Onderwijs op maat en ouderbetrokkenheid

Geplaatst op 1 juni 2016

De conclusies van dit onderzoek bestrijken vier thema’s: de opstelling van de samenwerkingsverbanden WSNS, het perspectief van de school, het perspectief van de ouders en de samenhang tussen beide.

De opstelling van de samenwerkingsverbanden WSNS

Tussen de samenwerkingsverbanden WSNS bestaan grote verschillen in het beleid ten aanzien van ouders. Ongeveer 20 procent van de samenwerkingsverbanden biedt ouders weinig ondersteuning. Deze verbanden leggen de nadruk op de coördinatie en ondersteuning van het zorgbeleid op de aangesloten scholen. Wettelijk gezien liggen overigens hier hun kerntaken. Aan de andere kant van het spectrum bevindt zich ongeveer 30 procent van de samenwerkingsverbanden die een tamelijk actief beleid voeren en ouders op veel verschillende manieren bij de zorgaanpak proberen te betrekken. Slechts zes procent van de samenwerkingsverbanden zegt onder ouders aan klanttevredenheidsonderzoek te doen. Als serviceinstelling aan ouders schiet het merendeel van de samenwerkingsverbanden ernstig tekort.

Het perspectief van de school

Het perspectief van de school op de betrokkenheid van ouders van zorgleerlingen is over het algemeen positief. Dit geldt onder meer voor de kwaliteit van de contacten en voor het overleg over handelingsplannen. Er zijn zwakke samenhangen gevonden tussen de gepercipieerde ouderbetrokkenheid en enkele schoolkenmerken, zoals het zorgbeleid, het verwijzingsbeleid, de samenwerkingsrelaties van de school en de aard van de leerlingenpopulatie. Scholen met veel allochtone leerlingen zijn minder positief over de ondervonden betrokkenheid van ouders dan andere scholen. Voorts, naarmate er meer probleemgezinnen op school zijn, uiten leraren zich negatiever over de kwaliteit van het contact met ouders. Het overleg over handelingsplannen is een knelpunt. Weliswaar vinden scholen dat dit overleg naar tevredenheid verloopt, maar toch geeft slechts ongeveer 60 procent van de scholen aan dat het overleg áltijd plaatsvindt. Zulk overleg is wettelijk vereist.

Het perspectief van de ouders

Ouders van zorgleerlingen voelen zich in het algemeen sterk betrokken bij het onderwijs aan hun kind. Volgens een grote meerderheid van ouders staan scholen open voor hun bijdragen. Het gaat met name om bijdragen in drie typen: het delen van informatie over het kind, het geven van hulp bij schoolwerk en het optreden als hulpouder. Het oordeel van ouders over de relatie met school is vrijwel altijd positief. Slechts in uitzonderingsgevallen (minder dan vijf procent) tonen ouders zich ontevreden. De meest gehoorde klacht is dat ouders een andere kijk op hun kind zeggen te hebben dan de leraar. Aan belangrijke voorwaarden voor een sterke betrokkenheid wordt veelal voldaan: ouders kennen zichzelf een actieve rol toe, ze achten zichzelf competent ten aanzien van de school en het kind laat ouders merken hun betrokkenheid op prijs te stellen. De minst vervulde voorwaarde is dat ouders zich door de school gewaardeerd en uitgenodigd voelen. 75 Procent van de ouders geeft aan dat dat het geval is. De betrokkenheid bij het individuele handelingsplan is groot: ongeveer 80 procent zegt betrokken te zijn bij het opstellen ervan, ongeveer 90 procent zegt op de hoogte te worden gehouden van de resultaten. Er is een zwakke tendens dat allochtone ouders zich minder gerespecteerd voelen en minder tevreden zijn dan andere ouders.

