Nieuwe visies op e-learning

Wilfred Rubens

adviseur ICT en leren bij te-learning

  

  Geplaatst op 1 juni 2016

Sinds een aantal jaren zijn opvattingen over hoe leren met behulp van ICT vorm kan krijgen, veranderd.

Test: Het begrip ‘social learning’ heeft een nauwe relatie met e-learning 2.0.

In dit artikel licht ik drie opvattingen hierover nader toe.

 

1. E-learning 2.0 en social learning

In 2005 introduceerde Stephen Downes de term ‘e-learning 2.0’. Downes doelde daarbij op vormen van e-learning waarbij de lerende veel meer in control is. Sociale media zijn dan de applicaties die deze manier van leren mogelijk maken. Het is echter vooral de onderliggende cultuur van sociale media die e-learning beïnvloedt. Kenmerken van deze cultuur zijn:

  • Individuele productie en User Generated Content.
  • De kracht van de menigte of de collectiviteit gebruiken.
  • Gebruik maken van massa’s data.
  • Architectuur van participatie.
  • Effecten van netwerken.
  • Openheid.

Volgens Schlenker (2008) moet aan vier sleutelfactoren zijn voldaan om e-learning 2.0 met succes in te voeren.

  1. De organisatie beschikt over social software, die zelfgestuurd leren ondersteunt en faciliteert.
  2. Gebruikers hebben de vrijheid om te publiceren (Rip, Mix, Feed).
  3. Organisaties stellen content beschikbaar via ‘the five’-ables’ (searchable, editable, linkable, feedable, taggable). Leden van een organisatie kunnen dus gebruik maken van open systemen. Binnen veel organisaties, schrijft Schlenker, is daar nog volstrekt geen sprake van. Daarom is ook de vierde factor essentieel...
  4. De organisatiecultuur verandert. Mensen maken deel uit van sociale netwerken: ‘Within the social network, you are content. You are searchable, editable, linkable, feedable, and taggable.’

Het begrip ‘social learning’ heeft een nauwe relatie met e-learning 2.0. Social learning wordt dikwijls geassocieerd met samenwerkend leren met behulp van sociale media.

Social learning is echter meer dan samenwerkend leren met behulp van sociale media. Bij deze manier van leren is volgens onder andere Jane Hart (2011) sprake van een verschuiving van een ‘Command and Control’-benadering naar een benadering van aanmoedigen en motiveren.

Lerenden nemen dus zelfverantwoordelijkheid voor het eigen leren, terwijl leidinggevenden dat ook faciliteren. Leidinggevenden durven los te laten en zijn niet gericht op het beheersen (bijvoorbeeld van de tijd die medewerkers besteden aan leren en ontwikkelen). Werknemers organiseren leren zelf of benutten de faciliteiten die hun organisaties en netwerken hun bieden.

Sumeet Moghe (2011) meent dat social learning vier kenmerken heeft:

  1. Democratisch. Individuen bepalen zelf wat zij willen leren en hoe zij onderling willen samenwerken. Er is geen sprake van een hiërarchie (maar van een wirearchy).
  2. Autonoom. Niet beheerst door een facilitator. Dat betekent dat een begeleider niet verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van de interactie.
  3. Ingebed. Leren is geen separate activiteit, maar maakt deel uit van de context van het werk (bij corporate learning).
  4. Ontwikkelend. Er is geen sprake van een voorgedefinieerde structuur. De structuur ontwikkelt zich op basis van natuurlijk verlopende – intensieve – interacties.

 

2. Blended learning 2.0

Blended learning kan worden gedefinieerd als de mix van leerinterventies, zoals online leren en traditioneel klassikaal leren, maar ook van asynchroon online met synchroon online leren. Na de eerste, negatieve ervaringen met volledig online leren werd zo’n twaalf jaar geleden voor het eerst gepleit voor een mix van online en face-to-face-leren. Inmiddels heeft blended learning ook een gedaanteverandering ondergaan. Vandaar de ‘2.0’ achter blended learning.

In de eerste plaats is synchroon online leren als gevolg van technologische ontwikkelingen veel toegankelijker geworden. Rond 2000 was het ook al mogelijk om online seminars te verzorgen. Desalniettemin kampten we toen nog met relatief veel technische belemmeringen, zoals een complexe technologie en beperkte bandbreedte. Hoewel bijvoorbeeld veel onderwijsinstellingen en zorginstellingen nog steeds technische knelpunten ervaren om synchroon online leren op grote schaal in te zetten, kunnen lerenden privé over het algemeen wel zonder problemen deelnemen aan synchrone internetsessies. Je bent daardoor veel beter in staat om synchroon online leren te combineren met asynchroon online leren.

Op de tweede plaats wordt het belang van meer zelfgestuurde vormen van leren steeds vaker erkend (zelfgeorganiseerd leren, netwerkleren). Leertrajecten bestaan steeds vaker uit een mix van zelfgestuurd en gestuurd leren met behulp van technologie, bijvoorbeeld doordat communities deel uit maken van cursussen.

Dit betekent dat blended learning anno 2013 verschillende vormen kan hebben:

  1. Een mix tussen online en face-to-face leren.
  2. Een mix tussen synchroon en asynchroon leren (waarmee al een aantal tekortkomingen van asynchroon leren ondervangen kunnen worden, zoals het gemotiveerd houden van lerenden).
  3. Een mix tussen zelfgestuurd en gestuurd leren.
  4. Een mix van deze combinaties.

Het Sloan Consortium (Allen & Seaman, 2008) stelt daarbij dat het aandeel online leren binnen leerarrangementen kan variëren:

  • 0%: Traditioneel (geen gebruik internettechnologie).
  • 1-29%: Internet-gefaciliteerd (een face-to-face-cursus wordt online ondersteund, bijvoorbeeld met een elektronische leeromgeving).
  • 30-79%: Blended/Hybride (een substantieel deel van de cursus wordt online gegeven ten koste van face-to-face-bijeenkomsten).
  • 80+%: Online (de cursusinhoud wordt praktisch volledig online geleverd; er zijn geen ‘fysieke’ bijeenkomsten).

Volgens Heather Staker en Michael Horn (Staker & Horn, 2012) is sprake van blended learning als de lerende ook minstens enige controle heeft over tijd, plaats, leerpad en/of tempo. Uiteraard moet leren ook deels online plaatsvinden. Zij onderscheiden vier modellen voor blended learning:

  1. Rotatie: binnen een bepaalde cursus of onderwerp wisselen lerenden op basis van een vast schema of aangestuurd door een docent tussen leeractiviteiten, waarvan er minstens één online wordt uitgevoerd.
  2. Flex: inhoud en instructie worden voornamelijk online verzorgd, lerenden wisselen via een geïndividualiseerd en flexibel schema tussen leeractiviteiten, terwijl de docent fysiek aanwezig is voor ondersteuning. Blended learning wordt dus op school toegepast.
  3. Self-mix: lerenden volgen één of meer cursussen volledig online, in aanvulling op hun traditionele cursussen. De docent is fysiek aanwezig bij traditionele cursussen en online bij online cursussen.
  4. Verrijkt virtueel: de volledige onderwijservaring bestaat uit afwisseling van online en faceto-face-leren. De leer- en onderwijstijd van elke cursus, van elk vak of project, bestaat uit een afwisseling van online en offline instructie en begeleiding.

Deze indeling is samengesteld voor het Amerikaanse K12-onderwijs. Bij andere vormen van onderwijs en opleiden zie je dit onderscheid ook terug. Het is wel zo dat de mate waarin technologie wordt gebruikt, binnen deze modellen kan variëren. Ik wil daarom een combinatie maken van deze modellen en de twee varianten van het Sloan Consortium, die in feite betrekking hebben op blended learning:

  Internet-gefaciliteerd  Hybride
Rotatie    
Flex    
Self-mix    
Verrijkt virtueel     


Aan de hand van bovenstaande tabel kun je zelf acht varianten van blended learning beschrijven, waarbij de manier waarop internettechnologie wordt gebruikt verschilt, net als de mate waarin internettechnologie wordt ingezet.

Jane Hart (2009) illustreert ten slotte dat blended learning een verschillend karakter kan hebben door sociale media voor leren te gebruiken. Op basis daarvan onderscheidt zij vijf ‘typen’ leren:

  • IOL – Intra-Organisational Learning: de manier waarop organisaties sociale media inzetten om medewerkers bij de tijd te houden en hen te betrekken bij belangrijke (strategische) initiatieven.
  • FSL – Formal Structured Learning: het gebruik van sociale media binnen opleidingen, cursussen en trainingen.
  • GDL – Group Directed Learning: het gebruik van sociale media door teams en groepen, of binnen projecten.
  • PDL – Personal Directed Learning: het gebruik van sociale media door individuen, ten behoeve van hun persoonlijke en professionele ontwikkeling.
  • ASL – Accidental & Serendipitous Learning: individuen gebruiken sociale media en leren ‘toevallig’. Zij hebben bijvoorbeeld vooraf niet de intentie om te leren, maar realiseren zich pas achteraf iets geleerd te hebben.

Als ontwikkelaar van leerarrangementen kun je dan ook, veel beter dan tien jaar geleden, gebruik maken van de sterke kanten van diverse vormen van leren en leertechnologieën. Er kunnen dus tal van nieuwe vormen van leerarrangementen ontstaan; seamless learning wordt gefaciliteerd, waarbij verschillende manieren van leren op elkaar aansluiten en in elkaar over gaan (zie mijn blogpost Altijd en overal toegang tot de leer- en samenwerkingsomgeving (#inno13)).

 

3. Agile en rapid e-learning

De term ‘agile’ (behendig, lenig) wordt vaak gebruikt in relatie tot software-ontwikkeling. In relatie tot e-learning wordt deze term ook gebezigd. Daarbij wordt wel eens het verband gelegd met rapid e-learning: het snel ontwikkelen en in korte tijd kunnen gebruiken en doorlopen van online leerstof.
Rapid e-learing is een reactie op de kritiek van een jaar of tien geleden dat het ontwikkelen van e-learning veel geld en tijd zou kosten. Ook zou rapid e-learning tegemoet moeten komen aan de behoefte om just in time en just enough te leren. Daarbij wordt gebruik gemaakt van specifieke applicaties voor contentontwikkeling en van intelligente templates. Bij rapid e-learning zou je ook in staat moeten zijn om content snel aan te passen en te hergebruiken.


Kledingketen Marks & Spencer past rapid e-learning bijvoorbeeld toe. Zij hebben modules laten ontwikkelen op het gebied van gezondheid en veiligheid. De modules zijn via Moodle ontsloten (zie mijn blogpost Rapid e-learning nader bekeken).
Rapid e-learning is een illustratie van een pragmatische benadering van e-learning. Geen dure, langlopende selectie- en ontwikkeltrajecten. Geen allesomvattende cursussen. Maar snel en doelgericht aan de slag. Je kunt daarmee zeker tegemoet komen aan bepaalde leerbehoeften, maar niet aan alle leerbehoeften. Denk aan het omgaan met complexe vraagstukken waarbij je moet samenwerken met anderen. Er zit ook een bepaalde visie op leren achter die eerder uitgaat van de lerende als consument, in plaats van de lerende als prosumer. Het onderscheid met informatieverstrekking is niet altijd even duidelijk.
Als je de kenmerken van en principes van agile software-ontwikkeling vrij interpreteert in relatie tot e-learning, dan leidt dat volgens mij tot het volgende overzicht:

Kenmerken

  • Leren van personen en interacties is dominant, in plaats van content en leermanagementsystemen.
  • Eenvoudige applicaties.
  • Leren waarbij sprake is van co-creatie.
  • Leren waarbij leerdoelen, leerinhouden en leeractiviteiten gedurende het leerproces vorm krijgen.

Principes

  • Tijdens het leerproces kan permanent worden ingespeeld op veranderende leervragen.
  • De gebruikte applicaties functioneren goed en worden regelmatig vernieuwd.
  • Opleiders werken nauw samen met lerenden, ook bij de creatie van leermaterialen. 
  • Lerenden en opleiders zijn gemotiveerd en komen afspraken na.
  • Als sprake is van communicatie, dan vindt deze bij voorkeur synchroon plaats (via online video bijvoorbeeld).
  • Leerresultaten worden snel zichtbaar en toepasbaar in de praktijk van de lerende.
  • Leren wordt beschouwd als een proces en niet als een gebeurtenis.
  • Lerenden en opleiders stellen hoge eisen aan de kwaliteit van het leerproces.
  • Lerenden en opleiders kiezen een duidelijke focus binnen het leerproces.
  • Lerenden organiseren zichzelf.
  • Lerenden en opleiders passen het leerproces en zichzelf aan de omstandigheden aan.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Gratis webinar
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!
Bekende experts delen hun kennis
Wij-leren.online Academie 
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!Blended learning
Grenzen verleggen met blended learning
Sylvia Peters
Open education- open leeromgeving
Open education: wat is dat en wat zijn de voordelen?
Wilfred Rubens
Mythe van leerstijlen
Drie onderwijskundige mythes ontmaskerd
Wilfred Rubens
Effectiever onderwijs
Hoe gerichte inzet van ICT leidt tot effectiever onderwijs
Jos Cöp
Studenten aanwezigheid leerervaringen
Willen studenten niet meer naar school of universiteit komen?
Wilfred Rubens
E-learning trends en ontwikkelingen
E-learning. Trends en ontwikkelingen
Wilfred Rubens
Digitale dementie
Digitale dementie - Manfred Spitzer
Machiel Karels

Wij-leren.nl Academie

Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Is het tijd voor een digitale revolutie in het beroepsonderwijs?
Is het tijd voor een digitale revolutie in het beroepsonderwijs?
redactie
[extra-breed-algemeen-kolom2]



adaptieve leertechnologie
adaptieve toets
blended learning
digitaal toetsen
e-learning
learning analytics

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest