Voortgezet onderwijs is het onderwijs dat volgt op het basisonderwijs en is bedoeld voor leerlingen van ongeveer twaalf tot achttien jaar. Het bereidt jongeren voor op een vervolgopleiding in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), hoger beroepsonderwijs (hbo) of wetenschappelijk onderwijs (wo). Er zijn verschillende niveaus binnen het voortgezet onderwijs: praktijkonderwijs, vmbo, havo en vwo.
Leerlingen krijgen in het voortgezet onderwijs les in vakken als Nederlands, wiskunde, Engels, geschiedenis, natuurkunde en meer. Daarnaast is er aandacht voor burgerschap, mediawijsheid en loopbaanoriëntatie. Het onderwijs is vakgericht en wordt steeds meer gepersonaliseerd, waarbij ook passend onderwijs een belangrijke rol speelt.
De overgang naar het voortgezet onderwijs begint met een schooladvies in groep 8 en het maken van de doorstroomtoets. Scholen gebruiken deze informatie om leerlingen in te delen op een passend niveau. Tijdens de schoolloopbaan kunnen leerlingen via overstapmogelijkheden doorgroeien naar een hoger niveau of overstappen naar een ander profiel dat beter bij hun talenten past.
In het voortgezet onderwijs wordt veel gebruikgemaakt van didactische werkvormen, toetsen en feedback om het leerproces te monitoren en bij te sturen. Ook worden executieve functies en zelfregulatie steeds belangrijker om leerlingen te begeleiden naar zelfstandigheid.
Laatst geactualiseerd op 31 maart 2025