Samenhang tussen school- en ouderperspectief

Er is een kruisvalidatie uitgevoerd ten aanzien van de betrokkenheid van de ouders. De betrokkenheid is zowel bepaald via het oordeel van ouders zelf als via het oordeel van de leraar over diezelfde ouders. Tussen beide typen oordelen blijkt nauwelijks verband te bestaan. Correlaties variëren tussen -.03 en .26. De lage samenhang kan het gevolg zijn van het feit dat de oordelen van de leraren twee jaar eerder zijn verzameld dan die van ouders, ook al hebben we de ouders expliciet gevraagd hun oordeel te gronden op de situatie van twee jaar eerder. In dit verband moet worden bedacht dat veel zorgleerlingen waarschijnlijk inmiddels andere leraren hebben gekregen. Hoe het ook zij, de gegeven oordelen zijn in de tijd gezien weinig stabiel.

Aanbevelingen

Onze aanbevelingen zijn onderscheiden naar drie doelgroepen: scholen en leraren, samenwerkingsverbanden WSNS en de overheid.

Scholen en leraren

Voor een aanpak op maat van zorgleerlingen is bij alle betrokkenen een houding nodig die is gericht op de emancipatie van de leerling. Daarvoor is een samenhangend geheel nodig van initiatieven, gericht op mogelijke bijdragen èn behoeften van ouders. Wat betreft de bijdragen is het belangrijk dat de school ouders stimuleert om een eigen bijdrage te leveren. Ouders zijn bijna altijd gemotiveerd om mee te doen en beschikken over bruikbare kennis ten aanzien van hun kind.
Wat betreft de behoeften van ouders is het belangrijk dat de school zorgt voor een open communicatie. De school kan het overleg bevorderen door begrip te tonen voor de situatie van ouders van een kind met een specifieke onderwijsbehoefte en door te streven naar evenwicht in de relatie.
Uit de literatuur kennen we de belangrijkste voorwaarden voor een grote ouderbetrokkenheid. Een van deze voorwaarden ligt op het terrein van de school. Alleen als de school een open en uitnodigende houding uitstraalt, zullen ouders een hoge mate van betrokkenheid tonen. Te veel scholen, zo blijkt uit het onderzoek, laten in dit opzicht een steek vallen. We bevelen daarom aan dat scholen van deze voorwaarde serieus werk maken. Een nuttige stap zou kunnen zijn om in het kader van kwaliteitszorg een onderzoek te doen naar de mate waarin ouders de school als open en uitnodigend ervaren.
Allochtone ouders verkeren in een bijzondere positie. Sommigen zijn goed opgeleid en zouden graag een grote betrokkenheid en inzet tonen, maar voelen zich door de school weinig gerespecteerd. Anderen hebben een minder goede opleiding, maar een niet minder grote betrokkenheid. De school dient beide groepen serieus te nemen. In veel publicaties zijn aanbevelingen gedaan om laag geschoolde allochtone ouders te bereiken. Suggesties betreffen onder meer het inrichten van een ouderkamer, het aanstellen van een oudercontactpersoon, het aanbieden van cursussen aan ouders, het afleggen van huisbezoeken en het professionaliseren van leraren wat betreft hun competentie om met ouders om te gaan. Het is niet te zeggen welke van de suggesties het meest effectief zijn. Duidelijk is wel dat een verbeterde betrokkenheid van allochtone ouders van scholen en leraren een extra inspanning vergt.
Tussen scholen en ouders bestaan soms grote verschillen wat betreft expertise. Ouders zijn over het algemeen goed op de hoogte van de beperkingen van hun kind, leraren weten veel van de leerstof en van de manier waarop die kan worden onderwezen. Dit kan tot problemen leiden als ouders en leraren elkaar spreken over het handelingsplan. Wettelijk is vastgelegd dat scholen ouders moet en betrekken bij het opstellen en het evalueren van het plan. We hebben geconstateerd dat aan deze vereiste niet altijd wordt voldaan. Het zou goed zijn als scholen zich niet alleen realiseren dat er een competentieverschil bestaat, maar zich vervolgens ook inspannen om dit verschil te overbruggen. Een mogelijkheid is het vooraf met de ouders verkennen van de keuzemogelijkheden, vóórdat gemaakte keuzes worden uitgewerkt in het handelingsplan.

