De schoolweging is een methode die wordt gebruikt in het basisonderwijs om de samenstelling van de leerlingenpopulatie van een school te wegen, op basis van bepaalde achtergrondkenmerken van de leerlingen en hun ouders. Dit systeem houdt bijvoorbeeld rekening met het opleidingsniveau van de ouders, de sociaaleconomische status en -indien van toepassing- de migratieachtergrond. Het doel van de schoolweging is om een eerlijke verdeling van middelen te realiseren, zodat scholen met leerlingen uit kwetsbare thuissituaties extra ondersteuning kunnen krijgen. Dit bevordert gelijke kansen in het onderwijs.
Daarnaast speelt de schoolweging een rol bij het beoordelen van de resultaten van een school, bijvoorbeeld bij de doorstroomtoets. Scholen worden hierbij vergeleken met andere scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie.
Alle scholen in Nederland hebben een schoolweging tussen de 20 en 40, waarbij een hogere schoolweging duidt op een complexere populatie. Scholen in kwetsbare wijken hebben vaak een hogere schoolweging, omdat veel leerlingen afkomstig zijn uit gezinnen met een praktischer opleidingsniveau en een lagere sociaaleconomische status. Deze scholen ontvangen extra middelen om deze leerlingen beter te ondersteunen. Scholen in welvarende gebieden hebben meestal een lagere schoolweging, omdat de leerlingen vaak uit gunstiger omstandigheden komen. Hierdoor krijgen deze scholen minder extra bekostiging.
Laatst geactualiseerd op 30 december 2024
Hoe geef je een passend schooladvies?
