Kennisplatform
Nog enkele plaatsen vrij bij Medilex: Congres Kleutertaal.

Studiesucces deel 1: studentsucces

Rens Gresnigt
Docent, Consultant, Onderzoeker bij Fontys University   

Gresnigt, R., & Gorissen, C. (2024). Studiesucces deel 1: studentsucces.
Geraadpleegd op 13-11-2024,
van https://wij-leren.nl/Studiesucces-studentsucces-1.php
Geplaatst op 7 oktober 2024
Factoren die van invloed zijn op studiesucces

Dit artikel is geschreven samen met Chantal Gorissen.

Studiesucces in het (hoger)onderwijs is een term die veel gebruikt wordt maar ook vanuit veel verschillende kanten kan worden belicht. Voor sommige draait het om (kosten)efficiënt onderwijs met hoge slagingspercentages en weinig uitval en switch. Anderen leggen ook de nadruk ‘studentsucces’: sociaal-emotioneel welbevinden, voldoening en persoonlijke groei van studenten. In dit artikel, deel 1 van een tweeluik, verkennen we wat studiesucces is en hoe we studiesucces in het onderwijs kunnen bevorderen vanuit het studentsucces perspectief. In deel 2 van dit artikel zullen we het bevorderen van studiesucces vanuit het perspectief van het curriculum en kennis over leren en instructie bekijken.

Het bevorderen van studiesucces is een thema van alle tijden. Maar de laatste jaren lijkt er extra veel aandacht voor het thema. Voormalig minister Dijkgraaf zet in de Kohnstammlezing ‘Hoe talent op zijn plek valt’ (Dijkgraaf, 2022) dit mooi neer. Hij geeft enerzijds aan dat het belangrijk is om tegenover de samenleving verantwoording af te leggen over studiesucces vanuit kosten perspectief: krijgt de burger waar voor haar geld? Er gaan immers vele miljarden vanuit de overheidsbegroting richting het onderwijs. Studiesucces draait vanuit dat perspectief dus om efficiëntie en rendement.

Anderzijds benadrukt Dijkgraaf dat onderwijs meer is dan toetsen afleggen. In het onderwijs moeten we, volgens Dijkgraaf, ruimte bieden aan talent zodat iedereen ‘de bestemming kan bereiken die in hen zit’ (p.22). We parafraseren een aantal uitspraken die Dijkgraaf daarbij gebruikt: talenten moeten kunnen floreren, studeren is niet stressen richting de finishlijn maar ruimte om te spelen, ruimte in je hoofd om na te kunnen denken over de wereld en persoonlijke groei via een kronkelpad dat studenten zelf kiezen. 

In het eerste deel van dit artikel kijken we nog wat verder naar de definitie van Studiesucces om vervolgens in te zoomen op de factoren die van invloed kunnen zijn op studiesucces en hoe we studiesucces gericht op persoonlijke groei en welzijn positief kunnen beïnvloeden. 

Wat is studiesucces?

Uit de monitor beleidsmaatregelen hoger onderwijs (Broek et al., 2023) blijkt dat: bijna veertig procent van de bachelorstudenten (HBO en WO) zelf een studieachterstand rapporteert; dertig procent van de eerstejaars studenten uitviel of switchte; iets meer dan de helft van de studenten in het hbo haalt binnen vijf jaar het diploma. Ondanks dat wij, de auteurs van het artikel, al bijna twee decennia in het onderwijs actief zijn en wel wat gewend zijn, blijven het toch telkens weer schokkende cijfers. Studiesucces heeft dus in ieder geval (ook) met dit soort cijfers te maken. Kennisrotonde (2022) definieert bijvoorbeeld studiesucces als het uitblijven van uitval en switch. Binnen Hogeschool Rotterdam (Klatter et al., 2019) wordt studiesucces beschreven als: “Met succesvol studeren wordt in de door ons bestudeerde literatuur bedoeld dat er geen onnodige uitval plaatsvindt, dat studenten geen onnodige studievertraging oplopen en uiteindelijk afstuderen met een hoogwaardig diploma dat hen een startkwalificatie biedt voor de arbeidsmarkt (p.15).” Met andere woorden, het heeft met de kwantiteit (vgl. Cohen-Schotanus et al., 2019) van het studierendement te maken.

Zoals we in de inleiding al schetsen kan studiesucces ook in een breder perspectief bekeken worden. Studiesucces gaat ook over de student en zijn persoonlijke ontwikkeling. De monitor Mentale gezondheid van studenten in het hoger onderwijs (Dopmeijer et al., 2021; Nuijen et al., 2023) laat bijvoorbeeld zien dat ongeveer de helft van de studenten psychische klachten ervaart en het mentaal welbevinden (veerkracht, mentale gezondheid en levenstevredenheid) van studenten niet in balans is. Studenten ervaren veel stress, prestatiedruk en slaapproblemen, wat weer samenhangt met hun mindere mentale gezondheid.

Studiesucces heeft te maken met kwantiteit van het studierendement, maar kan ook bekeken worden vanuit het perspectief van persoonlijke ontwikkeling.

Studiesucces gaat daarmee dus ook over bijvoorbeeld onderpresteren. Bij onderpresteren blijven de feitelijke studieprestaties achter bij de intellectuele vermogens (Kennisrotonde, 2018). Maar ook over tevredenheid van de studenten, carrière succes en persoonlijke groei (Alyahyan & Düstegör, 2020). Biesta benadrukt al jaren het bredere belang van onderwijs. Niet alleen kennis en vaardigheden (kwalificatie) zijn belangrijk maar ook persoonsvorming en socialisatie (Biesta, 2015). Onderwijsverbetering is ook volgens hem meer dan het verhogen van effectiviteit van educatieve processen (Biesta, 2022). Met andere woorden, bij studiesucces gaat het ook om een kwalitatieve component (Cohen-Schotanus et al., 2019) die breder is en daarom lastiger te definiëren.

Kijken naar studiesucces vanuit een breed perspectief over leer/onderwijs efficiëntie én welzijn/prestatiedruk vraagt soms balanceren op een dunne lijn. Een voorbeeld om dit te illustreren is het bindende studieadvies dat hogescholen en universiteiten (en relatief recent ook het mbo) na het eerste studiejaar aan hun studenten moeten geven. Een paar jaar geleden werd nog volop ingezet op ‘nominaal is normaal’, een student moest alle vakken en toetsen van het hele jaar halen (60 studiepunten) om niet van de opleiding te worden gestuurd. Bij een goed ingericht curriculum en om het leren te stimuleren is “een norm van 60 punten is de beste norm” (Cohen-Schotanus et al., 2019, p. 78). De afgelopen tijd is juist veel aandacht voor een norm van maximaal 30 punten. Studenten moeten de tijd krijgen om zich te ontwikkelen om de mentale stress die studenten ervaren door te veel prestatiedruk te verzachten (Rijksoverheid, 2023). In het belang van studenten welzijn moet de norm niet te hoog liggen is de redenatie. Oog hebben voor alle facetten van studiesucces blijft dus belangrijk. 

We sluiten voor dit artikel daarom aan bij brede beschrijvingen van studiesucces waarin alle hierboven perspectieven opgenomen zijn. Kennisrotonde (2020) beschrijft dit als volgt: “kunnen kiezen wat bij je past, minder kans op uitval uit de opleiding, goede leerresultaten en een goede toerusting voor doorstroom naar werk, vervolgonderwijs en burgerschap.” Ook Meens (2018) hanteert een brede blik op studiesucces waarbij studentsucces ook belangrijk is: “objectief studiesucces in de vorm van retentie en behaalde studiepunten, maar ook subjectief studiesucces zoals sociaal-emotioneel welbevinden. […] Naast academische prestaties en sociaal-emotioneel welbevinden zou studentsucces ook intrinsieke motivatie, zelfdeterminatie en identiteitsontwikkeling moeten bevatten.”

Factoren die meespelen 

Studiesucces kan door heel veel factoren beïnvloed worden. Cohen-Schotanus et al. (2019) noemen studiesucces een ‘cocktail variabele’ waarbij de samenhang tussen veel verschillende variabelen een geheel vormt. Voor het hoger onderwijs beschrijven twee reviews variabelen die samenhangen met studiesucces, Alyahyan en Düstegör (2020) en Schneider en Preckel (2017). Alyahyan en Düstegör beschrijven een aantal basiscategorieën: Leeromgeving, Demografie, Psychologie en eerdere leerresultaten (vaak Intelligentie en eerdere leerresultaten genoemd). Schneider en Preckel maken een indeling die nog een stap hoger ligt: instructie gerelateerde variabelen en student gerelateerde variabelen.

Onder de instructie gerelateerde variabelen vallen zaken die met het onderwijs te maken hebben zoals het curriculumontwerp, de rol van de docent en het belang van leren studeren. In artikel 2 gaan we nader in op deze onderwerpen.

In dit artikel kijken we naar student gerelateerde zaken. De categorieën die in de analyse van Schneider and Preckel (2017) de meeste variabelen bevatten die sterk samenhangen met Studiesucces staan boven aan in Tabel 1. Een nadeel van de studie van Schneider en Preckel (2017) is dat zij zich met name gericht hebben op de smalle definitie van studiesucces die gericht is op academische prestatie (het behalen van opleidingsdoelen/studiepunten) en minder op het deel van studiesucces dat gericht is op sociaal-emotioneel welbevinden en tevredenheid over de gekozen studie en tevredenheid over de latere carrière. Daarom staat onderaan tabel 1 een toevoeging beschreven in het proefschrift van Evelyne Meens (2018) over student keuzes en studiesucces en een literatuurstudie van Van Baar en collega’s (2023) over prestatiedruk en stress.

CategorieVariabelen die een groot effect hebben op Studiesucces Voorbeeld variabelen die gemiddeld effect hebben op Studiesucces
Intelligentie en eerdere leerresultatenCijfers van de vooropleiding (grade point average). Score op toelatingstoetsen of toetsen in de (reeds gestarte) opleiding.Aanbevelingsbrief van docent. Intelligentie.
MotivatieSelf efficay (het geloof in je eigen vermogen via planning en vaardigheden te komen tot het succesvol uitvoeren van een taak). Het streven naar hoge assessment/toets scores. De inzet (commitment) voor het behalen van succes.
Persoonlijkheid en psychologieZelfregulatie zoals doorzettingsvermogen en inzet.

Zelfregulatie zoals georganiseerd, nauwkeurig, planmatig en plichtsgetrouw werken. Emotionele intelligentie. Plezier hebben in cognitieve activiteiten.

Geen toets angst hebben.

Strategieën en contextAanwezigheid bij leeractiviteiten (class attendance),Financiële ondersteuning (via beurs of familie). Leren strategisch en geconcentreerd aanpakken. Samen met andere studenten leren. Hulp vragen aan anderen. Geen oppervlakkige leeraanpak hebben en geen uitstel gedrag vertonen. 
Studiekeuze (Meens, 2018)Verkeerde studiekeuze als gevolg van onbewust kiezen of kiezen op basis van extrinsieke motivatie. Verkeerde verwachtingen ten aanzien van wat de studie en het beroep inhouden. Je thuis voelen (sociale en academische integratie).
Prestatiedruk en stress (Van Baar et al., 2023)Te weinig slaap hangt samen met stress en zorgt voor slechtere prestaties. Financiële stress, een gebrek aan sociale steun en een te veel sociale druk dragen bij aan stress en prestatiedruk bij studenten. Daarnaast ervaren specifieke groepen meer stress: Minderheden, studenten met beperkingen, studenten met zorgen over hun gezondheid en studenten die discriminatie ervaren. Ook ervaren vrouwen meer stress dan mannen, vooral aan het begin van de studie. 

Tabel 1: Studentgerelateerde factoren met gemiddelde en grootte samenhangen met Studiesucces.

Opmerking: de genoemde variabelen hebben effect groottes boven 0.35 (voor gemiddeld) en 0.65 (voor hoog), (uit:Schneider & Preckel, 2017). Terminologie in de tabel is aangevuld op basis van Alyahyan and Düstegör (2020). In de twee laatste rijen staan factoren uit onderzoek van Meens (2018) en Van Baar et al. (2023), in die onderzoeken staan geen effectgroottes.

Naast de factoren uit bovenstaande tabel die een gemiddelde of sterke samenhang hebben met studiesucces zijn er ook nog veel factoren die wel een statistisch relatief klein verband hebben met studiesucces. Het gaat te ver om al deze variabelen (105 in totaal) in dit artikel op te nemen.

In de volgende paragraaf gaan we kijken hoe we studiesucces positief kunnen beïnvloeden. Sommige van de variabelen uit tabel 1 hebben een flink effect op Studiesucces, maar kunnen we niet in het onderwijs beïnvloeden (bv. intelligentie en financiële ondersteuning) terwijl andere factoren juist wel binnen het bereik van een opleiding, de docenten en de studenten ligt om te beïnvloeden en wellicht niet in deze tabel staan omdat we niet alle variabelen konden opnemen.

Studentsucces positief beïnvloeden 

Hieronder benoemen we, in vier subparagrafen, belangrijke student gerelateerde variabelen die we kunnen proberen te beïnvloeden om de kans op studiesucces zo groot mogelijk te maken. Daarbij is het belangrijk om steeds de gehele inrichting en ontwerp van het onderwijs te overzien. Een single-issue-oplossing kiezen draagt meestal niet of onvoldoende bij aan een echte verbetering van studiesucces (Cohen-Schotanus et al., 2019). Veel interventies hebben invloed op meerdere aspecten zoals benoemd in tabel 1. Het is dan ook niet voor niks dat Meens en Dijkstra (2021), Cohen-Schotanus en collega’s (2019) en Klatter en collega’s (2019) expliciet aangeven dat het werken aan studiesucces binnen een opleiding een integrale aanpak vraagt. Werk aan het geheel en niet aan losse factoren/variabelen.

Voor de start – oriëntatie 

Het niet uitkomen van verwachtingen en het maken van een verkeerde studiekeuze zijn redenen waarom studenten uitvallen in het eerste jaar (Meens & Dijkstra, 2021). Het is dus belangrijk dat studenten een goed beeld krijgen van een opleiding. Veel voorlichtingsactiviteiten van opleidingen, zoals opendagen, hebben de neiging om met name een wervend karakter te hebben. Aankomend studenten krijgen daardoor wellicht niet altijd een compleet beeld van de studie. 

Om studiesucces te bevorderen kan dus ingezet worden op het creëren van mogelijkheden zodat aankomend studenten een reëel beeld krijgen van de opleiding. We zien bijvoorbeeld steeds meer meeloopdagen waarbij een aankomend student meeloopt tijdens een reguliere lesdag. Van proefstuderen is al eerder aangetoond dat het een positief effect heeft op studiesucces (Niessen et al., 2016). Een voordeel van dit soort activiteiten is dat een aankomend student niet slechts informatie krijgt, maar een deel van de opleiding zelf al kan ervaren. Het is makkelijker om vervolgens te reflecteren op een concrete ervaringen (vond ik dit leuk, past dit bij mij?) dan te reflecteren over toekomstige verwachtingen op basis van theoretische informatie over de opleiding. Studenten stimuleren om deel te nemen aan meeloopdagen en proefstuderen is dus belangrijk om te zorgen dat ze een realistisch beeld van een opleiding creëren waardoor aankomend studenten een bewuste studiekeuze maken en de kans op uitval kleiner is (Meens, 2018). Meens benoemd dat het dus ook belangrijk is dat bijvoorbeeld ouders en decanen de aankomend studenten stimuleren en begeleiden bij deze oriëntatie activiteiten. Vooral het voeren van gesprekken over studiekeuze wordt door studenten zelf als erg behulpzaam ervaren in het reflecteren op hun studiekeuze (zie bijvoorbeeld hier ervaringen van Fontys Hogeschool).

Werken aan verwachtingen en selectie voor aanvang is een manier om studiesucces te beïnvloeden.

De groep studenten die instroomt in opleiding is ook heel divers. Niet alleen kunnen aankomend studenten variëren in hun vooropleiding, ook hun (culturele en/of sociale) achtergrond zorgt voor veel diversiteit. Bijspijkerprogramma’s of schakelmodules gericht op de inhoud kunnen een eventuele kloof tussen de vooropleiding en de opleiding verkleinen (Klatter et al., 2019). Ook kunnen interventies ingezet worden om hbo of academische vaardigheden te oefenen of sociaal emotionele vaardigheden (door) te ontwikkelen (Meens & Dijkstra, 2021). Een duurzame samenwerking met partners in de onderwijsketen bij het inrichten van voorbereidingsmodules en of deficiëntieonderwijs kan studiesucces helpen verhogen.

In het kader van studiesucces is ‘selectie’ voor aanvang van een opleiding veel bediscussieerd onderwerp. Cohen-Schotanus en collega’s (2019) hebben diverse selectiemethoden bekeken en concluderen dat selectie meestal niet leidt tot een hogere kans op studiesucces. Ze geven aan dat dit met name komt omdat de gebruikte instrumenten zoals persoonlijke interviews, referentiebrieven, persoonlijkheidstest en motivatiebrieven vaak te weinig voorspellende waarde hebben en/of ondeugdelijk zijn. Selecteren bevordert volgens Cohen-Schotanus en collega’s (onbewust) eerder de ongelijkheid in het onderwijs. Studenten met niet westerse migratieachtergrond, mannelijke studenten en studenten met lager opgeleide ouders en studenten uit lagere-inkomensgroep zijn ondervertegenwoordigd in opleidingen die werken met selectieprocedures (Cohen-Schotanus et al., 2019). Om studiesucces van opleidingen te verhogen lijkt selectie aan/voor de poort dus geen goed idee. 

Transities 

Zowel Klatter en collega’s (2019) als Cohen-Schotanus en collega’s (2019) geven aan dat transities waar een student moet wennen aan veranderingen in relaties, verwachtingen en rollen belangrijk zijn in het kader van studiesucces. Hierboven hebben we al beschreven wat belangrijk is in het kader van oriëntatie voor een nieuwe opleiding. Daarnaast is het ook belangrijk om te kijken naar de eerste fase in de nieuwe opleiding en naar de overgang naar de arbeidsmarkt (of nog een vervolgstudie). 

Bij een overgang van het voortgezet onderwijs naar het hoger onderwijs is het belangrijk om rekening te houden met cultuur verschillen. In het hoger onderwijs wordt vaak een groter beroep gedaan op zelfsturing van de student, is er minder sturing vanuit de leraar en neemt de hoeveelheid en complexiteit van de leerstof toe (Cohen-Schotanus et al., 2019).Daarom is het bij de start van een nieuwe opleiding goed om extra aandacht te hebben voor begeleiding, structuur en duidelijkheid zodat de nieuwe student zich succesvol aan kan passen aan de nieuwe omgeving, manier van werken en cultuur (academische integratie). Het inzetten van peer-coaches waarbij meestal oudere jaarsstudenten worden gekoppeld aan jongere studenten wordt door Klatter en collega’s (2019) als waardevolle aanpak beschreven.

Aandacht voor transitiefasen is van groot belang.

Het is daarnaast belangrijk om in de eerste fase van de opleiding sociale interactie binnen de opleiding te stimuleren (Klatter et al., 2019). Vrienden uit het voortgezet onderwijs gaan meestal allemaal een eigen kant uit waardoor in de nieuwe opleiding een nieuw gevoel van ‘thuis voelen’ gecreëerd moet worden. Bijvoorbeeld door mentoringsprogramma’s voor alle eerstejaars; het inbouwen van activiteiten voor studenten en docenten zoals borrels, lezingen en sport in het lesrooster zodat uitgedragen wordt dat deze onderdeel zijn van de opleiding; budget en ontmoetingsruimtes voor studieverenigingen (Deunk & Korpershoek, 2021). Zeker in een omgeving waar de diversiteit van de studentpopulatie vaak groot is is het volgens Wolff (2013) belangrijk om 1) als opleiding zelf ook te sturen op sociale integratie door groepsindelingen samen te laten stellen door de opleiding, groepssamenstellingen regelmatig te laten rouleren, een hoge aanwezigheidsplicht 2) persoonlijke benadering en betrokkenheid te tonen via bijvoorbeeld begeleiding en belangstelling voor de achtergrond van individuele studenten 3) kleinschaligheid na te streven door te werken in kleine groepen, samenhang tussen vakken en veel overleg tussen docenten. Overigens gaat sociale integratie vaak nog vooraf aan academische integratie. Zonder sociale en academische integratie is de kans op uitval groter (Kennisrotonde, 2022; Meens & Dijkstra, 2021).

Ook de overgang vanuit het hoger onderwijs naar de arbeidsmarkt of een vervolgstudie is weer een transitiefase. Door aandacht te hebben voor loopbaan oriëntatie en een goede relatie te hebben met het werkveld, bijvoorbeeld door een actief alumni netwerk, kan de opleiding eraan bijdragen dat de student zich toegerust voelt voor een succesvolle vervolgstap (Meens & Dijkstra, 2021). 

Zelfsturende student 

Meens en collega’s (2020) werken studiesucces uit in het licht van de Self Determination Theory (Deci & Ryan, 2002) waarin de behoefte aan autonomie, verbondenheid en competentie centraal staat. Als de leeromgeving tegemoet komt aan deze drie pijlers dan, geven Meens en collega’s aan, ervaart de student ook meer zelfsturing en intrinsieke motivatie waardoor het studiesucces ook hoger is. Daarmee draagt het positief beïnvloeden van zelfsturing dus bij aan ‘Motivatie’ en ‘Persoonlijkheid en psychologie’ zoals benoemd in tabel 1 hierboven.

Zelfsturing wordt door Duckworth en collega’s (2019) gedefinieerd als: “the self-initiated regulation of thoughts, feelings, and actions when enduringly valued goals conflict with momentarily more gratifying goals”. Vrij vertaald: het op eigen initiatief reguleren van gedachten, gevoelens en acties als lange termijn doelen conflicteren met meer bevredigende korte termijn doelen. Bijvoorbeeld: er zelf voor kiezen om toch te werken het vullen van je (assessment)portfolio terwijl er ook een leuke stapavond in de kroeg is.

Zowel Meens (2018) als Klatter en collega’s (2019) geven aan dat het belangrijk is om speciale aandacht te besteden aan de eerste weken en maanden van de nieuwe studie. Door tijdens en na de eerste lesweken en toetsen samen met studenten te kijken naar hoe het met hun sociale en academische integratie, het zelfvertrouwen en hun tevredenheid staat kan de motivatie positief beïnvloed worden (Meens, 2018). De werkende mechanismen achter deze interventie komen waarschijnlijk doordat studenten een gevoel van ondersteuning ervaren (Klatter et al., 2019) en ze geholpen worden bij het sturen van hun leerproces bijvoorbeeld door het maken van plannen, persoonlijke regels en gewoonten (Duckworth et al., 2019).

De opleiding kan een actieve rol spelen in het stimuleren en begeleiden van zelfsturing, ook wel autonomie ondersteuning. Autonomie ondersteuning betekend dat een individu in een gezaghebbende positie (bijv. een docent) het perspectief van de ander (bijv. een leerling) inneemt, de gevoelens van de ander erkent en de ander relevante informatie en keuzemogelijkheden biedt, terwijl het gebruik van druk en eisen tot een minimum wordt beperkt (Black & Deci, 2000).

Okoda (2021) vat zes aspecten van autonomie-ondersteunend onderwijs samen zoals geformuleerd door Reeve (2016): (a) rekening houden met het perspectief van de student; (b) innerlijke motivatiebronnen aanwakkeren; (c) het toelichten van onderliggende gedachtegangen; (d) informatief taalgebruik zonder druk te verhogen; (e) negatieve emoties over het onderwijs erkennen en accepteren; en (f) geduld tonen. Ook een autonomie ondersteunende coaching stijl is belangrijk, hierbij wordt de student actief uitgenodigd om te participeren met input en suggesties en stem je als coach je aanpak steeds af op door in te steken vanuit studentperspectief (Schreurs et al., 2023).

Daarnaast draagt het stimuleren van denkstijlen gericht op succesvolle ontwikkeling bij aan studiesucces (Schmidt & Koljenovic, z.d.). Hierbij is er een parallel met de Growth Mindset theorie van Dweck (2015) hoewel daar soms nog flink debat is (Fletcher-Wood, 2022) lijkt het stimuleren van het geloof in het kunnen ontwikkelen van je eigen vaardigheden waardevol te zijn voor studentsucces. Deze parallel is ook te vinden in de behoefte aan een gevoel van competentie vanuit de Self Determination Theory (Deci & Ryan, 2002).

Welzijn en stress

Het welzijn van de student correleert met de studieprestaties (Bücker et al., 2018). Daarnaast is sociaal emotioneel welbevinden een belangrijk onderdeel van onze brede definitie van studiesucces. Studentenwelzijn, prestatiedruk en stress zijn thema’s die de laatste jaren steeds meer aandacht krijgen (Dopmeijer et al., 2023). Studentenwelzijn staat onder druk (Van der Wegen & De Koning, 2023) en het is daarom belangrijk om te kijken hoe wel het studentenwelzijn positief kunnen beïnvloeden. 

Mede op basis van het onderzoek van Dopmeijer en collega’s (2023) hebben het Trimbos-instituut en Expertisecentrum Inclusief Onderwijs (ECIO) een handreiking opgesteld met handvatten en tips (Scheeren et al., 2023). Twee pijlers in die handreiking hebben betrekking op ‘Binding en sociale steun’ en ‘Ondersteuning en begeleiding’. Suggesties voor deze onderwerpen staan reeds in de twee bovenstaande paragrafen. Een extra toevoeging in de handreiking uit 2023 is de mogelijkheid voor maatwerk afgestemd op de student. Zo is er bijvoorbeeld de suggestie om naast offline ook online facilitering in te richten, deze wordt vaak als laagdrempelig ervaren. Deze suggesties sluiten ook aan bij het onderzoek van (Deunk & Korpershoek, 2021) over studentenwelzijn. Ook zij geven suggesties om de drempels om hulp te zoek te ververlagen door bijvoorbeeld samen te werken met studieverenigingen.

Twee andere pijlers uit de handreiking van Trimpos en ECIO hebben betrekking op het ‘normaliseren van (het gesprek rondom) prestatiedruk, stress en mentaal welzijn’ en ‘duidelijke informatievoorziening’ (Scheeren et al., 2023). Concrete tips zijn bijvoorbeeld het inzetten van onderwijsprofessionals als rolmodellen door zelf het gesprek op gang te brengen en ook eigen ervaringen in te brengen; doelbewuste communicatie in te zetten en duidelijke informatie over ondersteuningsmogelijkheden; eenduidige en goed vindbare studiegidsen met alle informatie over een vak. Deunk en Korpershoek (2021) benoemen in dit kader ook nog dat berichten buiten kantooruren en deadlines om middernacht stress en prestatiedruk versterken. Ook geven ze aan dat het goed is om te communiceren dat de opleiding een gezamenlijke (leer)gemeenschap vormt en dat niet ‘alles zelfstandig’ moet. 

Afsluiting:

In dit artikel hebben we gekeken naar met name de studentgerichte variabelen van studiesucces. Sommige variabelen zoals intelligentie en persoonlijkheid zijn lastig te beïnvloeden. We hebben daarom in het laatste deel van dit artikel met name aandacht gehad voor zaken die wel door de student en de opleiding te beïnvloeden zijn. We zagen dat studiesucces al tijdens de oriëntatie fase positief beïnvloed kan worden. Vervolgens is het belangrijk om juist tijdens transitiefases oog te hebben begeleiding en structuur. We eindigden met aandacht voor zelfsturing en autonomie ondersteuning tijdens de opleiding en het belang van studentenwelzijn en stress.

In deel 2 verleggen we het perspectief vanuit studentsucces meer naar variabelen die met het curriculum, leren en instructie te maken hebben. 

Suggestie om verder te lezen: 
Roadmap to studiesucces (Meens & Dijkstra, 2021) pagina 23-38

Literatuurlijst

  • Alyahyan, E., & Düstegör, D. (2020). Predicting academic success in higher education: literature review and best practices. International Journal of Educational Technology in Higher Education, 17(1), 3. https://doi.org/10.1186/s41239-020-0177-7
  • Biesta, G. (2015). Persoonsvorming of subjectificatie? Een poging tot verdere verheldering. https://wij-leren.nl/persoonsvorming-subjectificatie.php
  • Biesta, G. (2022). Onderwijsonderzoek: een onorthodoxe introductie. Boom.
  • Black, A. E., & Deci, E. L. (2000). The effects of instructors' autonomy support and students' autonomous motivation on learning organic chemistry: A self-determination theory perspective. Science education, 84(6), 740-756.
  • Broek, A. v. d., Termorshuizen, T., & Cuppen, J. (Eds.). (2023). Monitor beleidsmaatregelen hoger onderwijs 2022-2023. ResearchNed.
  • Bücker, S., Nuraydin, S., Simonsmeier, B. A., Schneider, M., & Luhmann, M. (2018). Subjective well-being and academic achievement: A meta-analysis. Journal of Research in Personality, 74, 83-94. https://doi.org/https://doi.org/10.1016/j.jrp.2018.02.007
  • Cohen-Schotanus, J., Visser, K., Jansen, E., & Bax, A. (2019). Studiesucces door onderwijskwaliteit. Boom.
  • Deci, E. L., & Ryan, R. M. (2002). Handbook of self-determination research. University Rochester Press.
  • Deunk, M., & Korpershoek, H. (2021). Studentenwelzijn in het hoger onderwijs.
  • Dijkgraaf, R. (2022). Kohnstammlezing: Hoe talent op zijn plek valt.
  • Dopmeijer, J., Nuijen, J., Busch, M., Tak, N., & Verweij, A. (2021). Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik Studenten hoger onderwijs. Deelrapport I. Mentale gezondheid van studenten in het hoger onderwijs.
  • Dopmeijer, J., Scheeren, L., Van Baar, J., & Bremer, B. (2023). Harder Better Faster Stronger? Een onderzoek naar risicofactoren en oplossingen voor prestatiedruk en stress van studenten in het hbo en wo.
  • Duckworth, A. L., Taxer, J. L., Eskreis-Winkler, L., Galla, B. M., & Gross, J. J. (2019). Self-Control and Academic Achievement. 70(1), 373-399. https://doi.org/10.1146/annurev-psych-010418-103230
  • Dweck, C. (2015). Carol Dweck revisits the growth mindset. Education week, 35(5), 20-24.
  • Fletcher-Wood, H. (2022). Is growth mindset real? New evidence, new conclusions. https://improvingteaching.co.uk/2022/03/06/is-growth-mindset-real-new-evidence-new-conclusions/
  • Kennisrotonde. (2018). Welke docentinterventies bevorderen het studiesucces van onderpresterende jongens (en meisjes) in de onderbouw van het voortgezet onderwijs? (KR. 522) Kennisrotonde. https://www.kennisrotonde.nl/sites/kennisrotonde/files/migrate/522-antwoord-verband-ongewenst-gedrag-en-onderpresteren.pdf
  • Kennisrotonde. (2020). In hoeverre draagt zelfreflectie door mbo-4 studenten in de context van studieloopbaanbegeleiding bij aan hun studiesucces? (KR. 1021) Kennisrotonde.
  • Kennisrotonde. (2022). Wat kunnen (tweedegraads) lerarenopleidingen doen om het studiesucces van hun studenten te bevorderen? (KR. 1451). Kennisrotonde.
  • Klatter, E. B., Visser, K., Theeuwes, S., Wassenaar, T., & van Veen, T. (2019). Grip op studiesucces: adviesrapport studiesucces.
  • Meens, E. E. M. (2018). Motivation: Individual differences in students' educational choices and study success Tilburg Universiteit].
  • Meens, E. E. M., & Dijkstra, A. (2021). Studentsucces: Verdiepingsdocument bij verkenningsrapport ‘HEO met regie naar verantwoordelijkheid’.
  • Meens, E. E. M., Meuelenbroeks, N., & Speetjens, J. E. F. (2020). De zelfsturende student in het hoger onderwijs. Zorgbreed, 17(4), 26-31.
  • Niessen, A. S. M., Meijer, R. R., & Tendeiro, J. N. (2016). Predicting performance in higher education using proximal predictors. PloS one, 11(4). https://doi.org/https://doi.org/10.1371/journal.pone.0153663
  • Nuijen, J., Verweij, A., Dopmeijer, J., Van Wamel, A., Schouten, F., Buijs, M., Van der Horst, M., & Van den Brink, C. (2023). Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik Studenten hoger onderwijs 2023. https://www.trimbos.nl/wp-content/uploads/2023/11/AF2137-Monitor-Mentale-gezondheid-en-Middelengebruik-Studenten-hoger-onderwijs-.pdf
  • Okada, R. (2021). Effects of Perceived Autonomy Support on Academic Achievement and Motivation Among Higher Education Students: A Meta-Analysis. Japanese Psychological Research. https://doi.org/https://doi.org/10.1111/jpr.12380
  • Reeve, J. (2016). Autonomy-supportive teaching: What it is, how to do it. In W. C. Liu, J. C. K. Wang, & R. M. Ryan (Eds.), Building autonomous learners: Perspectives from research practice using self-determination theory (pp. 129-152). Springer.
  • Rijksoverheid. (2023). Verbeteren van welzijn studenten door aanpassen bsa https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2023/05/08/verbeteren-van-welzijn-studenten-door-aanpassen-bsa
  • Scheeren, L., Bremer, B., & Dopmeijer, J. M. (2023). Handreiking prestatiedruk en stress onder studenten in het hoger onderwijs. ECIO. https://sociaalweb.nl/wp-content/uploads/po_assets/857831.pdf
  • Schmidt, J.-M. M., & Koljenovic, E. (z.d.). Toolkit Studentsucces. Hogeschool Rotterdam. https://www.hogeschoolrotterdam.nl/voorlichting/begeleiding-en-voorzieningen/studietips--tools-en-trainingen/zo-leer-je-studeren/
  • Schneider, M., & Preckel, F. (2017). Variables associated with achievement in higher education: A systematic review of meta-analyses. Psychological Bulletin, 143(6), 565-600. https://doi.org/https://doi.org/10.1037/bul0000098
  • Schreurs, K., Meens, E., Horst, A. v. d., Duijs, J., & Hart, N. v. d. (2023). De student aan het roer - Autonomie en autonomie-ondersteuning in het hbo. https://www.fontys.nl/Download/Literatuurstudie-Student-aan-het-roer.htm
  • Van Baar, J., Bolinski, F., & Marissen, A.-W. (2023). Prestatiedruk en stress bij studenten in het hoger onderwijs: bevindingen uit de literatuurstudie. In J. Dopmeijer, L. Scheeren, J. Van Baar, & B. Bremer (Eds.), Harder Better Faster Stronger? Een onderzoek naar risicofactoren en oplossingen voor prestatiedruk en stress van studenten in het hbo en wo. Trimbos-instituut.
  • Van der Wegen, J., & De Koning, A. (2023). Landelijk Kader Studentenwelzijn 2023-2030 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2023/06/16/landelijk-kader-studentenwelzijn-2023-2030
  • Wolff, R. P. (2013). Presteren op vreemde bodem: Een onderzoek naar sociale hulpbronnen en de leeromgeving als studiesuccesfactoren voor niet-westerse allochtone studenten in het Nederlandse hoger onderwijs (1997-2010). Universiteit van Amsterdam. 
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.