Samenwerkingsverbanden WSNS

De toekomst van de samenwerkingsverbanden WSNS is onzeker als gevolg van de invoering van de zorgplicht (zie de notitie Vernieuwing zorgstructuren funderend onderwijs). Ze bevinden zich in een overgangsfase, waarin nieuwe taken en werkwijzen moeten worden geformuleerd. Wij bevelen aan dat de samenwerkingsverbanden beleid ontwikkelen om de positie van ouders te versterken. Suggesties zijn: ouders informeren (bijvoorbeeld door het inrichten van een informatiepunt), ouders adviseren (bijvoorbeeld op het vlak van de keuze van een andere school), ouders ondersteunen (bijvoorbeeld bij het opbouwen van een dossier, of door het houden van intake- en adviesgesprekken) en ouders laten meedenken (bijvoorbeeld door het uitvoeren van klanttevredenheidsonderzoek).

Overheid

De overheid heeft in 2005 nieuwe wetgeving aangekondigd rond de zorgarrangementen in het onderwijs. Daarmee lijkt een einde te komen aan de zwakke positie van ouders binnen het WSNS-kader. Dat is positief. Positief is ook dat een versterking van de positie van ouders een expliciet oogmerk van de nieuwe wetgeving is. Er is nog grote onduidelijkheid over hoe die versterkte positie gerealiseerd moet gaan worden. De notitie Vernieuwing zorgstructuren funderend onderwijs noemt drie maatregelen: a. het opzetten van regionale steunpunten waar ouders voor informatie en ondersteuning terecht kunnen, b. het inrichten van regionale ouderplatforms die als gesprekspartner voor scholen kunnen dienen, en c. het instellen van een geschillenregeling om tot uitspraken te komen als ouders en school het niet eens worden over een passend onderwijsaanbod. Wij bevelen aan dat via een ex-ante evaluatie wordt vastgesteld in hoeverre deze maatregelen daadwerkelijk kunnen leiden tot een sterkere positie van ouders.
Een belangrijke vaststelling is dat ouders verschillen in hun wensen en mogelijkheden ten aanzien van de betrokkenheid bij het onderwijs aan hun kind. Er zijn ouders die in grote mate autonoom willen kiezen en handelen. Er zijn ook ouders die prijs stellen op ondersteuningsvormen. Het zou goed zijn als dit uitgangspunt in de nieuwe wetgeving zou doorklinken, zodat alle ouders zich recht gedaan kunnen voelen.

Deze tekst is overgenomen uit de samenvatting van het eindrapport; zie bij Publicatie(s) hieronder.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Details van het onderzoek

  
NWO-projectnummer:  413-05-002
Titel onderzoeksproject:  Onderwijs op maat en de rol van ouders bij de afstemming ervan
Looptijd:01-09-2005 tot 29-12-2008

Projectleider(s)

Naam Instelling E-mail
Dr. T.T.D. Peetsma Universiteit van Amsterdam t.t.d.peetsma@uva.nl

Publicatie(s)

Relevante links(s)

Gerelateerde projecten

[Bron: Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO)]

Gerelateerd

Cursus
Vertrouwenspersoon in het vo of mbo
Vertrouwenspersoon in het vo of mbo
Een veilig schoolklimaat bevorderen
Medilex Onderwijs 
E-learning module
Wat is ouderbetrokkenheid?
Wat is ouderbetrokkenheid?
Gratis online module over ouderbetrokkenheid in het VO
Wij-leren.nl Academie 
Gratis webinar
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!
Bekende experts delen hun kennis
Wij-leren.online Academie 
Gratis serie webinars over actuele onderwijskundige thema's!Handzaam groepsplan
Doorontwikkeling HGW: van papieren tijgers en administratieve rompslomp naar kleine handzame groepsplannen
Noëlle Pameijer
Community bouwen
Community bouwen met ouders
Peter de Vries

Wij-leren.nl Academie

Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Ouderbetrokkenheid in een video van één minuut uitgelegd
Ouderbetrokkenheid in een video van één minuut uitgelegd
redactie
[extra-breed-algemeen-kolom2]



ouderbetrokkenheid
zorgstructuur

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest