Zelfvertrouwen, zelfstandigheid en motivatie door spontaan spellen
Henriët Odink
Auteur, taalleesspecialist en schoolcoach bij
Geraadpleegd op 18-07-2025,
van https://wij-leren.nl/spontane-spelling-bij-kleuters-deel-drie-Odink.php
Laatst bewerkt op 30 juni 2025

Zelfverzekerde schrijvers beginnen al jong. Wanneer kinderen op speelse wijze kennismaken met schrijven, groeit hun zelfvertrouwen en motivatie. Spontaan spellen helpt hen om succeservaringen op te doen. Dit legt de basis voor plezier in schrijven en moedigt hen aan om steeds verder te experimenteren met taal. Hoe kun je het natuurlijke proces van spontaan spellen optimaal ondersteunen? Welke invloed heeft spontaan spellen op het zelfvertrouwen, de zelfstandigheid en de motivatie van jonge kinderen?
Jonge kinderen doen ervaring op met schrijven door veel te schrijven. Hierdoor verbeteren ze hun schrijfkwaliteit, wat leidt tot geloof in eigen kunnen. Dit zelfvertrouwen leidt tot schrijfplezier. Het verhoogde schrijfplezier motiveert hen om nog vaker te schrijven, waardoor ze steeds beter worden in schrijven (Schrodt et al., 2024).
Zelfvertrouwen
Vroege, positieve ervaringen met schrijven leiden tot het beginnen aan en uitvoeren van schrijftaken. De succeservaringen die kinderen opdoen bij het schrijven, leiden tot geloof in eigen kunnen (Alves Wold et al., 2023). Een positieve schrijfhouding, waarbij kinderen geloven in hun eigen kunnen en schrijftaken oppakken, voorspelt de kwaliteit van hun schrijfproducten. Kinderen schrijven meer en genieten ervan. Dit motiveert hen om extra moeite te doen en de schrijftaak tot een succes te maken (Schrodt et al., 2024).
Andersom kunnen minder positieve overtuigingen die een kind heeft over schrijven ook belemmerend werken. Als jonge kinderen faalervaringen opdoen, krijgen ze minder vertrouwen in hun eigen kunnen (Alves Wold, 2023; Schrodt et al., 2024).
Volgens Alves Wold et al. (2023) is het schrijfgerelateerde zelfvertrouwen van jonge kinderen nog kneedbaar en dynamisch. Waar successen leiden tot competentiegevoelens en zich bezighouden met schrijven, leiden faalervaringen juist tot onzekerheid en het vermijden van schrijftaken. Dit betekent dat de eerste jaren waarin kinderen ervaring opdoen met spontaan spellen, zowel kansen kunnen bieden als een bedreiging kunnen vormen. Het is daarom van belang dat je altijd aansluit bij de ontwikkelingsfase van het kind, bij wat het kind al kan en weet en de spontane spelling niet corrigeert.
Elke vorm van schrijven is waardevol en verdient aanmoediging.
Vanwege de grote verschillen tussen jonge kinderen en hun schrijfervaring bij aanvang van de basisschool, is het van belang om schrijven toegankelijk te maken voor álle kinderen.
Pim en Luuk zitten in groep 1. Pim komt uit een gezin waarin ouders veel zelf lezen en voorlezen en geregeld naar de bibliotheek gaan. Luuk komt uit een arm gezin. Dit gezin heeft minder middelen en mogelijkheden. Voor beide leerlingen geldt een andere beginsituatie, dit is ook terug te zien in de spontane spelling.
Pim kan zijn naam schrijven en schrijft woorden via letterachtige vormen. Als Pim ‘tijger’ wil schrijven voor het dierenverblijf dat hij zojuist gebouwd heeft, begeleidt zijn leerkracht hem door middel van gerichte oefeningen. Ze sluit aan bij zijn zone van de naaste ontwikkeling door Pim te vragen naar de klanken die hij vooraan hoort in het woord. Ze biedt hem lettermaterialen aan om de verschillende lettervormen te ontdekken.
Luuk kan zijn naam nog niet schrijven. Hij schrijft via tekenen. De leerkracht herhaalt in een klein groepje een aantal woorden die eerder tijdens een klassikale les aan bod zijn gekomen. Deze woorden zijn afkomstig uit een prentenboek dat eerder voorgelezen is en aansluit bij het thema in de groep. Bij elk woord biedt ze de leerlingen het woord in geschreven vorm aan en een afbeelding. Zo leert ze de leerlingen het verschil tussen een woord en een afbeelding herkennen.
