Sterker in taal door spel
Bertine van den Oever
Onderwijsadviseur en coach bij Wij-leren.nl
Geplaatst op 8 april 2025

Samenvatting
1. De spelontwikkeling van het kind
Tijdens spel is er mondelinge communicatie mogelijk met spelgenoten en het brengt een interactie op gang tussen het gesproken woord en visuele ondersteuning van concreet materiaal. Hierdoor wordt de woordenschat vergroot. De leraar kan bewust invloed uitoefenen op wie er samenspelen zodat de interactie tot rijke taal en diepgaande spelmomenten leidt. Door de betekenisvolle context wordt de interesse gewekt en dit vergroot de intrinsieke motivatie.
Hele jonge kinderen leren meer door te doen, te observatie en imitatie. Spel maakt dit mogelijk. Ook voor kleuters is het veiliger en meer betekenisvol om spelenderwijs iets nieuws te leren. Onderzoek laat zien dat de woordenschat en selectieve aandacht groeien wanneer spel door de pedagogisch professional of leerkracht wordt verrijkt.
Spel heeft niet alleen een positieve invloed op taal, maar ook op de ontluikende gecijferdheid, de executieve functies, de wiskundige vaardigheden, de motorische ontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Kortom spel heeft een positieve invloed op de gehele ontwikkeling van het jonge kind.
In dit hoofdstuk lees je een uitwerking van de spelontwikkeling van baby tot kleuter en de verschillende soorten spel. De voorbeelden en beschrijving zorgen voor een compleet beeld en helpen de lezer op weg om zicht te krijgen op spel.
Het hoofdstuk eindigt met de beschrijving van verschillende begeleidingsrollen bij spel.
Na een korte samenvatting van het hoofdstuk zijn er twee casussen beschreven waarover je in gesprek kan gaan met je collega’s.
2. De taalontwikkeling van het jonge kind
Na het lezen van dit hoofdstuk weet je dat een kind taalvaardig wordt door interactie, kennisopbouw en het taalleermechanisme. Door een responsieve en sensitieve houding creëer je een warme band tussen jou en het kind. Dit is de basis voor een veilige setting om taal en spel te ontwikkelen. Taal is een middel waarmee we een interactie kunnen aangaan met de wereld om ons heen en onze gedachten en emoties kunnen benoemen en ordenen. Met het leren van een taal duiden we op alle taal onderdelen van de taalontwikkeling: fonologie, semantiek, morfologie, syntaxis en pragmatiek. Tijdens gesprekken hebben kinderen een gevarieerd en sterk taalaanbod nodig, waarbij zij voldoende ruimte krijgen om een taal kans te pakken. Met alleen taal aanbod kom je er dus niet. Jonge kinderen leren taal op verschillende manieren, namelijk door speelpraten, doenpraten, denkpraten en steunpraten. Wanneer kinderen voldoende taal kansen nemen heb je een mogelijkheid om hen te voorzien van taal feedback en het uitbreiden van taal en kennis. Om de taalvaardigheid te stimuleren, is het van belang dat je complexe vragen stelt op een hoog denkniveau. Hoe meer kinderen al weten, hoe gemakkelijker Het is om nieuwe kennis te verwerven. Om te kunnen redeneren over de wereld om ons heen, hebben we naast kennis ook voldoende taal nodig. De taal streepje en denkontwikkeling verlopen in samenhang.
3. Eerst de basis
Voordat een kind tot spelen komt, zal hij zich veilig moeten voelen In de omgeving. Zijn welbevinden en betrokkenheid moeten hoog zijn en er moet worden voldaan aan de drie basisbehoeften: competentie, relatie en autonomie. Als dit op orde is, staat het kind open voor spel. Je spreekt van spel wanneer de activiteit het kind plezier geeft, emoties oproept, zorgt voor ontspanning, zorgt voor interactie met de ander, een speelwereld creëert naast de echte wereld en zorgt voor gezamenlijkheid. De ontwikkeling van het spel is ook afhankelijk van de speelleeromgeving, de binnen- en buitenruimte. Denk bij het inrichten van de ruimte goed na over welk gedrag, welk spel, welke taal en welke ontwikkeling je wilt stimuleren, en wat voor gevolgen dit heeft voor de inrichting van de ruimte en het gebruik van het materiaal. En onthoudt goed: ‘less is more’. Als tot slot je groepsmanagement op orde is, krijg je als pedagogisch professional en leerkracht de ruimte om spel en taal te stimuleren.
4. Interventies voor meer taal en spel in de groep
Voer taaldenkgesprekken met de spelende kinderen met een actief-productieve interactiestijl, bij deze vorm gesprekken volgen de open vragen elkaar op en zorgen ze voor interactie en diepgang. Je vermijdt gesloten, sturende en controlerende vragen zoveel mogelijk. Deze gesprekken kan je bij manipulerend spel, rollenspel, sensopathisch spel èn constructiespel voeren. Eerst kunnen kinderen rapporteren waarbij ze vertellen over ervaringen en gedachten, daarna kan je hen om hun mening vragen waarbij ze hun persoonlijke standpunt toelichten, vervolgens kan je hen laten redeneren over oorzaak en gevolg en tot slot kan je hen laten projecteren en hen laten verplaatsen in emoties en gedachten van een ander. De drie V’s: verkennen, verbinden en verrijken geven handvatten om de kwaliteit van spel en taal te verhogen. Je verbindt jezelf als taalmaatje aan het spel. Dit is een prettige effectieve interventie voor jonge kinderen. Je kan ook interne en externe spelimpulsen inzetten, didactische impulsen en rekentaal. Deze theorie wordt verduidelijkt aan de hand van uitgewerkte concrete voorbeelden.
5. Een taal leer je niet vanzelf
Sommige kinderen hebben moeite om taal en verschillende taalvaardigheden spontaan tegenspel of interacties te verwerven. Belemmeringen In de taalontwikkeling en kunnen voorkomen bij kinderen met een taalontwikkelingsstoornis. Of een taal ontwikkelingsachterstand., Meertalige kinderen, kinderen met een laag sociaal economische status of kinderen die opgroeien in een belemmerende thuissituatie. Dit hoofdstuk beschrijft mogelijke oorzaken van een vertraagde of belemmerende taalontwikkeling en welke gevolgen dit heeft voor spel bij jonge kinderen. Tot slot worden er praktische handvaten gegeven, zodat je tegemoet kan komen aan wat deze kinderen in hun taalontwikkeling nodig hebben. Naast taaldenkgesprekken, de 3 V’s en de didactische impulsen uit hoofdstuk 4, leer je ook hoe je expliciet de woordenschat kan bevorderen en de kracht van de moedertaal kan benutten.
6. De executieve functies binnen taal en spel
De executieve functies sturen en regelen allerlei processen In de hersenen. Door goed ontwikkelde executieve functies is een kind in staat om gedachten en ideeën onder woorden te brengen. Kom maar en om het eigen gedrag te sturen. Deze processen zijn essentieel voor onder andere schoolsucces. En het goed kunnen functioneren In de samenleving. Dit hoofdstuk lees je welke executieve functies er zijn, hoe deze zich ontwikkelen, en hoe ze van invloed zijn op taal en spel. Als de basis-executieve functies onvoldoende ontwikkeld zijn, heeft dit een nadelige invloed op de mondelinge taalontwikkeling en het spel. Het gaat hier om respons inhibitie, werkgeheugen en cognitieve flexibiliteit. Je leest hoe je responsinhibitie, werkgeheugen, cognitieve flexibiliteit, emotieregulatie en metacognitie kan stimuleren door spel.
7. Spel in de midden- en bovenbouw
De overgang van groep 2 naar 3 is voor jonge kinderen groot. Er zijn steeds minder momenten waarop het kind mag spelen. Aan het begin van groep 3 wordt er nog regelmatig gespeeld in de klas. In een enkele klas zijn er speelhoeken ingericht of staan er kratten met materialen om tot constructiespel of rollenspel te komen. Vaak zijn deze speelhoeken of kratten verbonden aan een thema in de klas; in groep 3 en 4 wordt regelmatig het thema van de leesmethode gekozen. Vanaf groep 5 wordt het spelen in de klas nog minder. Toch zijn er in de midden- en bovenbouw mogelijkheden voor spel, bijvoorbeeld tijdens het zaakvakonderwijs. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe je geschikte spelmomenten in de midden- en bovenbouw kunt herkennen en benutten, en misschien zelfs ook extra speelkansen kunt creëren.
Recensie
De literatuurlijst van bijna zes pagina’s toont dat de inhoud van het boek sterk onderbouwd is vanuit vele bronnen.
De eerste twee hoofdstukken geven een kernachtige samenvatting van de spel- en taalontwikkeling welke ervoor zorgt dat je vanuit de theorie naar de praktijk kan gaan kijken.
De aandacht voor de basis in hoofdstuk 3 vind ik dan vervolgens heel sterk, omdat dit erkent dat de pedagogische basis eerst op orde moet zijn voordat je aan de slag gaat met andere interventies.
Vervolgens leer je hoe je voor meer taal en spel kan zorgen in je groep en is er ook nog eens aandacht voor belemmeringen in de taalontwikkeling en de executieve functies binnen taal en spel. Met name deze hoofdstukken zorgen ervoor dat dit boek meer biedt dan de meeste boeken over spel.
Hoofdstuk 7 is dan een soort bonus als aanmoediging om tijdens de hele basisschool spel in te zetten voor de ontwikkeling van kinderen.
Na ieder hoofdstuk zijn er gespreksvragen voor jou en je collega’s. Dit maakt het boek ook zeer geschikt om per hoofdstuk te bestuderen, samen van te leren en het geleerde te implementeren in je praktijk van alle dag.
Het is ook zeker een mooi boek om als professionals in een IKC te behandelen aangezien het veelal gaat om de ontwikkeling van baby tot en met kleuter.
Bestellen
Het boek Sterker in taal door spel is te bestellen via bol.com: