigd om bij problemen bij de ander naar ‘oplosmiddelen’ te grijpen. We willen zo snel mogelijk het probleem van de ander wegnemen, terwijl de ander daar vaak nog helemaal niet aan toe is.

Maar oplosmiddelen hebben nare bijwerkingen: ze kunnen irritatie opwekken, misselijkheid veroorzaken en zelfs ernstig ziek maken (bron: Wikipedia).

We willen helpen

Desondanks grijpen we zonder schaamte en vol positieve intenties naar onze oplosmiddelen. We willen betekenisvol zijn voor de ander. We willen helpen. Veel helpen.

Ouders willen hun kinderen helpen, mentoren hun mentorleerlingen en therapeuten hun cliënten.

  • De therapeut neemt daar nog een uur de tijd voor.
  • Een mentor vindt dat hij binnen tien minuten de oplossing moet bieden.
  • Veel ouders geven zichzelf een paar minuten.

Uitgangspunt van deze vorm van handelen: ik begrijp jouw probleem beter dan jij het zelf begrijpt. Jij krijgt mijn levenskennis cadeau, doe er verstandige dingen mee.

"Ik begrijp jouw probleem beter dan jij het zelf begrijpt"

Als we de inleiding vertalen naar de ‘oplosmiddelen’ van de mentor, dan is die mentor geneigd om als volgt te reageren.

  • Jongens, stop met ruzie maken.
  • Van jou vrolijkt je moeder vast wel op.
  • Voor leukemie hebben ze tegenwoordig prima medicijnen.
  • Ga eens praten met je vader, hij bedoelt het vast niet zo slecht.
  • Willen jullie Daan ook mee laten doen, en snel een beetje.
  • Vanaf nu gedragen jullie je bij mijn collega.
  • Mijn collega moet inderdaad normaal gaan doen tegen uw kind.
  • Als je niet ziek bent, moet je naar school komen.
  • Harder werken, dan halen jullie de punten nog wel op.
  • Stelen is verboden.

Waarom oplossen problemen geeft

Vanuit ons verlangen dat het goed gaat met iedereen, willen we problemen zo snel mogelijk oplossen. Helaas vergeten we al te vaak dat onze oplossingen om een aantal redenen onbruikbaar kunnen zijn:

  1. de oplossing is meer het verlangen van de mentor dan van de leerling;
  2. de oplossing werkt wel bij de mentor, maar de leerling heeft een andere oplossing nodig;
  3. het probleem dat je wilt oplossen, is niet het werkelijke probleem;
  4. de oplossing komt veel te snel;
  5. van de oplossing wordt de leerling zieker dan van het probleem.

Door de slechte werking van onze ‘oplosmiddelen’ wordt de taak van elke mentor vaak erg zwaar.

We werken zo hard we kunnen, we geven ons te pletter, maar boeken vaak te weinig resultaat: de klas blijft onrustig, de cijfers blijven laag en de leukemie gaat niet over.

We drukken voortdurend op het gaspedaal, terwijl het lijkt of de leerling de remmen steeds verder inknijpt. Er gaat meer brandstof verloren dan er energie vrijkomt. Het alternatief? Trap zelf op de rem en wees nieuwsgierig!

Ik zie wat jij ook ziet

Ik maakte in mijn praktijk voor contextuele therapie onlangs kennis met een meisje van 14. Op haar gezicht ‘las’ ik een groot litteken. Ik merkte dat het mijn aandacht trok en dat ik mijn best deed om er niet naar te kijken.

Het voelde onrechtvaardig om haar in de eerste ontmoeting aan te staren op iets wat een verhaal moest bevatten. Het lukte half. 

Ik vroeg me af wat ik gedaan zou hebben als ik kind was. Ik schrok van de flits door mijn hoofd. Als kind zou ik mijn nieuwsgierigheid niet kunnen bedwingen en er naar gevraagd hebben.

Ik keek het meisje nog eens aan en zei: ‘Jij weet dat ik zie dat je een litteken hebt. Daarom vind ik het rechtvaardig er naar te vragen. Welk verhaal zit er achter dit litteken?’ 

Het meisje begon te huilen en antwoordde: ‘Normaal vragen alleen kinderen dat. En dat vind ik fijn. Volwassenen staren je alleen maar na en kletsen achter je rug.’

Ik was blij dat ik ‘mijn kind’ had laten spreken. Kinderen zijn uitstekend in het nieuwsgierig zijn en dat is een eerste noodzakelijke stap op weg naar een echte oplossing.

"Nieuwsgierig zijn is de eerste noodzakelijke stap"

Ik zie wat jij ook ziet, maar wat ik zie, ziet er anders uit dan wat jij ziet. Wat jij ziet, wil ik ook leren zien. Je nodigt de leerling uit te vertellen over zijn moeder, zijn ziekte, zijn broertje, de problemen bij je collega en de gepleegde diefstal.

Zonder daar vooraf iets van te vinden, ontmoet je de kijk van de ander. Leer mij zien wat jij nog meer ziet Zodra je je nieuwsgierigheid hebt laten zien, ontstaat er ruimte voor een diepere ontmoeting.

Een mentor die nieuwsgierig kan zijn, vervangt zijn ‘oplosmiddelen’ door ‘losweekmiddelen’. Je bent nieuwsgierig naar wat er ook is, maar wat je nog niet ziet.

  • Is er een reden waarom de leerling gestolen heeft?
  • Zijn zijn punten alleen gezakt omdat hij minder doet voor school?
  • Of is er meer aan de hand? 

Ter illustratie het verhaal van Paul. Zijn cijfers zijn de laatste periode flink gezakt. De mentor van Paul heeft besloten Paul voor een gesprek uit te nodigen, maar niet met de oplossing te komen.

Hij heeft dat in het verleden vaak gedaan, maar merkte steeds dat de leerling alleen maar boos of onverschillig reageerde. De onderstaande tekst is een flink verkorte weergave van het werkelijke gesprek. Om tot de kern te komen, waren er (uiteraard) veel meer interventies nodig.

M: Paul, ik zie je cijfers van de laatste weken. Kun je me vertellen hoe jij dat ziet?
P: Gewoon! (hij haalt zijn schouders op)
M: Wat zie jij als je naar jezelf zou kijken nu?
P: Een sukkel die alles laat mislukken.
M: Het lijkt of je ergens zorgen over hebt. Klopt dat?
P: Mwoah.
M: Mwhoah?
P: Het is allemaal de schuld van mijn vader.
M: Wat is er gebeurd dan?
P: Hij is weer stiekem gaan roken
M: ….
P: Ik weet niet wat ik moet doen. Mijn vader denkt dat niemand het weet, maar ik heb hem al een paar keer achter in de tuin gezien met een sigaret.
M: En je moeder?
P: Die weet van niks. Als ze het zou weten, zou ze woedend worden. Ze heeft er een hekel aan.
M: Wat heb je al voor oplossingen bedacht de laatste weken?
P: Ik wil mijn vader ermee confronteren.
M: Wat is voor jou de belangrijkste reden dat je dat nog niet gedaan hebt?
P: Ik denk dat hij het ontkent.

Last om te praten

Mentoren hebben de neiging om de ‘niet goed functionerende’ Paul aan te spreken op zijn veranderde gedrag met oplosmiddelen als ‘hij moet harder werken’ en ‘hij doet zichzelf te kort doet door school zo te laten verwateren’.

Met die woorden zetten zij Paul klem en verliest hij een stukje van zijn eigenwaarde. Hij ervaart dat het niet goed genoeg is, terwijl het afnemende studeergedrag voortkomt uit de last om te praten over moeilijkere dingen.

Eigenlijk doet Paul zijn uiterste best om conflicten te voorkomen en wij zoeken met onze ‘oplosmiddelen’ het conflict juist op. Dat Paul niet praat over het werkelijke probleem heeft alles te maken met loyaliteit. Paul praat niet, omdat hij bang is zijn ouders verdrietig of boos te maken.

Daardoor gaat het verhaal naar binnen, en ontwikkelt zich ongewenst gedrag. Paul doet zichzelf te kort, omdat hij vermoedt dat zijn ouders verkeerd zullen reageren op wat hij weet. Als je als mentor een goede stap wilt zetten in het gesprek, wees dan vooral grenzeloos nieuwsgierig.

"Als kind zou ik mijn nieuwsgierigheid niet kunnen bedwingen"

Dom kunnen zijn

Op het moment dat je het gedrag van Paul op school niet (meer) begrijpt, wordt het tijd om dom te zijn. Stel op een rustige en verbonden manier vragen zonder in te vullen wat je ziet.

Zeg bijvoorbeeld: ‘Wil je me vertellen wat er gebeurde?’ of ‘Wil je me helpen om te begrijpen hoe het met je gaat?’ Een leerling wordt wijzer, als zijn mentor dom kan zijn.

Dom in de betekenis: ik zie wat ik zie, maar zie niet wat jij ziet. Wil je me daar leren kijken, waar ik blind ben?

Deze aanpak maakt het onzichtbare zichtbaar en zo ontstaat de kans op een werkelijke oplossing. Dat is niet jouw oplossing, want daar kan de ander misselijk van worden, maar is de oplossing van de probleemeigenaar.

Uiteraard blijft het bij de nieuwe informatie die Paul dan blootgeeft, belangrijk om de ‘oplosmiddelen’ niet alsnog aan te wenden. Zeg dus niet: ‘Paul, wat doe je nou moeilijk.

Je moet dat gewoon zeggen tegen je vader. Het is zijn probleem, niet het jouwe!’ Ik wens alle mentoren van Nederland sterkte met oplosmiddelvrije gesprekken.

Ivo Mijland is keynote-spreker op het congres ‘De mentor als jongleur’
(www.congres-content.nl

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Congres
Lesgeven in groep 8
Lesgeven in groep 8
Over onder meer (pre)pubers, groepsdynamica en schooladvies
Medilex Onderwijs 
Een domme mentor
Gezocht: domme mentoren (m/v)
Ivo Mijland
Tips voor mentoren in begeleiding problematiek
De morele plicht van elke mentor
Ivo Mijland
Hakken in het zand
Hakken in het zand. Niet touwtrekken met pubers
Ivo Mijland
Luisteren naar jongeren
Communiceren met jongeren
Ingrid van Essen
Coachen van leerlingen
De coachende leraar is van doorslaggevend belang voor de opbrengsten.
Dolf Janson
Luisteren naar leerlingen
De Leerlingluisteraar is harthorend
Harry van de Pol
Luistergedrag
Integratief luisteren - Heb je het luistergedrag van een coach?
Harry van de Pol
Sociaal emotionele vaardigheden
Sociaal emotionele vaardigheden - uitgebreid overzicht
Machiel Karels
Weerstand in begeleidingsgesprekken
Weerstand in begeleidingsgesprekken? Meeveren!
Ivo Mijland
Sociaal emotionele vaardigheden, basis voor je leven
Sociaal-emotionele vaardigheden: de basis voor je leven leg je op school
Anne-Wil Abrahamse
Ik heb ook wat te vertellen
Ik heb ook wat te vertellen! - Communiceren met pubers en adolescenten
Helèn de Jong
Puberbrein binnenstebuiten
Puberbrein binnenstebuiten
Helèn de Jong
Pubermania
Pubermania - Inspirerend opvoeden
Helèn de Jong
Ouderbetrokkenheid NeXt
Ouderbetrokkenheid NeXt, Handboek voor mentoren in het voortgezet onderwijs
Joost Karels
Nieuwe autoriteit - Haim Omer
Nieuwe autoriteit
Marleen Legemaat
Nieuwe autoriteit - Haim Omer
Nieuwe autoriteit
Marleen Legemaat

Wij-leren.nl Academie

Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Adolescentie in een video van één minuut uitgelegd
Adolescentie in een video van één minuut uitgelegd
redactie
Hoe werken de hersenen bij iemand die verslaafd is?
Hoe werken de hersenen bij iemand die verslaafd is?
redactie
Wanneer ben je verslaafd? En hoe kom je er vanaf? Tjipcast 023
Wanneer ben je verslaafd? En hoe kom je er vanaf? Tjipcast 023
redactie
Fragment uit Tjipcast 027: Wat is verslaving?
Fragment uit Tjipcast 027: Wat is verslaving?
redactie
Puberbrein in een video van één minuut uitgelegd
Puberbrein in een video van één minuut uitgelegd
redactie
[extra-breed-algemeen-kolom2]



adolescentie
belevingswereld
contactpersoon
emotionele intelligentie
empathie
gezag
puberbrein
puberteit

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest