Intelligentieontwikkeling is 'al denkende' leren
Theo de Keulenaar
Voorzitter bij Studiegroep VDKV
Geraadpleegd op 04-10-2024,
van https://wij-leren.nl/wat-betekent-dat-we-al-denkende-leren.php
“Ontwikkelingen in de neurologie en in ons begrip van de invloed van onze omgeving op onze ontwikkeling maken het nu mogelijk om op een meer gefundeerde manier te kijken naar intelligentie en intelligentieontwikkeling. Dit heeft verstrekkende gevolgen voor ons onderwijs.” In dit artikel gaan we in op de vraag “Wat betekent dat we ‘al denkende’ leren?”
Al ons denken is doortrokken van emoties en gevoelens
Vanuit ons aanpassingsvermogen en onze ontwikkeling over de tijd gezien is intelligentie het denkkrachtvermogen dat ons in staat stelt om als soort te overleven. Dit vermogen verbindt ons als soortgenoten met elkaar. Als soort zijn we geen verzameling individuen, maar mensen die elkaar nodig hebben om te (over)leven. We hebben zo gezien geen andere intelligentie dan deze ‘sociale’ intelligentie; een intelligentie die om te overleven is aangewezen op interactie met de (leef- en leer)omgeving en daarvoor ook is ingericht. Neurologisch is dat aangetoond. De subvermogens ‘empathie’ en ‘patroonherkenning’ zorgen ervoor dat we de wereld om ons heen kunnen invoelen en begrijpen, en we ‘al denkende’ onze positie daarin kunnen bepalen.
Bewust voeden van onze intuïtie is cruciaal voor onze intelligentieontwikkeling
Dit ‘al denkende’ is slechts deels bewust. Het meeste is intuïtief, of zoals velen zeggen onbewust. We kunnen onze intuïtie echter wel bewust voeden en dat is cruciaal voor het ontwikkelen van onze intelligentie. Al ons denken is doortrokken van emoties en gevoelens die uiteindelijk onze rationele overwegingen, redeneringen, oordelen, beslissingen en gedrag bepalen. In het onderwijs, maar ook in de onderwijswetenschappen, zijn we ons daarvan tot op heden niet of nauwelijks bewust. Dat kon ook nauwelijks omdat de neurologische inzichten die we vandaag de dag hebben, nog onbekend waren. Vaak blijven we dan voortborduren op overtuigingen, opvattingen en theorieën, die deels achterhaald zijn.
We hebben bijvoorbeeld ‘geleerd’ dat intelligentie gelijk staat met ‘rationeel’ denken en dat intelligentie betekent dat we denken in logische verbanden, we rationeel onze beslissingen nemen, en zo ook onze problemen oplossen. Hoe beter we daarin zijn hoe hoger onze intelligentie, dat is de algemene gedachte. Ook veel gebruikte definities van intelligentie koppelen ‘denken’ aan rationeel denken en aan logische denkprocessen. Die koppeling is begrijpelijk, maar steunt niet op empirisch bewijs. Integendeel.
De algemene gedachte dat intelligentie gelijk staat aan ‘rationeel’ denken klopt niet
Onze intelligentie is naar zijn aard (gericht op overleven) helemaal niet ingesteld op logisch rationeel denken. Dat moeten we (aan)leren! En zelfs als we het aangeleerd hebben, dan nog blijkt dat we bij het oplossen van problemen en het nemen van beslissingen niet primair logisch denken. We denken niet op basis van de naakte feiten. Het zijn de met emoties en gevoelens geladen gedachten, die primair onze oordelen en beslissingen beïnvloeden. We kunnen niet anders denken dan denken met ons invoelingsvermogen (empathie en patroonherkenning). Maar we kunnen wel zo goed mogelijk logisch rationeel ‘leren’ nadenken, zoals we ook creatief of praktisch kunnen ‘leren’ nadenken met andere strategieën van abstract denken. We lichten dat hier in aanvulling op onze studie toe aan de hand van het werk van twee auteurs: Daniel Goleman en Daniel Kahneman.
Daniel Goleman “Emotionele intelligentie”
Daniel Goleman heeft een buitengewoon interessant boek geschreven onder de veelzeggende titel: ‘Emotionele intelligentie; Emoties als sleutel tot succes’. “Onze emoties (zegt hij) dienen als leidraad wanneer we oog in oog staan met problemen en taken.” Goleman: “Als het er op aankomt beslissingen te nemen en daden te stellen, telt het voelen minstens even zwaar als het denken.” Hij had hier vanuit ons gezichtspunt in plaats van ‘het denken’ beter kunnen zetten: ‘het rationele denken’, want ‘denken’ en ‘rationeel denken’ vallen bij hem samen. Goleman maakt onderscheid tussen twee geesten: de rationele geest en de emotionele geest. “De rationele geest, de wijze van begrijpen, gekenmerkt doordat we ons dat gewaar zijn, aanwezig in bewustzijn, nadenken, in staat tot overdenken en overwegen. En daarnaast de emotionele geest met snel respons, met eerst gevoelens en dan pas gedachten.”
Goleman: “Tot op de dag van vandaag verzorgen deze limbische structuren binnen de hersenen het grootste deel van het leren en onthouden.”
Dit onderscheid tussen twee geesten is een analytisch onderscheid die in de neuronale werkelijkheid niet bestaat. Daar is het één geest, één denkkracht, één intelligentie. En dat is een empathische, een op emoties gebaseerde, gevoelige, interactieve, ‘sociale’ intelligentie. Goleman erkent dat ook. Hij zegt: “Deze twee geesten, de emotionele en de rationele, werken meestal nauw samen, verstrengelen, en er bestaat een verfijnde coördinatie.”
Hij ziet ook het cruciale belang van het limbische systeem met de amygdala en de hypocampus als de belangrijkste organismen voor ons denken. Goleman: “Tot op de dag van vandaag verzorgen deze limbische structuren binnen de hersenen het grootste deel van het leren en onthouden.” “De belangrijkste inbreng van de hippocampus is een scherp geheugen voor context, wat van vitaal belang is voor emotionele betekenis. De hippocampus onthoudt de droge feiten, de amygdala de emotionele kleur die met die feiten samengaat.” Dit zijn belangrijke punten. Feiten, context, en de emoties die worden opgeroepen, zijn bepalend voor ons denken, voor de betekenis van wat we zien en voor onze reacties daarop. ‘Emotie’ komt van movere, dat bewegen betekent en heeft in zich de tendens tot handelen. De limbische structuren met de organismen hippocampus en amygdala en hun samenspel met de neocortex vormen de kern van wat Goleman ‘emotionele intelligentie’ noemt. Wij noemen dat ‘sociale intelligentie’.
De hippocampus onthoudt de droge feiten, de amygdala de emotionele kleur die met die feiten samengaat.
Wij maken geen onderscheid tussen een rationele geest en een emotionele geest. Er is één geest. Eén sociale geest! Maar bovenal vinden we het ongewenst om over een rationele geest te spreken. We zijn namelijk helemaal niet zo rationeel, zo logisch rationeel ingesteld zoals Goleman suggereert en ook het denken over intelligentie ons wil doen geloven. Dat moeten we leren. Het werk van Daniel Kahneman kan dat duidelijk maken.
Daniel Kahneman “Thinking fast and slow”
“We zijn helemaal niet zo rationeel en logisch denkend als algemeen wordt verondersteld.”
Daniel Kahneman heeft zijn halve leven als (Israëlisch Amerikaans) psycholoog samen met zijn sparring partner Amos Tversky het traditionele rationele beslissingsmodel ter discussie gesteld. Overduidelijk heeft hij en velen die experimenteerden met hun gedachtegoed, kunnen aantonen dat ons denken een intuïtief (empathisch) denken is. En dat we helemaal niet zo rationeel en logisch denken als algemeen wordt verondersteld. Hij moest uiteindelijk zelfs erkennen (p 451) dat het intuïtieve denken “zich niet gemakkelijk laat opvoeden”. Hij moest ook toegeven: “Ik ben alleen vooruitgegaan in mijn vermogen om situaties te herkennen waarin je gemakkelijk fouten kunt maken.” “En ik heb veel meer voortgang geboekt in het herkennen van fouten bij anderen dan bij mezelf.” In het jaar 2002 kreeg hij voor zijn invloedrijke werk de Nobelprijs voor Economie. Zijn vriend en sparringpartner Amos Tversky was toen (in 1996) al overleden, anders had die meegedeeld in de Nobelprijs. Zijn zoektocht naar de waarheid over ons (feilbare) denken heeft hij beschreven in zijn Boek “Thinking, Fast and Slow”, New York, 2011.
Betekenis voor het onderwijs: Leer leerlingen expliciet ‘na te denken’. Leer ze na te denken over de strategieën die ze hebben gebruikt bij het oplossen van problemen, uitvoeren van opdrachten, samenwerken, en leer ze expliciet zoeken naar strategieën (patronen) bij bestuderen van bestaande cases, verhalen, kennis, publicaties, e.d. Leer ze niet alleen feitenkennis aan, maar vooral ook (toekomst gerichte) denkstrategieen.
Boeken 'Naar een nieuwe kijk op intelligentie'
Dit artikel is een vervolg op twee boeken waarin de auteur een stevige wetenschappelijke basis legt voor deze fundamenteel andere kijk. Deze artikelenserie heeft als doel te prikkelen en allen die het onderwijs een warm hart toedragen te steunen in een andere kijk naar hun werk en de resultaten die ze halen. De boeken zijn te downloaden via de volgende link:
- Naar een nieuwe kijk op intelligentie – Deel 1: Cultiveren van intelligenties,
- Zorgplicht van het onderwijs en Deel 2: Van theorie naar praktijk’
Bronnen
- Voor meer informatie verwijzen we naar onze studie ‘Naar een nieuwe kijk op Intelligentie’, Deel I, Secties V, VI, VII en VIII.
- Daniel Goleman (2007): Emotionele intelligentie; Emoties als sleutel tot succes, Amsterdam/Antwerpen. Het behandelt tal van onderwerpen die van belang zijn. Het vertelt over het emotionele brein, over de aard van emotionele intelligentie en over het toepassen ervan, over ouderschap-stijlen, en over ‘handicaps’ in de emotionele ontwikkeling. Een aanrader om te lezen!
- Heel ons brein is daarbij betrokken, zowel ons reptielenbrein (hersenstam), als ons zoogdierenbrein (limbisch systeem) en ons mensenbrein (Ne cortex). Onze zintuigelijke input gaat (na binnenkomst in het hoog in de hersenstam gelegen Reticular Activating System) eerst naar de thalamus (een centraal coördinatie- en verbindingsstation diep in het midden van ons brein aan het einde van de hersenstam en liggend in het limbisch systeem) en meteen ook door naar de amygdala via een supersnelle zenuwbaan. Vanuit de thalamus gaat vervolgens een tweede signaal naar de neocortex waar we de input gewaar worden. Deze signaalverdeling van eerst dit en dan dat, zorgt ervoor dat als het op leven of dood aankomt we al kunnen handelen zonder er eerst over na te denken.
- Dat context en betekenis tegelijkertijd door het brein worden geanalyseerd is onlangs nog aangetoond uit hersenonderzoek met behulp van fMRI en EEG door onderzoekers van het Nijmeegse F.C. Donderscentre for Cognitive Neuroimaging onder leiding van Peter Hagoort. Het betrof een taalonderzoek waarin bleek dat de betekenis van een zin en de waarachtigheid ervan tegelijk door het brein worden geanalyseerd en waarschijnlijk op dezelfde plek. De resultaten mogen daarom niet zomaar worden vertaald naar de echte context waarnaar een geschreven zin verwijst, maar omgekeerd mag wel worden gesteld dat als in de werkelijke wereld context en betekenis samengaan, dit ook wel voor representatieve zinnen in de taalkunde zal gelden. En dat is nu aangetoond. De conclusie gaat in tegen de overtuiging van veel taalkundigen en filosofen dat éérst de betekenis van een zin moet worden vastgesteld en pas daarna of die zin waar is of niet. Dit onderzoek is gepubliceerd in Science 9 april 2014. Zie Spiering Hendrik (2014): Brein verwerkt context en betekenis van een zin tegelijkertijd’’, in NRC 20-03-2014.
- De suggestie wordt gewekt doordat er verschillende breinen worden opgevoerd; het rationele en het emotionele brein. Door van afzonderlijke breinen te spreken wordt het daaraan gekoppelde denken opgevat als een stoffelijk iets. Dat leidt tot wat wel wordt genoemd ‘reificerend denken’, het verstoffelijken van begrippen en concepten. De Groningse hoogleraar en wetenschapsfilosoof Trudy Dehue geeft daarvan prachtige voorbeelden uit de psychiatrie. Kenmerken van gedrag worden dan tot criteria en eigenschappen verheven alsof je die apart in de hersenen zou kunnen aantreffen en je zou kunnen zeggen: “Het brein heeft gesproken.” Dehue: “Zo wordt de suggestie gewekt dat de werkelijkheid spreekt via de mond van de wetenschap.” “Mijn kind heeft een stoornis.” “Een eigenschap een stoornis noemen is een bepaalde framing van die eigenschap. En die kun je helemaal nooit in de hersenen aantreffen. Er hangt geen bordje ‘stoornis’ in de hersenen.” Vgl.: Dehue, Trudy (2014) in: Filosofie Magazine / oktober 2014, p34 – 37
- In Nederland heeft zijn boek sinds 2011 al de tiende druk beleefd onder de titel: “ONS FEILBARE DENKEN, Thinking, fast and slow”. Uitgeverij Business Contact, Amsterdam 2011. In zijn boek sleept hij je mee in de voortgang van zijn denken, en hij laat je ook zelf denken door middel van vragen in talloze voorbeelden, waardoor je ervaart hoe je zelf denkt en hoe feilbaar je denken is, maar ook hoe onontkoombaar empathisch je denken is.
- Wij onderscheiden vanuit de sociaalrelationele moeder van onze denkkracht (Sociale Intelligentie) en naast de logisch rationele denkstrategie (Theoretische Intelligentie) nog twee andere denkstrategieën die in de 21e eeuw nodig zijn: de praktisch procedurele denkstrategie (Praktische Intelligentie) en de productief creatieve denkstrategie (Creatieve Intelligentie). Zie Deel I, Secties VII en VIII.