De Groepscode - Boekrecensie
Niels de Jong
Meester en lerarenopleider bij Voordegroep.nl
Geraadpleegd op 18-02-2025,
van https://wij-leren.nl/de-groepscode-boekrecensie.php

René van Engelen, auteur van 'Grip op de groep' en 'De Jongenscode', biedt in het boek 'De Groepscode' nieuwe perspectieven op groepsdynamiek in het onderwijs. Hij presenteert een nieuw, praktisch model om positieve groepen te vormen en negatieve dynamiek te verbeteren.
In de eerste hoofdstukken legt Van Engelen, gebaseerd op theorie en ervaring, uit hoe je groepsvorming in schoolklassen kan begrijpen. Hij ziet de groep als een essentiële, positieve kracht in de ontwikkeling van leerlingen.
Van Engelen onderscheidt formele groepen, zoals schoolklassen, en de spontaan gevormde informele groepen daarbinnen. Hij benadrukt het belang van een veilig klimaat door de leerkracht en de rol van informele groepen daarin.
Subgroepen
Van Engelen beschrijft de eigenschappen en ontwikkeling van een positieve groep. Hij omschrijft verschillende rollen binnen de positieve groep en legt uit hoe deze bijdragen aan een veilige en productieve leeromgeving. Tegenover de positieve groep zet hij de negatieve groep waarin leerlingen vergelijkbare rollen innemen. Alle rollen, in positieve en negatieve vorm, worden door casussen uitgelegd.
Het ‘Robbers Cave-experiment’1 heeft een belangrijke plek in het boek, om te verklaren hoe conflicten tussen (sub)groepen ontstaan. Het experiment toont aan dat er bij groepen bijna als vanzelf een wij-zij-gevoel ontstaat, en dat dit een startpunt kan zijn voor conflicten. De auteur waarschuwt daarom voor de gevaren van 'high-stakes-competition' op scholen, waarbij de vorming van formele groepen het wij-zij gevoel kan versterken. Groepsdoorbrekend werken kan de scheidslijnen tussen klassen verzachten.
Invloed leerkracht
Sturen op de vorming van een positieve groep is de ruggengraat van het boek. Het Zesfasenmodel van Remmerswaal is in het boek het uitgangspunt, in plaats van de befaamde fasen van Tuckman. Vanuit zijn praktijkervaring stelt Van Engelen dat het model van Tuckman vaak verkeerd wordt begrepen en toegepast in het onderwijs. Hij is daarin ook kritisch op zijn eerdere publicaties.
Van Engelen benadrukt de invloed van de leerkracht, die buiten de groep staat, maar een unieke relatie onderhoudt met de groep kinderen. De auteur noemt het sociaal-constructivisme als een onbewezen theorie en pleit daarom voor het Sociaal-Emotioneel Leren (SEL) als een effectief alternatief.
De leeftijd van kinderen is van grote invloed op hun behoeften en gedrag in een groep. Adolescenten zijn namelijk veel meer gericht op elkaar dan op de leerkracht. De aanpak die van Engelen voorstelt verschilt daarom in de verschillende groepen van de basisschool.
Groepscodemodel
Van Engelen introduceert het ‘Groepscodemodel’ dat hij zelf heeft ontwikkeld. Het model bestaat uit vier stadia, op groepsniveau en individueel niveau, die samen op gaan. Het idee is dat leerlingen in bepaalde rollen bijzondere aandacht vragen, terwijl je op groepsniveau interventies doet. Praktijkvoorbeelden illustreren dit in het boek.
Samenwerking tussen collega’s is cruciaal, helemaal als er een negatieve groep is in de school. Van Engelen stelt dat schoolnormen dan essentieel zijn: ‘Hoe duidelijker de normen binnen de hele school, hoe minder intens de groepsvormende processen. Hoe professioneler de leraar en de school als geheel, hoe minder intens de groepsvormende processen verlopen.’
Bruikbaarheid
‘De Groepscode’ van auteur Van Engelen is een boek dat de complexiteit van groepsdynamica in school op een toegankelijke manier benadert. Met een sterke theoretische fundering en een praktische toepassing van deze theorieën, biedt het boek een logische en praktische structuur die het tot direct bruikbare bron maakt voor leerkrachten en schoolleiders.
De nieuwe kijk op de fasen van groepsvorming en kritiek op het huidige gebruik van de fasen van Tuckman zijn interessant. Wel blijft de ervaren lezer, die wellicht al jaren met Tuckman’s model werkt, met vragen achter, aangezien een uitgebreide argumentatie van de kritiek ontbreekt.
Van Engelen merkt op dat de afsluitende fase van groepsvorming vaak wordt verwaarloosd, maar besteedt zelf ook weinig aandacht aan die fase.
Het boek benoemt de leeftijd van kinderen als belangrijke factor. Dit kan een eyeopener zijn voor leerkrachten die met meerdere leeftijdsgroepen in de bassischool werken. In vijf bladzijden vat de auteur de ontwikkelingsfasen samen. Dit smaakt naar meer.
Nieuwe inzichten
Hoewel het gedrag van de leerkracht als essentieel wordt gezien voor de groepsdynamiek, is de aandacht voor dit onderwerp beperkt. Meer aandacht voor het gedrag van leerkrachten zou het boek verder kunnen versterken, gezien het belang van deze factor.
‘De Groepscode’ is een boek dat een solide theoretische basis biedt, verrijkt met praktische inzichten en een duidelijke structuur die het tot een leerzaam en toegankelijk werk maken voor diegenen die zich in het onderwijsveld bevinden. Dit werk verdient een plek op de boekenplank van iedere leerkracht die werk wil maken van een goede sfeer in de klas. Ook ervaren leerkrachten kunnen veel leren van de nieuwe inzichten die Van Engelen met ons deelt.
Bij het boek horen lesideeën die je gratis kunt downloaden: https://www.renevanengeleneducatie.nl/downloads-de-groepscode/
1In het Robbers Cave experiment werden (in 1954) 22 elfjarigen opgesplitst in twee groepen en afzonderlijk op kamp gestuurd. Ze vormden hechte groepsbanden, kozen groepsnamen en ontwikkelden hiërarchieën. Na één week ontmoette de twee groepen elkaar. Onmiddellijk ontstond er rivaliteit, versterkt door competitieve activiteiten. Deze vijandigheid escaleerde tot de onderzoekers ingrepen. Het experiment toonde aan hoe snel groepssolidariteit en vooroordelen kunnen ontstaan en escaleren, en benadrukte de invloed van groepsdynamiek op gedrag.
Bestellen
Het boek Recensie De Groepscode is te bestellen via: