Interne en externe kwaliteitszorg in het basisonderwijs

Geplaatst op 1 juni 2016

Samenhang kwaliteitszorg en schoolontwikkeling

De casestudies maken duidelijk dat er door scholen een sterke samenhang wordt ervaren tussen enerzijds kwaliteitszorg en anderzijds schoolontwikkeling. Op die scholen waar men vergevorderd is met een brede, systematische en cyclische aanpak van de kwaliteitszorg, lijkt een ontwikkeling gaande richting lerend vernieuwen als veranderingsaanpak. Daarin speelt mogelijk een rol dat er voor alle betrokkenen meer structuur, lijn en samenhang wordt herkend. Er is in sterkere mate dan op andere scholen sprake van een dialoog tussen management en team waarin innovaties ingebracht kunnen worden vanuit alle geledingen. Dat maakt het bijvoorbeeld voor teamleden relevanter hun deskundigheid verder te ontwikkelen, een actieve rol te vervullen in het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en medeverantwoordelijkheid te dragen voor het schoolbeleid.
Bij deze conclusie past de aanbeveling om de aandacht voor het ontwikkelen van een cyclisch proces van kwaliteitszorg op scholen verder te stimuleren en ondersteunen. Belangrijke voorwaarde daarvoor lijkt het bevorderen van de competentie bij schoolleiders in onderzoeksmatig leidinggeven en het benutten van data voor het evalueren en bijsturen van hun beleid, en/of de mogelijkheid om externe deskundigheid daarbij in te huren. Het bovenschools niveau kan hier een stimulerende en ondersteunende rol vervullen.
Eveneens uit de casestudies komt naar voren dat een goed systeem van kwaliteitszorg leidt tot meer samenhang binnen de school. Keuzes op verschillende beleidsterreinen, zoals visieontwikkeling, aanschaf en implementatie van nieuwe methodes, en professionaliserings- en personeelsbeleid worden beter
op elkaar afgestemd. Ook deze conclusie steunt een aanbeveling om blijvend aandacht te besteden aan
het bevorderen van interne kwaliteitszorg, gerelateerd aan schoolontwikkeling, in het onderwijs.

Weinig uitwisseling tussen scholen

Uitwisseling van kwaliteitszorggegevens tussen scholen onderling, bijvoorbeeld binnen het eigen schoolbestuur, gebeurt momenteel nog weinig. Het bovenschools management zou daarin een meer actieve rol kunnen vervullen. Momenteel lijkt het bovenschools management zich nog vooral te richten op
het ontwikkelen en implementeren van een gestandaardiseerd format voor kwaliteitszorg en met het opstarten van bovenschoolse vergelijkingen. Er zijn in de casestudies niet echt veel scholen die hun bestuur of het bovenschools management noemen als bevorderende factor voor schoolontwikkeling of
kwaliteitszorg. Vooral een te sterke nadruk op alleen de leerlingresultaten gecombineerd met weinig oog voor de inspanningen van het team, of langzame molens als het gaat om de toekenning van financiële middelen en het inspelen op groei van het aantal leerlingen, roepen frustratie op.

Bovenschools management en kwaliteitszorg

Een derde aanbeveling die wij op grond van ons onderzoek zouden willen doen, richt zich op het bovenschools management. Ook daar kan gewerkt worden aan verdere ontwikkeling van deskundigheid op het gebied van (ondersteuning van kwaliteitszorg) op scholen. Het gaat dan over bijvoorbeeld het bevorderen van een vruchtbare uitwisseling tussen de scholen (of schoolleiders) binnen het eigen bestuur over instrumentaria, analyse en interpretatie van data, organisatie van teambetrokkenheid en -dialoog, en uiteindelijk ook van een onderbouwde vergelijking van bereikte resultaten van de verschillende scholen die kan bijdragen aan verdere verbetering van de onderwijskwaliteit.
Een rol als critical friend, ofwel van het bovenschools management zelf, ofwel georganiseerd op bovenschools niveau via het inhuren van deskundigen van buitenaf of het stimuleren van uitwisseling met collegascholen, is van belang als ondersteuning van de directies. Ook zij moeten hun deskundigheid en
visie kunnen ontwikkelen en hun keuzes of twijfels kunnen delen. De directies zelf vervullen vervolgens ten opzichte van hun teamleden een belangrijke rol als aanjager van vernieuwingsprocessen, als inspirator en aandrager van nieuwe ideeën en als mentor voor persoonlijke ontwikkeling.
Ten vierde is het wenselijk dat het bovenschools management een rol als critical friend of sparring partner voor de directies van hun scholen bij het nadenken over schoolontwikkeling vervult. Dat vraagt om zowel kennis van wat er op de eigen scholen allemaal speelt, als om actuele deskundigheid op het gebied van onderwijsbeleid en -onderzoek, gecombineerd met een open-kritische houding.

Inspectie zou goede scholen moeten ondersteunen

De voornemens om de inspectie vooral in te zetten op die scholen die zwak presteren, vinden geen grond in de uitgevoerde studie. Scholen spannen zich in om te komen tot goede resultaten van hun leerlingen, een goede onderwijskwaliteit en een sterke organisatie. De waardering van de inspectie daarvoor, het deskundige oordeel, ook als het goed gaat, levert een belangrijk aandeel in de motivatie om de inspanningen voort te zetten en uit te bouwen. Momenteel ervaren scholen weinig spanning tussen enerzijds hun interne kwaliteitszorg gericht op schoolverbetering, en anderzijds de externe verantwoording. Wanneer de inspectie alleen langskomt als het slecht gaat, zal die discrepantie echter groter worden, en de betrouwbaarheid van de externe verantwoordingen mogelijk afnemen.
Onze aanbeveling is om de inspectie in staat te blijven stellen ook de goede scholen te steunen in hun verdere ontwikkeling. Een slechte beoordeling door de inspectie inspireert scholen veelal tot het inzetten van grote verbeteringstrajecten, een goed inspectierapport zorgt voor de energie om de inspanningen die daarbij horen, ook op de langere termijn vol te houden.
In het uitgevoerde onderzoek is duidelijk geworden wat bovenschoolse besturen belangrijk vinden, maar nog niet zozeer wat zij feitelijk doen (op het gebied van kwaliteitszorg). Het was niet mogelijk rechtstreeks verbanden te zoeken tussen enerzijds de rolopvattingen en leiderschapspraktijken van het
bovenschools management, en anderzijds het perspectief van de schoolleiders op de aanpak van het eigen bestuur. Verder onderzoek daarnaar lijkt echter zinvol, met name om in beeld te brengen wat volgens scholen, besturen en overheid een wenselijke rol- en taakverdeling is en welke deskundigheden
daarvoor nodig zijn, en in welke mate het bovenschools management daaraan kan voldoen, ook als het gaat om eenpitsbesturen.

Deze tekst is overgenomen uit de samenvatting van het eindrapport; zie bij Publicatie(s) hieronder.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Details van het onderzoek

  
NWO-projectnummer:  413-05-041
Titel onderzoeksproject:  Ontwikkeling in scholen: interne en externe kwaliteitszorg
Looptijd:01-03-2006 tot 07-04-2008

Projectleider(s)

Naam Instelling E-mail
Prof. dr. F.P. Geijsel Universiteit van Amsterdam F.P.Geijsel@uva.nl

Projectuitvoerder(s)

Naam Instelling E-mail
Drs. E. van Eck Universiteit van Amsterdam  

Publicatie(s)

Relevante links(s)

[Bron: Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO)]

Gerelateerd

E-learning module
Zo doe je een ontwikkelingsgerichte audit
Zo doe je een ontwikkelingsgerichte audit
Gratis korte module met downloads
Wij-leren.nl Academie 
OGW en samenwerking
Samenwerking bevordert opbrengstgericht werken
Annemieke Top


Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Onderwijskwaliteit in een video van één minuut uitgelegd
Onderwijskwaliteit in een video van één minuut uitgelegd
redactie
[extra-breed-algemeen-kolom2]



kwaliteitszorg
onderwijskwaliteit

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest