Orde houden
Marleen Legemaat
Redactielid bij Kennisplatform Wij-leren.nl
Geraadpleegd op 18-02-2025,
van https://wij-leren.nl/orde-houden.php

In 2009 verscheen de voorloper van het boek Orde houden, waarvan deze versie (2020) een volledig vernieuwde editie is. De aanpassingen waren er niet alleen om de inhoud te actualiseren, schrijft René Kneyber in het voorwoord. Ook zijn inzichten - hoe je als leraar subtiel, met behoud van een goede relatie in de klas een prettige en taakgerichte sfeer kunt neerzetten - hebben zich verder doorontwikkeld.
René Kneyber heeft een missie: zelf waren zijn eerste jaren voor de klas lastig vanwege ordeproblemen, en de dingen die hij gaandeweg leerde wil hij meegeven aan anderen. Dit in het belang van
- de leerlingen: chaos zorgt voor een onprettige werksfeer en mogelijk zelfs tot onveiligheid;
- de leerkrachten/leraren; velen van hen raken gedemotiveerd als het voor de klas niet lukt en verlaten voortijdig het onderwijs.
Het boek bestaat uit een introductie, 5 hoofdstukken en een epiloog. In deze samenvatting worden een aantal zaken uit het boek naar voren gehaald.
Introductie
Er is vaak een mystieke sfeer rond orde houden: je hebt het wel of je hebt het niet in je. Dit staat een professionele reflectie in de weg.
Wie op een goede manier de orde wil bewaren, moet daar een actieve, al dan niet bewuste inspanning voor leveren.
Doyle onderscheidt zes eigenschappen van de lessituatie die orde houden ingewikkeld maken:
- Simultaneïteit, er gebeuren verschillende dingen tegelijk;
- Multidimensionaliteit; meerdere processen lopen door elkaar;
- Directheid; gebeurtenissen volgen elkaar in snel tempo op;
- Onvoorspelbaarheid: er gebeuren dingen die je niet verwacht;
- Publieke ruimte; je moet verantwoordlng kunnen afleggen over wat je wel of niet doet;
- Geschiedenis; een klas heeft bepaalde routines en ervaringen die een bepaalde basis vormen van deze specifieke klas.
Een beginnende leraar kan niet alle binnenkomende informatie verwerken.
Orde houden is dus een kwestie van kennis en doelgericht oefenen. Een goede leerschool in klassenmanagement heeft grote invloed op iemands vermogen om orde te houden.
Hoofdstuk 1. Gezag is belangrijker dan macht
In het schoolse leven is er sprake van een asymetrische verticale relatie: leraren zeggen wat leerlingen moeten doen en waar ze eigenlijk niet zelf voor gekozen hebben. Er zijn bronnen van legitimiteit die het mogelijk maken dat leerlingen het gezag accepteren. Gezamenlijke schoolbrede afspraken zijn daarbij belangrijk. Hierbij is de rol van de schoolleider essentieel.
Voor gezag is het belangrijk dat je
1. Vanuit de organisatie gesteund wordt
2. Vanuit de ouders gesteund wordt
3. Persoonlijke vaardigheden ontwikkelt op de gebieden relatie, controle en expertise.
Je hebt gezag als leraar wanneer leerlingen uit vrije wil akkoord gaan met jouw machtsuitoefening, ondanks het feit dat wat jij van ze verlangt niet per se is wat ze zelf zouden willen.
Hoofdstuk 2 Het voorkomen van ordeproblemen
Het voorkomen van ordeproblemen is beter dan het reageren erop. Wisselmomenten zijn daarbij extra kwetsbare momenten die gebaat zijn bij aangeleerde routines. Wees heel expliciet en helder over welk gedrag je verwacht. Belangrijk is dan ook dat je weet hoe je het zelf wilt hebben!
Het is goed daarbij hoge verwachtingen te hebben van leerlingen!
Routines vallen of staan met de hoge verwachtingen die je hebt, en een veelvoorkomend probleem is dan ook dat leraren (veel) te lage verwachtingen hebben van het gedrag van hun leerlingen.
Problemen kunnen ook voorkomen worden door fysieke nabijheid. Het klaslokaal kunnen we verdelen in verschillende zônes. Leerlingen in de zogenaamde 'groene zône' tonen meer wangedrag. Belangrijk is je eigen mobiliteit: beweeg je je door het klaslokaal of juist niet en het hebben van oogcontact.
Het maken van een klassenplattegrond kan duidelijkheid geven voor leerlingen. Hierbij kun je leerlingen tactisch plaatsen.
Hot seat questioning kun je inzetten zodat je niet afhankelijk bent van de leerlingen die vingers opsteken om het juiste antwoord te geven. Je kunt hierbij gebruik maken van een app of van ijsstokjes met namen die de beurten willekeurig verdelen.
Hoofdstuk 3 Motivatie en leren
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de theorie rond motivatie en leren. Leerlingen raken van succeservaringen gemotiveerd om mee te doen. Vragen die in dit hoofdstuk aan de orde komen zijn:
- Hoe biedt je leerstof aan?
- Hoe zorg je dat ze betrokken blijven?
- Hoe zorg je dat door overprikkeling het werkgeheugen niet overbelast raakt?
Naast een goede relatie is er nog een manier om leerlingen te motiveren, en dat is door middel van prestaties. (...) Succeservaringen kunnen leerlingen weer motiveren tot een volgende taak.
