Kennisplatform
Schrijf nu in voor boeiende gratis webinars en leermodules!

Passend schooladvies (4): Zeven valkuilen bij het geven van het schooladvies

Nico den Breejen
Onderwijskundige bij Wij-leren.nl  

Den Breejen, N. (2024). Hoe geef je een passend schooladvies? Deel 4: Valkuilen bij het geven van het schooladvies.
Geraadpleegd op 18-02-2025,
van https://wij-leren.nl/passend-schooladvies-deel-4.php
Geplaatst op 7 januari 2025
schooladvies - deel 4- valkuilen

Tussen 10 en 31 januari 2025 krijgen alle groep 8-leerlingen in Nederland hun voorlopig schooladvies. Maar hoe komt zo'n advies tot stand? Welke factoren spelen een rol? Hoe verhouden toetsresultaten en het oordeel van de leerkracht zich tot elkaar? En welke valkuilen moeten worden vermeden? In deze artikelenserie worden 10 veelvoorkomende vragen over schooladvisering beantwoord en worden praktische handvatten geboden om tot een passend advies te komen. 

Deze artikelenreeks geeft antwoord op de volgende veelgestelde vragen over het schooladviesproces:

  1. Wanneer wordt het schooladvies gegeven?
  2. Wie zijn er betrokken bij het schooladvies?
  3. Hoe worden ouders en leerlingen geïnformeerd over het schooladvies?
  4. Welke factoren worden meegenomen in een passend schooladvies?
  5. Hoe worden LVS-toetsscores gebruikt bij het schooladvies?
  6. Wanneer adviseer je praktijkonderwijs en wanneer vmbo basis?
  7. Wie weet het beter: toetsen of de leerkracht?
  8. Welke valkuilen zijn er bij het geven van het schooladvies?
  9. Wat gebeurt er als ouders of leerlingen het niet eens zijn met het schooladvies?
  10. Hoe heeft de invoering van de doorstroomtoets het schooladviesproces veranderd?

Dit vierde deel richt zich op veelvoorkomende valkuilen bij het schooladviesproces en biedt praktische handvatten om deze te vermijden. Wil je infographics over het schooladvies in hoge resolutie downloaden, of heb je vragen over het artikel? Schrijf je gratis in voor de module van de Wij-Leren Academie.

 Lees ook de overige delen van deze serie over het schooladvies:

  • Deel 1: Het proces achter een passend schooladvies;
  • Deel 2: De bouwstenen voor een passend schooladvies;
  • Deel 3: De rol van toetsen en leerkrachten bij het schooladvies;
  • Deel 5: Schooladvies in de praktijk: oudergesprekken en de rol van de doorstroomtoets;
  • Gratis module Wij-leren Academie met infographics.

Welke valkuilen zijn er bij het geven van het schooladvies?

In de onderwijspraktijk zijn er diverse valkuilen bij het geven van een schooladvies. Dit artikel bespreekt zeven veelvoorkomende valkuilen en biedt praktische tips om deze te vermijden.

Valkuil 1: IQ te leidend laten zijn.

Bij het bepalen van een schooladvies is het belangrijk om het IQ niet als absolute voorspeller te zien. Hoewel een IQ-score inzicht geeft in het cognitieve vermogen van een leerling, toont onderzoek aan dat het slechts een deel van het verhaal vertelt. Uit onderzoek van Neisser et al. (1996) blijkt dat IQ ongeveer 25% van het schoolsucces voorspelt. Dit impliceert dat driekwart van het onderwijsucces door andere factoren wordt beïnvloed. Duckworth en Seligman (2005) hebben aangetoond dat zelfdiscipline, motivatie en inzet vaak belangrijker zijn voor schoolsucces dan intelligentie. Leerlingen met een gemiddelde IQ-score, maar sterke motivatie en inzet, kunnen dus beter presteren dan leerlingen met een hoog IQ en minder doorzettingsvermogen.

Daarnaast is het IQ van een leerling niet zo vaststaand als vaak wordt aangenomen. Mani et al. (2013) toonden aan dat stress, bijvoorbeeld door financiële zorgen, het IQ tijdelijk met 12-13 punten kan verlagen. Omgekeerd kan extra scholing het IQ met 1-5 punten per jaar verhogen (Ritchie & Tucker-Drob, 2018). Dit maakt duidelijk dat IQ beïnvloedbaar is door omgevingsfactoren en niet als een statisch gegeven moet worden gezien.

Hoewel IQ een waardevolle indicator is, moet het in context worden geplaatst. Een schooladvies dat uitsluitend gebaseerd is op IQ negeert belangrijke factoren zoals motivatie, werkhouding en sociaal-emotionele ontwikkeling. Het IQ kan helpen om het cognitieve potentieel van een leerling in te schatten, maar het mag nooit de enige maatstaf zijn. Het combineren van IQ-gegevens met een volledig beeld van de leerling zorgt voor een beter onderbouwd en rechtvaardiger advies.


“IQ voorspelt slechts 25% van het schoolsucces en blijkt minder vaststaand dan vaak wordt gedacht."


Valkuil 2: Het advies reduceren tot toetsscores voor rekenen en begrijpend lezen.

Op sommige scholen bestaat de neiging om het schooladvies bijna uitsluitend te baseren op de toetsscores van rekenen en begrijpend lezen. Hoewel deze vakgebieden belangrijk zijn en inzicht bieden in bepaalde aspecten van de intelligentie van de leerling (zie valkuil 1), geven ze slechts een beperkt beeld van de ontwikkeling van de leerling. Naast cognitieve prestaties spelen factoren zoals motivatie, werkhouding, creativiteit en sociaal-emotionele ontwikkeling een cruciale rol die niet in deze scores worden weerspiegeld.

Het eenzijdig baseren van het advies op deze scores doet bovendien geen recht aan de professionele expertise van de leerkracht. Leerkrachten hebben gedurende meerdere jaren een breed beeld van de leerling opgebouwd, waarin ook niet-cognitieve aspecten zichtbaar worden. Daarnaast mag de invloed van taalvaardigheid op deze toetsen niet worden onderschat. Voor leerlingen met een taalachterstand of anderstalige achtergrond kunnen de toetsscores lager uitvallen dan hun daadwerkelijke capaciteiten rechtvaardigen. Deze valkuil wordt nog versterkt als alleen de groep 8-scores worden meegenomen, zonder rekening te houden met de bredere ontwikkeling van de leerling over de jaren heen.


“Een leerling is meer dan cijfers; ook motivatie, creativiteit en sociaal-emotionele ontwikkeling verdienen een plek in het advies."


Valkuil 3: Achtergrondkenmerken (zwaar) laten meewegen.

Het (zwaar) laten meewegen van achtergrondkenmerken van leerlingen, zoals de thuissituatie of de sociaaleconomische status, kan een valkuil zijn bij het geven van een schooladvies. Hoewel deze factoren indirect effect kunnen hebben op de leerprestaties van een leerling, mogen deze geen invloed uitoefenen op het advies, dat uitsluitend gebaseerd moet zijn op het potentieel en de capaciteiten van de leerling zelf. Het risico bestaat dat onbewuste vooroordelen de beoordeling beïnvloeden. Een voorbeeld: ouders die weinig betrokken lijken of niet goed Nederlands spreken, kunnen onterecht worden gezien als een indicatie dat hun kind minder goed zal functioneren in een meer theoretische leeromgeving. Dit soort aannames doet geen recht aan het potentieel van de leerling. Om een eerlijk en passend advies te geven, is het belangrijk dat leerkrachten en scholen zich bewust zijn van deze valkuil en actief vooroordelen voorkomen.

Valkuil 4: Kansarm adviseren.

Een veelvoorkomende valkuil bij het geven van een schooladvies is kansarm adviseren, waarbij leerlingen een lager advies krijgen dan hun potentieel rechtvaardigt. Op www.kansenkaart.nl kun je inzicht krijgen in hoe vaak dit voorkomt in jouw gemeente. In de gemeente Barneveld, bijvoorbeeld, ontvangt 27,1% van de leerlingen een lager schooladvies dan het toetsadvies. Hoewel dit cijfer tot nadenken stemt, is het belangrijk om te nuanceren dat het vergelijken van het schooladvies met het toetsadvies niet altijd betekent dat het toetsadvies beter is, zoals eerder in deze artikelreeks is besproken. Beide benaderingen hebben hun eigen waarden en beperkingen.

De kansenkaart biedt echter waardevol inzicht om te reflecteren op hoe kansengelijkheid in schooladviezen wordt meegenomen. Het helpt scholen en leerkrachten bewust te worden van de mogelijke invloed van vooroordelen of onbewuste aannames, zoals het onderschatten van leerlingen uit kansarmere milieus.

Bij twijfel over het niveau dat een leerling aankan, kan een dubbel advies uitkomst bieden, zoals vmbo basis/vmbo kader of vmbo gt/havo. Hiermee krijgt de leerling de kans om op het hoogste niveau te starten en zich te bewijzen. Mocht dit niveau toch te hoog blijken, dan kan eenvoudig worden teruggeschakeld naar een lager niveau. Een dubbel advies voorkomt dat een leerling onnodig beperkt wordt in zijn of haar mogelijkheden.


“Vooroordelen over achtergrondkenmerken mogen nooit de toekomst van een leerling bepalen."


Valkuil 5: Onterecht lager adviseren op basis van diagnoses.

Het komt ook regelmatig voor dat een schooladvies beïnvloed wordt door aannames op basis van diagnoses zoals dyslexie, ADHD, ASS of andere leer- of ontwikkelingsstoornissen. Hoewel het belangrijk is om rekening te houden met de specifieke onderwijs- en ontwikkelingsbehoeften van een leerling, mogen deze niet automatisch leiden tot een lager advies of het veronderstellen van toekomstige problemen in het voortgezet onderwijs.

Het is een groot risico om te denken in termen van beperkingen: "Deze leerling heeft ADHD, dus zal moeite hebben met structurering van zijn/haar huiswerk," of "Met dyslexie zal deze leerling vastlopen bij de theorievakken." Zulke aannames doen geen recht aan het volledige potentieel van een leerling en kunnen onterecht leiden tot een lager advies. In plaats van te focussen op mogelijke obstakels, is het waardevol om te erkennen wat de leerling al heeft bereikt. Bijvoorbeeld: "Wat knap dat deze leerling ondanks concentratieproblemen of dyslexie zo ver is gekomen." Dit biedt een meer positieve en constructieve kijk op de mogelijkheden van de leerling.

Het is de taak van de basisschool om zowel de sterktes als de ondersteuningsbehoeften van de leerling mee te nemen in het adviesproces. In samenwerking met ouders en het voortgezet onderwijs kan worden gekeken welke begeleiding of aanpassingen nodig zijn om de leerling op het juiste niveau te laten slagen. Zo wordt een passend advies (niet te hoog en niet te laag) gegeven dat recht doet aan de capaciteiten én de behoeften van de leerling, zonder vooroordelen.


“Zie de leerling, niet de diagnose, en geef een advies dat recht doet aan zijn/haar capaciteiten."


Valkuil 6: Vooroordelen bij zachte leerlingkenmerken.

Bij het formuleren van een schooladvies ontstaat soms de neiging om te veel nadruk te leggen op zachte leerlingkenmerken, zoals motivatie, werkhouding, inzet en welbevinden. Hoewel deze aspecten waardevol zijn, worden ze vaak beïnvloed door de omgeving en omstandigheden en kunnen daardoor sterk situationeel van aard zijn. Wat op de basisschool geldt, hoeft niet noodzakelijk in het voortgezet onderwijs hetzelfde te zijn.

Onbewuste vooroordelen spelen vaak een belangrijke rol bij de interpretatie van deze kenmerken. Hoge verwachtingen van een leerling, bijvoorbeeld door een positieve werkhouding en inzet, kunnen leiden tot het Pygmalion-effect: de leerling presteert beter omdat de verwachtingen hoog zijn. Het tegenovergestelde, het Golem-effect, kan echter ook optreden. Bij lage verwachtingen, bijvoorbeeld door een matige werkhouding, bestaat het risico dat een leerling een lager advies krijgt dan gerechtvaardigd is. Dit kan vervolgens een selffulfilling prophecy worden, waarbij de leerling daadwerkelijk slechter gaat presteren.

Het is daarom cruciaal om zachte leerlingkenmerken te combineren met andere gegevens en deze altijd vanuit verschillende perspectieven te bekijken. Reflectie op mogelijke (on)bewuste vooroordelen is essentieel om tot een gebalanceerd en rechtvaardig advies te komen.

Valkuil 7: Ouders onvoldoende meenemen in het proces.

Ouders onvoldoende meenemen in het schooladviesproces kan leiden tot misverstanden en spanningen. Het tijdig betrekken van ouders (vanaf groep 6 of 7) is cruciaal, omdat zij hun kind vaak vanuit een ander perspectief kennen dan de school. Dit perspectief kan waardevolle aanvullingen bieden op het beeld dat de leerkracht heeft. Transparantie in de communicatie over hoe het advies tot stand is gekomen, helpt ouders het advies beter te begrijpen en vertrouwen in de school te behouden.

Een open en respectvolle dialoog met ouders, waarin ruimte is voor hun vragen en zorgen, draagt bij aan een gezamenlijke aanpak die in het belang is van de leerling. Dit voorkomt misverstanden en zorgt ervoor dat het advies wordt gedragen door zowel school als ouders.


“Tijdig samenwerken met ouders versterkt het schooladvies en voorkomt misverstanden."


In Figuur 1 zijn de zeven veelvoorkomende valkuilen samengevat.

Figuur 1.
Zeven valkuilen bij het geven van schooladvies.


 

Wil je deze infographic in hoge resolutie downloaden, of heb je vragen over het artikel? Schrijf je gratis in voor de module van de Wij-Leren Academie.
 

Tot slot
In dit vierde deel zijn veelvoorkomende valkuilen bij het geven van een schooladvies besproken. Het vermijden van deze valkuilen is essentieel om tot een rechtvaardig en zorgvuldig advies te komen. Door kritisch te kijken naar eigen vooroordelen, een gebalanceerde weging van verschillende factoren en een open samenwerking met ouders en leerlingen, kunnen scholen bijdragen aan een eerlijker en transparanter adviesproces. Het gevaar van de genoemde valkuilen onderstrepen opnieuw het belang van een gezamenlijke aanpak, waarin leerkrachten, IB'ers en schooldirecteuren samen verantwoordelijkheid nemen om goed onderbouwde en gedragen adviezen tot stand te brengen.

In het volgende en laatste deel van deze artikelenserie wordt dieper ingegaan op meningsverschillen met ouders over het schooladvies en de impact van de doorstroomtoets. De gehele artikelenserie biedt een compleet overzicht van alles wat komt kijken bij het opstellen van een schooladvies. 

Referenties

  • Bosker, R. J., Van der Werf, M. P. C., & De Boer, H. (2007). De gevolgen van onder- en overadvisering. In Inspectie van het onderwijs (Ed.), Onderadvisering in beeld (pp. 83-92). Inspectie van het onderwijs.
  • Centraal Planbureau. (2019). Kansrijk onderwijsbeleid: Eindadvies bijgesteld? Ongelijke kansen door bijstelling van het schooladvies. Den Haag: CPB.
  • De Bruyckere, P., Hulshof, C., & Missinne, L. (2021). Bijna alles wat je moet weten over psychologie: van kinderen en jongeren. Lannoo Meulenhoff-Belgium.
  • Driessen, G. (2006). Het advies voortgezet onderwijs: is de overadvisering over? Mens en Maatschappij, 81(1), 5-23.
  • Duckworth, A. L., & Seligman, M. E. (2005). Self-discipline outdoes IQ in predicting academic performance of adolescents. Psychological science16(12), 939-944. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/16313657/
  • Hebbink, P., Warrens, M. J., Fleur, E., Dijks, M. A., & Korpershoek, H. (2022). De voorspellende waarde van het initiële schooladvies, het toetsadvies en het definitieve schooladvies in het Nederlandse onderwijs. Pedagogische Studiën, 99(1), 20-35.
  • Heij, K. (2021). Van de kat en de bel: Tellen en vertellen met de eindtoets basisonderwijs. [Academisch proefschrift]. Universiteit Tilburg.  
  • Inspectie van het Onderwijs. (2021). De Staat van het Onderwijs 2021: Verslag over de bevindingen van de inspectie in het schooljaar 2019/2020. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs.
  • Inspectie van het Onderwijs (2022). Heroverwegen en bijstellen van schooladviezen na de eindtoets. Geraadpleegd op 2 januari 2025, van: https://www.onderwijsinspectie.nl/documenten/rapporten/2022/10/24/heroverwegen-en-bijstellen-van-schooladviezen-na-de-eindtoets
  • Korpershoek, H., Vugteveen, J., & Opdenakker, M. C. (2017). De overgang van het basis-naar het voortgezet onderwijs en de verdere schoolloopbaan. Pedagogische Studiën94(2).
  • Korpershoek, H., Beijer, C., Spithoff, M., Naaijer, H. M., Timmermans, A. C., van Rooijen, M., Vugteveen, J., & Opdenakker, M.-C. (2016). Overgangen en aansluitingen in het onderwijs: Deelrapportage 1: reviewstudie naar de po-vo en de vmbo-mbo overgang. GION onderzoek/onderwijs.
  • Korthals, R., Marie, O., & Webbink, D. (2016). Does early educational tracking increase inequality? Short and long term international evidence. In College for Interdisciplinary Educational Research (CIDER) International Conference.
  • Mani, A., Mullainathan, S., Shafir, E., & Zhao, J. (2013). Poverty impedes cognitive function. science341(6149), 976-980.  10.1126/science.1238041
  • Neisser, U., Boodoo, G., Bouchard Jr, T. J., Boykin, A. W., Brody, N., Ceci, S. J., ... & Urbina, S. (1996). Intelligence: knowns and unknowns. American psychologist51(2), 77. https://doi.org/10.1037/0003-066X.51.2.77
  • Ritchie, S. J., & Tucker-Drob, E. M. (2018). How much does education improve intelligence? A meta-analysis. Psychological science29(8), 1358-1369. https://doi.org/10.1177/0956797618774253
  • Sociaal en Cultureel Planbureau. (2020). Kansen in het onderwijs: Sociale ongelijkheid onder leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs. Den Haag: SCP.
  • Timmermans, A., Kuyper, H., & van der Werf, G. (2012). Schooladviezen en onderwijsloopbanen. Voorkomen, risicofactoren en gevolgen van onder-en overadvisering, Gronings Instituut voor Onderwijs van Onderwijs, Rijksuniversteit Groningen.
  • Van Spijker, F., Van der Houwer, K. & Van Gaalen, R. (2017). Invloed ouderlijk opleidingsniveau reikt tot ver in het voortgezet onderwijs. ESB Onderwijs en Wetenschap, 102, 234-236.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.