Door aan te sluiten bij wat de leerling al kan en weet, vergroot je de betrokkenheid en motivatie. Die motivatie is vervolgens weer van belang om een schrijftaak aan te gaan, vol te houden en succeservaringen op te doen (Alves Wold et al., 2023).
Zelfstandigheid
Spontaan spellen moedigt jonge kinderen aan om zelfstandig na te denken over taal. Ze ontdekken de relatie tussen klanken en letters (Albuquerque & Martin, 2020).
Schrodt et al. (2024) gebruiken de term ‘moedige spellers’ (vertaalt uit het Engels van ‘brave spellers’). Moedige spellers deizen niet terug voor moeilijke woorden. Ze denken na over de klank-tekenkoppeling en schrijven het woord zoals ze denken dat het geschreven wordt. Hierdoor spellen leerlingen woorden fonetisch, wat bijdraagt aan de ontwikkeling van hun fonemisch bewustzijn (hakken en plakken) en klank-tekenkoppeling.
Als leerlingen twijfelen over de spelling van een woord, gebruiken ze verschillende strategieën en hulpmiddelen. Jij ondersteunt de leerling in dit proces door vragen te stellen (‘Welke klank hoor je nu?’) en tips te geven. Calkins et al. (2018) onderschrijven hierbij het belang van het uitstrekken van de klanken (rrr-ooo-sss) en het aanmoedigen van de leerling (‘Ga zo door!’, ‘Geef niet op!’). Je doet de werkwijze voor tijdens leerkrachtgestuurde activiteiten en laat kinderen dagelijks zelfstandig oefenen. Leerlingen die het nodig hebben, help je op weg door in kleine groepen extra ondersteuning te bieden. De werkwijze van ‘moedige spellers’ vergroot de zelfstandigheid en het zelfvertrouwen van leerlingen.
Vie schrijft een tekst bij haar tekening over de dierentuin. Ze wil schrijven over de zeehond die ze zag. Als ze bij het woord ‘zeehond’ komt, vraagt ze hulp aan de leerkracht. De leerkracht moedigt Vie aan om na te denken over de klanken die ze hoort, en welke letter daarbij hoort.
Leerkracht: ‘Wat hoor je?’
Vie: ‘Zzz.’
Leerkracht: ‘Schrijf maar op. Wat hoor je daarna?
Vie schrijft verder. Ondertussen moedigt de leerkracht haar aan om verder te schrijven. Het resultaat is SEHND.
In bovenstaand voorbeeld zie je hoe de leerkracht Vie uitdaagt om na te denken over de klanken die ze hoort. Door de klanken uit te strekken (zzz-eee), laat je Vie het woord analyseren (hakken) en nadenken over de klank-tekenkoppeling. Het resultaat is een fonetisch correct gespeld woord. Vie heeft het woord geschreven zoals je het hoort. In dit stadium is het niet erg dat nog niet alle klanken op papier komen. Dit is een observatie die je doet. Je kunt hier meteen op ingrijpen en aan Vie vragen of ze het woord terug wil lezen (HND): ‘Mist er een klank? Ik hoor HOND.’ Zo laat je haar zelf ontdekken en vergroot je de zelfstandigheid.
Schrijfmotivatie
Volgens Schrodt et al. (2024) verhoogt spontaan spellen de schrijfmotivatie. Jonge kinderen die worden aangemoedigd om te schrijven, laten meer enthousiasme en intrinsieke motivatie zien tijdens schrijfactiviteiten. Dit enthousiasme zorgt voor een positievere leerhouding in het algemeen. Kinderen nemen bovendien actiever deel aan lees- en schrijfactiviteiten. Dit wijst erop dat spontaan spellen niet alleen voordelen biedt ten aanzien van leren, zoals je hebt kunnen lezen in de eerste twee delen van deze reeks, maar ook een positieve leerhouding bevordert (Schrodt et al., 2024).
Takada et al. (2023) benadrukken dat een ondersteunende en stimulerende omgeving gewenst is. In een dergelijke omgeving wordt zelfstandigheid en onafhankelijk schrijven gestimuleerd, wat leidt tot motivatie. Laat kinderen ervaring opdoen met het zelfstandig toepassen van strategieën, zoals het luisteren naar de klanken van woorden als je schrijft.
Haeger (2023) en Schrodt et al. (2022) raden aan om kinderen keuzes te bieden, om zo de motivatie en het eigenaarschap van de leerling te vergroten. Jonge kinderen kunnen bijvoorbeeld zelf bepalen waar en waarover ze schrijven. Leerlingen die keuzes mogen maken, blijken meer moeite te doen voor de taak die ze hebben gekozen (Haeger, 2023).
Ook samenwerken leidt tot het verhogen van de motivatie. In verschillende situaties zoek je naar mogelijkheden voor leerlingen om over hun geschreven teksten te praten of je laat hen samenwerken aan een tekst. Deze ervaringen zorgen ervoor dat zowel hun teksten als interesses worden gezien en gehoord. Iedere leerling kan zo oefenen op het eigen niveau.
Voorbeeld
De huishoek is ingericht als groente- en fruitwinkel. Door een lijst te maken met groente en fruit kunnen klanten zien wat er te koop is.
Een van de leerlingen schrijft ‘komkommer’. Tijdens een eerdere klassikale activiteit liet de leerkracht zien hoe je eerst luistert naar de klanken in een woord en daarna het woord opschrijft. ‘Ko-, ko-‘ zegt de leerling. Een andere leerling denkt mee over het woord. ‘Kooo-mmm. Daar moet eerst nog een m’.
Deze leerlingen hebben kennis opgedaan die expliciet door de leerkracht is aangeboden tijdens een leerkrachtgestuurde activiteit. Terwijl ze samenwerken en overleggen, leren ze van en met elkaar. Een betekenisvolle situatie en het samenwerken dragen bij aan de motivatie om te schrijven.
Werken in circuitvorm
Haeger (2023) verwijst naar Diller (2003) die aanbeveelt om meerdere betekenisvolle taalactiviteiten gelijktijdig aan te bieden, waarbij er in kleinere groepen wordt gewerkt en elke leerling een eigen taak kiest. Leerlingen krijgen zo veel keuzevrijheid, wat motiverend werkt. Je legt elke taak uit en doet voor wat van leerlingen wordt verwacht (modelen).
Leerlingen gaan zelfstandig aan de slag. Dit versterkt hun zelfvertrouwen. Keuzevrijheid en zelfstandigheid stimuleren werkt motiverend voor alle leerlingen.
Door leerlingen de vrijheid te geven om zelfstandig te experimenteren met schrijven, ontwikkelen ze niet alleen hun taalvaardigheden, maar ook hun zelfvertrouwen, zelfstandigheid en motivatie. Een stimulerende en ondersteunende omgeving, waarin fouten maken mag en ontdekken centraal staat, legt een sterke basis voor hun verdere ontwikkeling als schrijvers.
Literatuur
- Alves-Wold, A., Walgermo, B.R., McTigue, E. et al. Assessing Writing Motivation: a Systematic Review of K-5 Students' Self-Reports. Educ Psychol Rev 35, 24 (2023). https://doi.org/10.1007/s10648-023-09732-6
- Calkins, L. (2018). Units of Study. In Opinion, Information, and Narrative Writing. A Common Core Workshop Curriculum. Heinemann.
- Diller, D. (2003). Literacy work stations versus there are many other benefits to teaching http://learning.stenhouse.com/wp-content/uploads/2016/08/LWS-pp-5-6.pdf
- Haeger, I. (2023). Implementing Authentic Literacy Centers in a Kindergarten Classroom. School of Education and Leadership. Student Capstone Projects. 914. https://digitalcommons.hamline.edu/hse_cp/914
- Schrodt, K., Fitzpatrick, E., & Elleman, A. (2020). Becoming Brave Spellers. The Reading Teacher, 74(2), 208–214.
- Schrodt, K., FitzPatrick, E., Lee, S., McKeown, D., McColloch., A., & Evert, K. (2024). The Effects of Invented Spelling Instruction on Literacy Achievement and Writing Motivation. Education Sciences, 14(9), 1020. https://doi.org/10.339/educsci14091020
- Takada ME, Lemons CJ, Balasubramanian L, Hallman BT, Al Otaiba S and Puranik CS (2023) Measuring kindergarteners’ motivational beliefs about writing: a mixed-methods exploration of alternate assessment formats. Frontiers in Psychology, 14. https://doi.org/10.3389/fpsyg.2023.1217085