Hoofdstuk 4 Effectief reageren op ordeproblemen
Er zullen zich altijd vroeg of laat ordeproblemen voor doen. De vraag is: hoe reageer jij daarop?
Principes die leidend kunnen zijn bij ingrijpen zijn:
- Wees neutraal; behandel iedereen gelijk ongeacht of je leerlingen mag of niet;
- Wees precies; straf nooit de hele klas voor iets wat enkelen gedaan hebben;
- Wees consistent; laat je humeur niet mee spelen of je dingen wél of niet doet;
- Blijf rustig; hou controle over jezelf;
- Wees redelijk; zet kleine straffen voorspelbaar in in plaats van grote onvoorspelbaar;
- Wees bereid om fouten te erkennen;
- Sta open voor commentaar. (maar bepaal naar ouders toe zelf wanneer dat gesprek kan plaatsvinden)
Een effectieve klassenmanager zal altijd ingrijpen als de problemen nog klein zijn, om te voorkomen dat een lichte rimpeling in het water uitgroeit tot een lesbedreigende tsunami.
Verder gaat dit hoofdstuk in op het hanteren van grenzen, het stellen van regels (hoeveel, en hoe formuleer je ze), en regels voor een autonomieondersteunende aanpak.
Non-verbaal moet je duidelijk laten zien wat je wilt. Helpend kan ook zijn om te vertragen als er iets gebeurt.
Vertragen doen leraren zelden, en dat maakt het een ideale manier om aan te geven dat je vindt dat er iets niet goed gaat.
Hoofdstuk 5 De start van het schooljaar
Het eerste begin van het jaar kan heel bepalend zijn hoe de groep zich verder ontwikkelt. Zorg daarom voor een uitgewerkt plan voor
* de eerste vijf seconden - waar sta je - wat doe je - wat straal je uit
* de eerste vijf minuten - wat doen de leerlingen, welke bezigheid geef je hen
* de eerste vijftig minuten - de eerste les moet goed voorbereid zijn maar introduceer vooral duidelijk hoe je de wisselmomenten wilt hebben. Zorg voor visuele ondersteuning.
* de eerste vijf lessen; zorg voor succeservaringen (begin dus niet te moeilijk) en geef complimenten of spreek dank uit.
* de eerste vijf weken; volhouden is moeilijk, les na les; blijf zo vriendelijk mogelijk, mopper niet en wees helder en duidelijk over het gedrag dat je wilt zien.
Het aanleren van goede gewoontes, het opbouwen van een reservoir aan succeservaringen en een vertrouwensrelatie zijn het doel van deze eerste periode.
Aandachtspunten hierbij zijn:
- Geef (stille) leiders positieve aandacht;
- Communiceer proactief met ouders (zodat je in een later stadium niet met negatieve verhalen hoeft te komen)
- Loop niet te hard van stapel in het begin, leerlingen haken af als het te moeilijk is maar krijgen positieve ervaringen als ze het overzien;
Epiloog Adviezen voor de schoolleider
In de epiloog benadrukt de auteur de rol van de schoolleider omdat dit degene is die invloed heeft op de context waarbinnen de leerkracht lesgeeft. In deze epiloog geeft hij handvatten voor de schoolleider om bij te dragen aan de orde op school.
Recensie
René Kneyber’s Orde houden (2020) is een vernieuwde en uitgebreide editie van zijn eerdere werk uit 2009. Het boek biedt een praktische en diepgaande gids voor leraren die worstelen met ordeproblemen en effectief klassenmanagement willen ontwikkelen. Kneyber’s missie, voortkomend uit zijn eigen uitdagingen als startende leraar, is duidelijk: een goede orde draagt bij aan een veilige leeromgeving en gemotiveerde leraren.
De auteur ontkracht het idee dat orde houden een aangeboren talent is en benadrukt dat dit door kennis en oefening ontwikkeld kan worden. Hij schetst complexe factoren in het lesgeven, zoals simultane processen en onvoorspelbaarheid, en biedt strategieën om hierop in te spelen.
In vijf hoofdstukken behandelt Kneyber essentiële thema’s, zoals het belang van gezag boven macht, het voorkomen van ordeproblemen, het motiveren van leerlingen door succeservaringen en effectieve reacties op ordeverstoringen. Praktische tips, zoals het gebruik van klassenplattegronden en routines, maken het boek direct toepasbaar.
Het slot richt zich op een sterke start van het schooljaar, met een focus op duidelijke verwachtingen, vertrouwen en succeservaringen. Orde houden is een waardevol handboek voor leraren en een oproep tot professionele reflectie en samenwerking binnen scholen.
René Kneyber heeft veel ervaring met lesgeven en is trainer op het gebied van orde houden. De basis van dit boek is dan ook vooral een praktische insteek, waarbij zijn ideeën zich uitkristaliseerden ten opzichte van de vorige editie van dit boek. Het belangrijkste punt waar hij dit boek mee begint is dat orde houden te leren is, en dat bepaalde vaardigheden getraind en ontwikkeld kunnen worden. Startende leraren kunnen veel profijt van dit boek hebben, maar ook iedere leerkracht die zich wil laten bijscholen op dit gebied.
Bestellen
Het boek Orde houden is te bestellen via: