(Academische) nascholing
Marjolein Zwik
Leerkracht basisonderwijs en Master SEN bij
Geraadpleegd op 13-11-2024,
van https://wij-leren.nl/academische-nascholing.php
Ik weet dat er grotere problemen in het onderwijs zijn die om een oplossing vragen, maar dat betekent niet dat de kleinere niet benoemd kunnen worden. Grotere problemen, zoals het lerarentekort, vragen ook om grote inspanningen van vele partijen, niet in de laatste plaats van de politiek. Kleinere probleempjes kennen vaak oplossingen die snel en makkelijk uitgevoerd kunnen worden. In deze blog benoem ik er één.
Onlangs vernam ik het nascholingsprogramma van de BAB academy. Een mooi programma met onderwerpen en sprekers waar menig leerkracht zijn voordeel mee kan doen. Ik en enkele andere collega’s vroegen ons af of niet-academische leerkrachten zich ook konden inschrijven. Een antwoord liet op zich wachten en daarom heb ik hen per mail benaderd. Ondertussen las ik nog eens op de site van BAB waar zij voor staan…
Zij willen onder andere inspireren, maar als ik het goed lees willen zij vooral elkaar inspireren: Juist voor een relatief kleine beroepsgroep van academici in het basisonderwijs is het waardevol om werkervaring en wetenschappelijke kennis te delen. Daarmee kunnen deze leerkrachten elkaar blijvend inspireren en kan de kennis worden gebruikt ter verbetering van de onderwijspraktijk.
Daarnaast willen zij de professionaliteit waarborgen, maar met name hun eigen professionaliteit. Zij benadrukken iedere keer hun belang en meerwaarde voor het primair onderwijs: Professionalisering van academici in het basisonderwijs is belangrijk. Zij moeten hun capaciteiten en kwaliteiten blijvend kunnen ontwikkelen om daarmee van meerwaarde te kunnen zijn in het onderwijs.
Speerpunten van BAB zijn:
- De oprichting van de BAB academy; een onderwijsprogramma voor bijscholing voor academische leerkrachten met praktische relevantie voor het werk in het basisonderwijs.
- Toegang tot Universitaire databases om op de hoogte te blijven van recente, wetenschappelijke kennis.
Ondertussen werd er een convenant gepresenteerd en afgesloten voor academische leerkrachten po en las ik in een artikel dat de meerwaarde van academische leerkrachten erin bestaat dat zij ‘reflecteren op hun handelen en op zoek gaan naar kennis die hen verder kan helpen. Zij hebben behoefte aan kennis en verdieping.’
Ik vind het allemaal prachtig voor hen, maar hebben andere leerkrachten geen behoefte aan kennis en verdieping? Willen niet alle leerkrachten toegang tot actuele wetenschappelijke literatuur? En wordt het onderwijs geholpen door een soort tweedeling tussen academische en niet-academische nascholing? Hieronder zet ik uiteen waarom ik hier anders overdenk.
Evidence-informed onderwijs
In een blog van Hannah Bijlsma en Paul Kirchner wordt gezegd dat academische leerkrachten kritisch en analytisch zijn en bovendien buiten de gebaande wegen denken en handelen. Het woord academisch geeft echter geen garantie dat deze studenten niet vatbaar zijn voor mythes. Ik heb jonge collega’s en studenten ontmoet die afkomstig waren van de academische pabo, maar ook hen hoorde ik soms uitgaan van aannames, niet bewezen theorieën en mythes. Een goede opleiding met een doordacht curriculum onderwezen door goede docenten legt wel een goede basis om zelf kritisch na te denken over onderwijs, maar heeft een student op reguliere pabo niet hetzelfde recht op goed onderwijs? Als ook deze studenten leren hun onderwijs goed te onderbouwen, is er al een wereld gewonnen.
Net als dat academische leerkrachten vatbaar kunnen zijn voor populaire aannames, kunnen niet-academische leerkrachten kennisnemen van wetenschappelijk onderzoek en dat implementeren in hun praktijk. Er zijn ook kritische leerkrachten die reflecteren en niet zomaar elke modegril die over het onderwijs wordt uitgestort voor waar aannemen en implementeren in hun onderwijs. Kritisch denken en reflecteren is namelijk niet voorbehouden aan een academische vooropleiding, maar is eerder afhankelijk van kennis over het onderwerp. Die kennis kun je ook op een andere manier hebben opgedaan onafhankelijk van je vooropleiding. Sterker nog, in het verleden waren leerkrachten min of meer gedwongen hun kennis te vergroten buiten de gebaande academische weg. De eerste academische pabo opende namelijk pas in 2008 haar deuren. Er zijn oudere collega’s die ooit de pa of later de pabo hebben gedaan met een vwo-vooropleiding. In onze tijd bestond de academische pabo niet en kon deze keuze dus niet gemaakt worden. Zouden zij in deze tijd de keuze hebben, zouden zij gewoon toegang tot de academisch variant hebben. Eerlijk is eerlijk, er bestaat zeker een kans dat ik nu de keuze zou maken voor een academische pabo, maar zou ik dan een betere leraar zijn dan ik nu ben…?
Expert-leerkrachten
Ondertussen zijn er leraren (die nooit de mogelijkheid hadden de academische pabo te doen) die tientallen jaren ervaring hebben opgedaan, cursussen hebben gevolgd, masters hebben afgerond (vaak een hbo-master, die mooi aansloot op de dagelijkse praktijk en goed te combineren was met een baan) en hun vak hebben bijgehouden door bijvoorbeeld literatuurstudie. Dit betreft leerkrachten met of zonder vwo-vooropleiding. Zij zijn uitgegroeid tot expert-leraren en vervullen met verve deze rol binnen hun organisatie. Daar moet het onderwijs erg blij mee zijn, want niet elke school beschikt over academische leerkrachten en dan zou de uitkomst van onderwijsonderzoek op veel scholen nog minder makkelijk zijn weg naar de klas vinden.
Het doet mij denken aan de discussie over de BIG 2 die momenteel plaatsvindt. Verpleegkundigen die voor 2012 geschoold zijn, zouden nu plots niet meer voldoen aan de eisen om werk uit te voeren dat zij al jarenlang doen. Zij konden tijdens hun opleiding toentertijd niet aan eisen voldoen die nog niet bestonden, maar hebben deze kennis en vaardigheden na hun afstuderen in de praktijk of via nascholing alsnog opgedaan. Leraren die hun opleiding hebben gedaan voor 2008 konden niet kiezen voor een academische variant. Dat wil niet zeggen dat zij inmiddels niet de kennis hebben om een nascholing op academische niveau te volgen. Ik zie een parallel.
Kirschner en Bijlsma vragen zich verder af of we academische leerkrachten liever kwijt dan rijk zijn. Dat ze weinig ruimte krijgen om hun expertise in te zetten en ‘lastig’ worden gevonden. Maar worden zij lastig gevonden? Een aparte beroepsvereniging die aparte scholingen organiseert, insteekt op een aparte salarisschaal en vrijgestelde tijd voor taken die gericht zijn op het verbeteren van de onderwijskwaliteit stelt zichzelf toch enigszins buiten de groep. Laten we meer samen optrekken. Academisch leerkrachten hebben immers wel toegang tot alle nascholingen, maar niet-academische leerkrachten blijkbaar niet.
Ik ben wel van mening dat het onderwijs beter gebruik kan maken van de aanwezige kennis in de beroepsgroep. Het is inderdaad belangrijk om ruimte te creëren voor (expert-)leerkrachten of deze nu wel of geen academische achtergrond hebben. Het erkennen en inzetten van expert-leerkrachten inspireert en stimuleert deze leraren én anderen en zo kan een heel team (en dus alle leerlingen) profiteren van de opgedane kennis. De verscheidenheid van schoolteams heeft dus zeker meerwaarde.
Gelijke kansen
We hebben onze mond vol over gelijke kansen voor kinderen. Gelijke kansen die onder druk staan door onder andere de vroege selectie en het verschil in voorkennis door opvoeding. Ondertussen organiseert een deel van de beroepsgroep nascholingen voor een selectief deel van de collega’s die andere voorkennis heeft. Ook hier zie ik een parallel. Nascholing, academische of niet-academische, zou voor de hele beroepsgroep toegankelijk moeten zijn, zodat ook hier sprake is van gelijke kansen. Ik vermoed dat het niet direct storm zal lopen, maar het gaat mij om het principe.
Als je het onderwijs een warm hart toedraagt en het belangrijk vindt dat onderzoek en onderwijs elkaar vinden, zodat onderwijsonderzoek zijn weg naar de klas vindt en het onderwijs daardoor verbetert, dan sluit je de huidige leerkrachten zonder academische achtergrond niet uit van academische (na)scholing. Doe je dat wel, dan lijkt het er toch op zijn minst op dat er een soort een eliteclubje binnen het po wordt gevormd. Ik vermoed dat dat meer tot irritatie leidt dan dat zij als een bedreiging worden gezien door de huidige beroepsgroep. En dat is erg jammer… voor beide partijen.
Ondertussen ontving ik per mail het antwoord op de vraag of deze nascholing ook toegankelijk is voor niet-academische leerkrachten: ‘Het klopt dat de BAB Academy voor academische leerkrachten toegankelijk is. In het derde kwartet (en misschien ook al het tweede) zal het hoorcollege wel openbaar zijn.’ Ik lees (gelukkig) enige beweging richting de rest van de beroepsgroep.