Wat hebben leerlingen uit 3-havo/vwo nodig voor een goed inzicht in de studies en beroepen die aansluiten op een bepaald profiel?

Geplaatst op 27 februari 2020

Samenvatting

Leerlingen die staan voor hun profielkeuze hebben baat bij een breed palet aan informatie en persoonlijke begeleiding. Gesprekken met een decaan, mentor of studieloopbaancoach kunnen leerlingen helpen inzicht te krijgen in hun keuzemotieven, en in hun interesses en capaciteiten. Informatie over vervolgopleidingen, beroepen en de arbeidsmarkt moet concreet en realistisch zijn.

De begeleiding bij profielkeuze is een fase in een langlopend studieloopbaantraject. Dat traject start met het bepalen van het onderwijsniveau in het voortgezet onderwijs, en eindigt bij de overgang naar de arbeidsmarkt. Over de effectiviteit van voorlichtingsactiviteiten voor profielkeuze is weinig bekend. Hetzelfde geldt voor profielkeuzedagen die scholen samen met vervolgopleidingen organiseren. Vanuit een breder perspectief op studiekeuzebegeleiding voor leerlingen in het voortgezet onderwijs is wel iets te zeggen over ‘wat werkt’.

Begeleiding bij het maken van een studiekeuze

Leerlingen zijn zich vaak niet bewust van hun studiekeuzemotieven. Sommige leerlingen gaan vooral uit van hun interesses en aanleg, anderen stellen hun ambities voorop. Een derde groep kiest vanuit hun actuele motivatie. Het is van belang aan die verschillende perspectieven tijdens de fase van de profielkeuze aandacht te besteden. Hetzelfde geldt voor de strategie. Waar sommige leerlingen uitgaan van het eerste idee is het beste, zijn andere geneigd om eerst alle voor- en nadelen zorgvuldig af te wegen. Het een is niet beter dan het ander.

Degene die de leerling begeleidt bij zijn keuzeproces zou in elk geval de autonomieontwikkeling van de leerling moeten ondersteunen. Zo’n begeleider stelt vooral coachende vragen die leiden tot zelfreflectie en aanzetten tot eigen initiatief. Daarnaast toont de begeleider interesse in de mogelijkheden en opvattingen van de leerling die een rol spelen in het keuzeproces. Leerlingen die actiever bezig zijn met het studiekeuzeproces, zijn meestal tevredener over hun keuze.

Voorts dienen begeleiders alert te zijn op de druk die jongeren ervaren vanuit hun omgeving, vooral van ouders. Zij mikken voor hun kind zo hoog mogelijk. Dat kan betekenen dat het kind zijn persoonlijke keuzes en interesses op de achtergrond plaatst. Vooral sturende ouders zijn medebepalend in de studiekeuze van hun kind. Zij letten daarbij ook op de inhoud van het studieprogramma en op de studiekosten. Het kind zelf kijkt meer naar sociale aspecten, zoals vrienden die naar dezelfde opleiding gaan.

Individuele begeleiding is de effectiefste vorm van studieloopbaanbegeleiding. Vooral gesprekken die de leerling inzicht geven in de relatie tussen hun doelen en de stappen die nodig zijn om die doelen te bereiken.

Zelfinzicht en zelfsturing

Om keuzes te leren maken, hebben leerlingen zelfinzicht en zelfsturing nodig. In dat proces werken leerlingen aan een aantal loopbaancompetenties. Het gaat in de eerste plaats om bewustwording van wat zij belangrijk vinden in het leven, en wat nodig is om prettig te kunnen werken. Vervolgens achterhalen leerlingen hun kwaliteiten en talenten voor hun toekomstige loopbaan en beroep. Die kunnen ze afzetten tegen de eisen die werkgevers stellen en een beroep van ze vraagt. Leerlingen moeten in staat zijn om leren en werken te plannen en te sturen. Ze moeten weloverwogen keuzes kunnen maken en de consequenties daarvan overzien.

Ten slotte is het opbouwen en onderhouden van contacten op de arbeidsmarkt van belang. Zowel voor hun loopbaanontwikkeling als voor het kunnen vragen van feedback op het eigen functioneren.

Uitgebreide beantwoording

Opgesteld door: Marianne Boogaard en José van der Hoeven (kennismakelaars Kennisrotonde).

Vraagsteller: decanenkring vo-scholen

Vraag

Welke elementen in een voorlichtingsactiviteit voor leerlingen uit klas 3 havo/vwo zijn nodig om hen inzicht te geven in de studies en beroepen die aansluiten op de keuze voor een bepaald profiel?

Kort antwoord

Over de effectiviteit van voorlichtingsactiviteiten specifiek gericht op de profielkeuze is weinig bekend uit onderzoek, en datzelfde geldt voor profielkeuzedagen die scholen samen met vervolgopleidingen (en/of het beroepenveld) organiseren. Vanuit een breder perspectief op studiekeuzebegeleiding voor leerlingen in het voortgezet onderwijs is wel iets te zeggen over ‘wat werkt.’ De profielkeuzebegeleiding is een fase in een langer lopend studieloopbaantraject, dat start met de keuze voor een onderwijsniveau in het voortgezet onderwijs, en eindigt bij de doorstroom naar de arbeidsmarkt. Leerlingen hebben daarin baat bij een breed palet aan informatie en persoonlijke begeleiding.

Kernpunten daarin zijn:

  • (a) Leerlingen moeten leren kiezen en hebben daarvoor zelfinzicht en zelfsturing nodig. Persoonlijke gesprekken met een decaan, mentor of studieloopbaancoach kunnen hen helpen zich bewust(er) te worden van hun keuzemotieven en van hun interesses en capaciteiten.
  • (b) Leerlingen hebben veel aan zo concreet en realistisch mogelijke informatie over vervolgopleidingen, beroepspraktijk en arbeidsmarktmogelijkheden.
  • (c) Ouders (en vrienden) spelen een rol in het keuzeproces. 

Toelichting antwoord

Leerlingen in havo en vwo staan aan het eind van klas 3 voor hun profielkeuze. Voor beide opleidingen zijn er vier profielen:

  1. Cultuur & Maatschappij;
  2. Economie & Maatschappij;
  3. Natuur & Gezondheid en
  4. Natuur & Techniek.

Het gekozen profiel heeft consequenties voor hun latere studie- en beroepsmogelijkheden aangezien veel opleidingen in hbo en wo eisen stellen aan het gevolgde profiel. Het is dus belangrijk dat het gekozen profiel goed aansluit bij de capaciteiten en interesses van een leerling. Alleen is het voor 15-jarigen lang niet altijd gemakkelijk te bepalen welk profiel bij hen past: die keuze vraagt zelfkennis én kennis over studies en beroepen.

Scholen voor voortgezet onderwijs bieden leerlingen ondersteuning bij hun uiteindelijke keuze voor een vervolgopleiding na het eindexamen. Vrijwel altijd gaat het om een langer lopend traject met verschillende onderdelen, zoals een lessenreeks, een beroepentest, een gesprek met mentor of decaan, profielkeuze-voorlichting en/of een profielkeuzeavond voor ouders. De invulling daarvan is divers en er is eigenlijk nog weinig bekend over effecten op langere termijn in de zin van het voorkomen van studie-uitval of -wisseling (Kennisrotonde, 2017, Florijn, 2006, Verhoeven, 2011).

Kenmerken van goede loopbaan-/studiekeuzebegeleiding

Er is weinig onderzoek gedaan dat specifiek gaat over voorlichting over profielkeuzes of over profielkeuzeprocessen bij 14- en15-jarigen. We vonden er drie.

Vragenlijstonderzoek onder leerlingen in 3-vwo en interviews met hun decanen, leverden Florijn (2006) inzicht op in de onderdelen van de studiekeuzedagen van de Universiteit Twente die wel of niet bevielen, en die wel of niet bijdroegen aan de profielkeuze. Het advies luidt dat de profieloriëntatie opgebouwd zou moeten worden uit drie onderdelen:

  • (a) de gebruikelijke profielvoorlichting op school door mentoren en decanen, maar dan met ondersteuning van studenten die eigen ervaringen kunnen toevoegen over hun opleiding en hun keuzes;
  • (b) workshops die leerlingen handvatten geven voor het maken van keuzes en voor het nadenken over wat zij nu eigenlijk echt leuk en interessant vinden;
  • (c) een brede, praktische voorlichting op de UT via workshops die – uitgesplitst naar in ‘natuurprofielen’ en ‘maatschappijprofielen’ – zicht geven op de vervolgopleidingen en wat je doet als student.

Van Kammen (2011) benadrukt dat decanen én leerlingen zelf zich vaak niet bewust zijn van de studiekeuzemotieven van leerlingen die voor hun profielkeuze staan. In zijn onderzoek, uitgevoerd op een Gronings gymnasium, komen drie clusters van keuzemotieven naar voren die typerend zijn voor groepen leerlingen. Sommige leerlingen gaan vooral uit van hun interesses en aanleg, anderen stellen hun toekomstambities voorop, en een derde groep kiest vanuit het nu (actuele motivatie). Het lijkt van belang ook aan die verschillende perspectieven tijdens de fase van de profielkeuze aandacht te besteden.

Van Leeuwen (2012) onderzocht in haar masterthese in hoeverre leerlingen zich bij hun studiekeuze laten leiden door rationele versus sociaal-emotionele motieven. Zij liet leerlingen informatiebrochures lezen, en ging na welke informatie zij daaruit hadden onthouden. Daaruit kwam naar voren dat de jongere leerlingen (vanaf 1-vwo) zich in sterkere mate laten leiden door sociaal-emotionele factoren (emoties, mening leeftijdgenoten, voordelen bij risicovol gedrag), dan oudere leerlingen.

Van Leeuwen signaleert dat het gemiddeld aantal rationele tekstelementen dat leerlingen onthouden, stijgt per leeftijdsgroep. De trend is dat jongeren naarmate zij ouder worden steeds meer waarde gaan hechten aan de rationele factoren, in vergelijking met de sociaal-emotionele factoren.” (pp. 24-25). Ook arbeidsmarktinformatie (zie Fouarge et al., 2016 en Fouarge 2017) is een voorbeeld van zulke rationele informatie.

Wel is er onderzoek dat gaat over de studie-/loopbaanbegeleiding gedurende de hele schoolloopbaan. Veel daarvan is tevens relevant in de fase van de profielkeuze.

Verschillende overzichtsstudies laten zien dat loopbaan- en studiekeuzebegeleiding over het algemeen positieve effecten heeft (Meijers, Kuijpers & Winters (2010), in Luken, 2011; Ritzen et al., 2016; Fouarge et al., 2016). Fouarge et al. concluderen op basis van een uitgebreide literatuurstudie dat loopbaanbegeleiding bijdraagt aan een soepeler overgang naar de arbeidsmarkt, en dat leerlingen in het voortgezet onderwijs die studiebegeleiding ontvingen minder vaak van mening zijn dat ze liever een andere opleiding hadden willen volgen. Vooral jongeren met laagopgeleide ouders lijken baat te hebben bij studiebegeleiding.

Fouarge, Künn-Nelen en Mommers (2016) rapporteren een uitgebreide literatuurstudie over de rol van arbeidsmarktinformatie in de studiekeuze van leerlingen. Ook in zijn oratie wijst Fouagre (2017) expliciet op het belang van arbeidsmarktinformatie. Er is enig onderzoek beschikbaar dat nagaat in hoeverre jongeren informatie over de arbeidsmarkt (zoals inkomensverwachting bijvoorbeeld) laten meewegen in hun studiekeuze. In een aantal van die studies blijken zij dat wel in zekere mate te doen.

Opvallend daarin is dat de vatbaarheid voor arbeidsmarktinformatie kan verschillen naar sociale herkomst. Jongeren uit lage sociaal-economische milieus zijn over het algemeen gevoeliger voor de gegeven arbeidsmarktinformatie (Hoxby & Truner, 2013). Dat kan ermee te maken hebben dat zij een grotere informatieachterstand hebben, volgens Fouarge, onder verwijzing naar Wiswall en Zafar (2015).

Huizinga en Woudt-Mittendorf (2017) ontwikkelden, samen met decanen en mentoren, richtlijnen voor talentgerichte loopbaangesprekken en onderzochten de kwaliteit daarvan. Zij wijzen op het belang van zelfsturing van jongeren in het proces van loopbaan- en studiekeuze en sloten voor hun aanpak aan bij Kuijpers (2003) die vijf essentiële loopbaancompetenties formuleert die jongeren nodig hebben:

  1. Motievenreflectie (inzicht in de eigen wensen voor de loopbaan, bewustwording van wat zij belangrijk vinden in het leven, en wat voor hen nodig is om prettig te kunnen werken). 
  2. Kwaliteitenreflectie (zich bewust zijn van de eigen kwaliteiten en talenten, en van hoe zij die kunnen inzetten en ontwikkelen in hun toekomstige loopbaan en beroep).
  3. Werkexploratie (inzicht in de eisen die gesteld worden in werk, in mobiliteitsmogelijkheden in de loopbaan en in de eigen werkcompetenties). 
  4. Loopbaansturing (in staat zijn om leren en werken actief te plannen en te sturen, weloverwogen keuzes kunnen maken en de consequenties kunnen overwegen). 
  5. Netwerken (contacten op de arbeidsmarkt gericht op de loopbaanontwikkeling kunnen opbouwen en onderhouden, inclusief feedback op het eigen functioneren kunnen vragen).

Ook Vandenkerckhove et al. (2016), in hun onderzoek naar studiekeuzeprocessen in

Vlaanderen, benadrukken het belang van zelfsturing. Zij beschouwen het studiekeuzeproces als onderdeel van de identiteitsontwikkeling van jongeren en stellen persoonlijke begeleiding volgens een handelingsgerichte diagnostiek centraal. Een belangrijke motivatie daarvoor vinden zij bij Germeijs en Verschueren (2007) die constateren dat de leerlingen die actiever bezig zijn met keuzetaken of -acties, achteraf meestal tevredener zijn over hun keuze zijn. Van degene die de jongere begeleidt bij het studiekeuzeproces vraagt dat een houding die autonomieontwikkeling ondersteunt.

Zo’n begeleider stelt met name coachende vragen die leiden tot zelfreflectie en die aanzetten tot eigen initiatief. Daarnaast toont de begeleider interesse in de perspectieven en opvattingen van de leerling die een rol spelen in het keuzeproces: waar sommige leerlingen ervan uitgaan dat je altijd het best je eerste idee kunt volgen, zijn andere geneigd om eerste alle voor- en nadelen zorgvuldig af te wegen. Het een is niet per se beter dan het ander, maar het is waardevol als begeleider en leerling zich van zulke keuzevoorkeuren bewust zijn. Leerlingen moeten een stevig intern kompas kunnen ontwikkelen, en leren om keuzes te maken. 

Deze bevindingen sluiten aan bij de metastudie van Hughes en Karp (2004, geciteerd in Luken, 2011) die eveneens laten zien dat individuele counseling de meest effectieve vorm van studieloopbaanbegeleiding is. Zij noemen daarbij vooral die gesprekken die de leerling inzicht geven in de relatie tussen hun eigen doelen en de stappen die nodig zijn om die doelen te bereiken.

Zowel Fouarge et al. (2016) als Vandenkerckhove et al. (2016) benadrukken dat de rol van ouders en anderen niet onderschat mag worden. Het is belangrijk dat begeleiders alert zijn op de druk die jongeren ervaren vanuit hun omgeving, met name van ouders. Vaak is de goedbedoelde boodschap dat zij zo hoog mogelijk moeten mikken. Dat kan betekenen dat jongeren hun persoonlijke keuzes en interesses op de achtergrond plaatsen, en ‘weinig authentieke’ of ‘halfslachtige keuzes’ maken.

Fouarge et al. (2016) vonden ook in de empirie een samenhang tussen de studiekeuze en ouders en vrienden. Vooral de ouders die meer sturend zijn, zijn medebepalend in de studiekeuze van kinderen. Zij letten daarbij ook op de inhoud van het studieprogramma en op de studiekosten. Jongeren zelf kijken vooral naar de meer sociale aspecten, zoals vrienden die naar dezelfde opleiding gaan. Het betekent dat er in de studiekeuzevoorlichting aandacht zou moeten zijn voor een ‘gedifferentieerde bewustwordingsaanpak’ voor ouders en jongeren.

Meijers, Kuijpers & Winters (2010, in Luken, 2011) benadrukken dat concrete ervaringen met werk belangrijk zijn naast interventies die jongeren zelfvertrouwen geven of die hen helpen meer verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leven en een proactieve persoonlijkheid te ontwikkelen. ‘Vooral het loopbaangesprek blijkt van groot belang: zonder een dergelijk gesprek hebben methoden en instrumenten weinig tot geen effect op de ontwikkeling van loopbaancompetenties en een arbeidsidentiteit.’ (pp 144-145).

Samenvatting

De gevonden studies geven geen rechtstreeks antwoord op de vraag, noch zicht op de effectiviteit, maar bieden wel onderbouwing voor een aantal kernelementen voor de profielkeuze. Voor leerlingen die staan voor hun profielkeuze is het belangrijk dat zij:

  • leren om keuzes te maken;
  • zich bewust(er) worden van hun keuzemotieven en –stijl;
  • een scherper beeld krijgen van hun eigen interesses en capaciteiten;
  • concrete en realistische informatie krijgen over de vervolgopleiding en over de latere beroepspraktijk en – voor zover mogelijk – over de arbeidsmarktperspectieven;
  • persoonlijke gesprekken kunnen hebben met een studieloopbaanbegeleider die zelfsturing stimuleert;
  • ouders (en vrienden) hebben met wie zij hun keuzeproces kunnen bespreken zonder dat de eigen waardeoriëntatie van de ouders daarin te sturend wordt;
  • inzicht hebben in de consequenties van hun (profiel)keuze (zonder dat dat betekent dat zij dan maar liever alle opties openhouden).

Geraadpleegde bronnen 

  • Borghans, L., Coenen, J., Golsteyn, B., Huijgen, T. & Sieben, I. (2008). Voorlichting en begeleiding bij de studie- en beroepskeuze en de rol van arbeidsmarktinformatie. Maastricht: ROA.
  • Florijn, M.E. (2006). Evaluatierapport Keuzedagen – april 2006. Enschede: Universiteit van Twente.
  • Fouarge, D., Künn-Nelen, A. & Mommers, A. (2016). Studiekeuze en arbeidsmarkt: literatuurstudie. Maastricht: Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). https://cris.maastrichtuniversity.nl/portal/files/5352170/ROA_R_2016_3.pdf (verkregen 27 februari 2019)
  • Fouarge, D. (2017). Veranderingen in werk en vaardigheden. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Dynamics of Skills Allocation aan de School of Business and Economics, Maastricht University. Maastricht, 29 juni 2017. https://cris.maastrichtuniversity.nl/portal/files/14854384/oratie_Fouarge.pdf (verkregen 27 februari 2019)
  • Germeijs, V. & Verschueren, K. (2007). De keuze van een studie in het hoger onderwijs: Het beslissingsproces, risicofactoren, en de samenhang met de uitvoering van de keuze. Caleidoscoop, 19(.. ), 2-9.
  • Hughes, K.L. & Karp, M.M. (2004). School-Based Career Development: A Synthesis of the Literature. Paper. New York: Institute on Education and the Economy Teachers College, Columbia University.
  • Huizinga, T. en Woudt-Mittendorf, K. (2017), Talentgerichte loopbaangesprekken. Onderzoeksrapport kwalitatieve analyse. Tech your future. Enschede: Centre of Expertise TechniekOnderwijs. https://www.techyourfuture.nl/files/downloads/Onderzoeksverslagen/Rapport_Kwalitatieve_ana lyse_TYF_definitief.pdf (verkregen 27 februari 2019)
  • Kennisrotonde, 2017 (KR 152) Hoe krijgt loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) vorm en wat is het effect van LOB op loopbanen van vo-leerlingen? https://www.nro.nl/wpcontent/uploads/2017/05/152-Antwoord-Effecten-LOB.pdf
  • Kuijpers, M. (2003). Loopbaanontwikkeling. Academisch proefschrift. Enschede: Twente University Press
  • Kammen, J. van (2011). Kiezen is een kunst. Hoe begeleid je talentvolle leerlingen bij hun profielkeuze? In: Boogaard, M. en Ledoux, G. (red.) WLG op Expeditie. Samenwerking tussen docenten en onderzoekers in onderwijsinnovatie. Amsterdam: Kohnstamm Instituut (pp 75-82)
  • Leeuwen, L. van (2012). Gevoel of verstand? De rol van rationele en sociaal-emotionele factoren bij het maken van de studiekeuze. Scriptie Onderwijskunde, Universiteit Leiden. https://openaccess.leidenuniv.nl/bitstream/handle/1887/19112/Scriptie%20V8.pdf?sequence=1 (verkregen op 27 februari 2019)
  • Luken, T. (2011). Loopbaanbegeleiding: wat leert onderzoek ons voor beleid en praktijk? In: Handboek Effectief Opleiden 55 / 91  september 2011.
  • Meijers, F., Kuijpers, M. & Winters, A. (2010). Leren kiezen / kiezen leren: Een literatuurstudie. Utrecht/Den Bosch: Expertisecentrum Beroepsonderwijs.
  • Ritzen, H., Olde Daalhuis, M., Rikkerink, M. en Kienhuis, M. (2016). Loopbaanoriëntatie en begeleiding ter bevordering van talentontwikkeling en technologie in het beroepsonderwijs. Enschede: Lectoraat ‘Onderwijsarrangementen in maatschappelijke context’ Kenniscentrum Onderwijsinnovatie, Saxion University of Applied Sciences, TechYourFuture https://www.researchgate.net/profile/Henk-Ritzen2/publication/297731545-Loopbaanorientatie-en-begeleiding-ter-bevordering-van-talentontwikkeling-en-technologie-in-het-beroepsonderwijs/links/56e18bed08ae4bb9771baa8f.pdf (verkregen op 27 februari 2019).
  • Vandenkerckhove, B., Soenens, B., Vansteenkiste, M., Craeynest, M., Deeren, B., Depotter I. en David, J. (2016). Het noorden kwijt? Het intern kompas als houvast bij het studiekeuzeproces. Caleidoscoop 28(4), 26-34. https://biblio.ugent.be/publication/8555374/file/8555376 (verkregen 27 februari 2019)

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Lespakket
Veilig van A naar B met Streetwise Digitaal
Veilig van A naar B met Streetwise Digitaal
Probeer de nieuwe digitale leerlijn van de ANWB schooljaar 2023-2024 gratis uit. Meld je nu aan!
ANWB 
Cursus & Materiaal
Kennis & vaardigheden m.b.t. de meldcode
Kennis & vaardigheden m.b.t. de meldcode
Wil jij als leerkracht het verschil maken bij kinderen die thuis onveilig opgroeien? Kijk hoe Augeo daarbij helpt.
Augeo 
Scholing
Onderwijsvormen
Onderwijsvormen
De vele smaken in het onderwijs, op welke richt jij je pijlen?
oo.nl 
Lessenserie
Start met online lessen 'Weet wat je eet?'
Start met online lessen 'Weet wat je eet?'
Ga aan de slag met hét gratis online lespakket over gezond, veilig en duurzaam eten voor vo en mbo.
Voedingscentrum 
E-learning module
Wat is ouderbetrokkenheid?
Wat is ouderbetrokkenheid?
Gratis online module over ouderbetrokkenheid in het VO
Wij-leren.nl Academie 
Kennis & vaardigheden m.b.t. de meldcodePassend mbo onderwijs
Passend onderwijs in het mbo maakt meer los dan gedacht
Annemieke Top
Talentenscan motiveert
Hoe een talentenscan leerlingen intrinsiek motiveert
Nadine van der Hart
Talenten herkennen en ontwikkelen
Talenten herkennen en ontwikkelen: een hele uitdaging!
Nadine van der Hart
Veeleisende ouders
Veeleisende ouders
Peter de Vries
Loopbaanoriëntatie
De rol van ouders bij keuze- en loopbaanbegeleiding
Annemieke Top
Samen sterk
Samen sterk - Ouderbetrokkenheid en schoolsucces
Arja Kerpel
Schoolmania
Schoolmania - Gids voor ouders en kinderen die naar het VO gaan
Helèn de Jong


Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Ouderbetrokkenheid in een video van één minuut uitgelegd
Ouderbetrokkenheid in een video van één minuut uitgelegd
redactie
Gezinsproblematiek en gedragsontwikkeling
Gezinsproblematiek: wat doet dit met een kind?
Niveauverschillen havo en vwo leerlingen
Waarin verschillen havo- en vwo-leerlingen van elkaar?
Effecten van aanpakken voor een soepele overgang naar po
Vier jaar! Hoe stimuleer je een soepele overgang naar de basisschool?
leren van leerlingen basis-kader-beroepsgerichte leerweg
Leren leerlingen van het vmbo anders?
Interventies ter bevordering van sociale vaardigheden en ef volwassenen
Wat is helpend ter bevordering van sociale vaardigheden en executieve functies van volwassenen?
Factoren die belemmeren of stimuleren tot buitenlandervaring
Wat brengt mbo-studenten tot de keuze voor een buitenlandervaring?
Persoonlijke competenties entreestudent opleiding mbo2
Wanneer ben je een goede entreestudent voor mbo-niveau 2?
Methoden interventies communicatie beroepspraktijk mbo
Hoe stimuleer je goede communicatievaardigheden in de mbo-beroepspraktijk?
Ouderkamer bijdrage positieve ontwikkeling kind?
Heeft een ouderkamer een positieve invloed op kind en ouders?
Driehoeksgesprek tussen leerkracht, leerling en ouders
Een driehoeksgesprek: hoe bevorder je actieve deelname van ouders?
Evaluatie wet Doelmatige Leerwegen herziening kwalificatiestructuur
Evaluatie wet ‘Doelmatige Leerwegen’ en de herziening van de kwalificatiestructuur
Professionele leergemeenschappen
Professionele leergemeenschappen in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs: Effecten van wederzijdse afhankelijkheid o...
Communicatie thuis
Differentiatie in ouderbetrokkenheid: het belang van thuis communiceren
Ouderbetrokkenheid VVE
Differentiatie in ouderbetrokkenheid in de voor- en vroegschoolse educatie
Studiekeuze vmbo
De rol van ouders bij studiekeuze en beroepskeuze in (v)mbo
[extra-breed-algemeen-kolom2]



beroepsonderwijs
ouderbetrokkenheid

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest