Een paniekstoornis is een angststoornis waarbij een kind herhaaldelijk onverwachte en intense paniekaanvallen ervaart. Een paniekaanval is een plotselinge golf van extreme angst of ongemak, die binnen enkele minuten een hoogtepunt bereikt en gepaard gaat met fysieke en psychische symptomen zoals hartkloppingen, duizeligheid, zweten, trillen, ademnood en het gevoel de controle te verliezen.
Bij kinderen kan een paniekstoornis extra verwarrend zijn, omdat ze vaak niet begrijpen wat er met hen gebeurt. Ze kunnen bang zijn dat ze ernstig ziek zijn of ‘gek worden’. De angst voor een nieuwe paniekaanval kan ertoe leiden dat kinderen situaties gaan vermijden waarin ze eerder een aanval hebben gehad, wat kan resulteren in vermijdingsgedrag of zelfs schoolweigering.
Paniekstoornissen kunnen op zichzelf voorkomen, maar ook samen met andere angststoornissen, zoals sociale angst of separatieangst. Een effectieve behandelmethode is cognitieve gedragstherapie (CGT), waarbij kinderen leren hoe paniekaanvallen ontstaan en hoe ze hun angstige gedachten kunnen herkennen en ombuigen. Daarnaast helpt exposuretherapie om kinderen geleidelijk aan te laten wennen aan de lichamelijke sensaties van angst, zodat ze er minder door worden overweldigd.
Voor ouders en leerkrachten is het belangrijk om paniekstoornissen serieus te nemen en het kind te ondersteunen zonder de angst te versterken. Vroegtijdige herkenning en een gerichte aanpak kunnen helpen om de impact van paniekaanvallen op het dagelijks leven van een kind te verminderen.
Laatst geactualiseerd op 31 januari 2025