Effectief leren van multimediale leerbronnen - deel 3

Geplaatst op 1 juni 2016

Auteurs: Liesbeth Kester, Jeroen van Merriënboer

Hoe kunnen multimediale bronnen zelfsturend leren ondersteunen?

De voorgaande delen gingen over hoe multimediale leerbronnen effectief leren kunnen bevorderen. Effectief als in: hoe zorg je ervoor dat nieuwe informatie beklijft in het geheugen? Er zijn verschillende voorwaarden behandeld waaraan multimediale leerbronnen moeten voldoen om dit leerproces te ondersteunen. Deze paragraaf gaat in op een ander aspect, namelijk de aansturing van dit leerproces. Die kan bij de leraar liggen, of bij een multimediale leeromgeving, maar hij kan ook in meerdere of mindere mate bij de leerling gelegd worden. In het hedendaagse onderwijs is veel aandacht voor zelfsturend leren. De vraag is hoe multimediale leerbronnen een bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van het zelfsturend vermogen van leerlingen. Om deze vraag te beantwoorden, ontleden we eerst het proces van zelfsturing.

 

Zelfsturing

Zelfsturing houdt in dat een leerling de regie voert over zijn eigen leerproces. En zoals een filmregisseur de controle heeft over elke afzonderlijk scène en tegelijk de voortgang van de film in de gaten houdt, zo moet een leerling zich bewust zijn van hoe hij de afzonderlijke taken uitvoert (zelfregulerend leren: begrijp ik dit concept, moet ik bepaalde delen van de tekst over dit onderwerp nog eens bestuderen?) én hoe het complete leertraject verloopt (zelfsturend leren: maak ik voldoende voortgang, welke taken helpen me vooruit te komen?). Beide processen reguleren en sturen het cognitieve systeem en maken er tegelijkertijd deel van uit (Veenman et al., 2006; Jossberger et al., 2010).

  • Inzicht in de delen: zelfregulerend leren

Zelfregulerend leren kent drie fasen: de voorbereidingsfase, de uitvoeringsfase en de reflectiefase (Zimmerman, 2000, 2006). In de voorbereidingsfase oriënteert de leerling zich op de taak: hij analyseert de leertaak, stelt duidelijke doelen, maakt een plan en selecteert strategieën om zijn doelen te bereiken. Zo identificeert en vermijdt hij eventuele obstakels op weg naar het doel (Ertmer & Newby, 1996; Zimmerman, 2000, 2006). In de uitvoeringsfase monitort de leerling de taakuitvoering en past deze zo nodig aan. In deze fase is hij zich steeds bewust van wat hij aan het doen is, wat hij van plan was, en welke stappen hij nog moet zetten om zijn doel te bereiken. Als de leerling erachter komt dat het proces anders verloopt dan verwacht past hij zijn plan aan. In de reflectiefase tot slot beoordeelt en evalueert de leerling de taakuitvoering. Hij bekijkt de effectiviteit en efficiëntie van zijn plan en van de gebruikte strategieën (Ertmer & Newby, 1996; Zimmerman, 2000, 2006). Deze procesevaluatie stelt de leerling in staat te leren van zijn ervaringen. De inzichten die hieruit voortvloeien kan hij gebruiken in toekomstige leersituaties (Ertmer & Newby, 1996; Fowler, 2008).

  • Inzicht in het geheel: zelfsturend leren

Bij zelfsturend leren neemt en krijgt de leerling de verantwoordelijkheid voor zijn leertraject op de lange termijn. Dat betekent: hij bepaalt zijn leerbehoefte en stelt daarbij leerdoelen, hij identificeert leerbronnen, kiest en gebruikt leerstrategieën en evalueert tot slot zijn leeruitkomsten (Knowles, 1975). Dit doet de leerling met of zonder de hulp van anderen en op basis van de procesevaluatie die onderdeel is van zelfregulerend leren. Zelfsturend leren is dus veelomvattend en begint met eigen verantwoordelijkheid: de leerling moet de controle over zijn leerproces willen en kunnen nemen (Brockett, 2006; Brockett & Hiemstra, 1991; Van Hout-Wolters et al., 2000).
Figuur 1. Verhouding tussen zelfregulerend leren en zelfsturend leren. Beide processen spelen zich op verschillende niveaus af en vullen elkaar aan (Brand-Gruwel et al., 2014).

Hoe kunnen multimediale leerbronnen zelfsturing ondersteunen?

Zelfsturing vraagt nogal wat van een leerling: hij moet als het ware boven de stof staan om te overzien wat er goed gaat en wat er beter kan om zijn leerdoel te kunnen bereiken. Daarvoor moet hij zichzelf kunnen beoordelen én de controle hebben over het leerproces. Leerlingen kunnen zichzelf bijvoorbeeld beoordelen door te werken met een elektronisch portfolio. Hun eigen leerproces controleren kunnen leerlingen leren door geleidelijk meer verantwoordelijkheid hiervoor op zich te nemen. Van leraar of systeem verschuift de controle via gedeelde controlerichting de leerling.

Elektronisch ontwikkelingsportfolio
Elektronische ontwikkelportfolio’s ondersteunen leerlingen en leraren bij het beoordelen van de taakuitvoering en het selecteren van geschikte leertaken. Ze administreren de voortgang van een leerling, maken overzichten en samenvattingen, detecteren discrepanties tussen verschillende beoordelaars en geven verticale (dat wil zeggen: op algemene prestatie) en horizontale (prestatie op onderdelen) beoordelingen (Kicken et al., 2009a, 2009b; Van Merriënboer & Van der Vleuten, 2012). Dat gaat via scoringsrubrieken die zich niet beperken tot een kwantitatieve waardering van een bepaalde prestatie, maar ook kunnen bestaan uit reflecties, rapportages, gesproken boodschappen, foto’s, en videofragmenten. Het is aan te bevelen dat een ontwikkelingsportfolio gedurende de hele opleiding dezelfde scoringsrubrieken en standaarden hanteert. Hierdoor is de leerling van meet af aan op de hoogte van alle relevante standaarden voor zijn taakuitvoering. 
Een leerling die werkt met een elektronisch ontwikkelingsportfolio leert dus zijn eigen prestaties op bepaalde taken te beoordelen. Die beoordeling bespreekt hij vervolgens met de leraar. In deze gesprekken reflecteren zij samen op de voortgang en beslissen zij met welk doel en welke taak verder te gaan. Zo doet de leerling ervaring op met zelfsturing.

Gedeelde controle
Als een leerling zelfsturend leert, betekent dit dat hij zelf de controle uitoefent over de instructie en het leermateriaal, en zo een voor hem optimaal leertraject kan vaststellen. Om meer controle bij de leerling te leggen, is het beter om deze niet in één keer over te geven maar geleidelijk te verplaatsen naar de leerling. 
De controle over instructie en leermateriaal ligt meestal bij de leraar. Een multimediale leeromgeving, zoals een gepersonaliseerd systeem of een intelligent tutorsysteem, kan deze rol van de leraar als beoordelaar en verstrekker van nieuwe leertaken overnemen. Zo’n systeem kan daarbij leertaken dynamisch selecteren op basis van leerlingkarakteristieken, zoals accuratesse, snelheid en geleverde mentale inspanning bij een eerdere taak (Camp et al., 2001; Kalyuga & Sweller, 2005; Salden et al., 2004; Van Merriënboer & Luursema, 1996) en taakkenmerken, zoals moeilijkheidsgraad en ondersteuning. Recente studies laten zien dat dergelijke omgevingen betere leeruitkomsten genereren dan die waarin iedere leerling dezelfde leertaak krijgt in dezelfde volgorde (Corbalan et al., 2008; Salden et al., 2006).
De controle kan dus zowel beginnen bij de docent als bij een gepersonaliseerd systeem en van daaruit overgedragen worden aan de leerling. Dat werkt het beste via gedeelde controle. Daarbij maakt de leraar of het systeem op basis van voorafgaande prestaties een voorselectie van geschikte taken, en is het de leerling die de uiteindelijke keuze maakt (Corbalan et al., 2011). Een typische verschuiving zou er zo uit kunnen zien: eerst krijgen leerlingen gepersonaliseerde leertaken toebedeeld, vervolgens kiezen ze zelf – met behulp van een taakselectie-advies – leertaken uit een set van gepersonaliseerde leertaken en tot slot kiezen ze geheel zelfstandig een geschikte leertaak.
De leerling ontwikkelt zo zelfbeoordelings- en taakselectievaardigheden (van Merriënboer & Kirschner, 2013) en verwerft daarmee vaardigheden op het vlak van zelfregulerend en zelfsturend leren (Corbalan et al., 2008). De docent of het systeem ondersteunt en begeleidt de leerling gedurende dit verschuivingsproces, waarbij het zaak is deze steun tijdig te laten afnemen (Taminiau, 2013). Ondersteuning en begeleiding is namelijk redundant (ofwel: ineffectief) op het moment dat een student een taak zelfstandig kan uitvoeren (zie het redundantieprincipe, deel 1).

Samengevat: In het hedendaags onderwijs is veel aandacht voor vaardigheden op het vlak van zelfregulerend en zelfsturend leren. Zelfregulerend leren speelt zich af op het microniveau van taakuitvoering, zelfsturend leren speelt zich af op het macroniveau van taaksequenties. De uitkomsten van het zelfregulerend leerproces (‘hoe heb ik deze taak volbracht’) bieden aanknopingspunten voor het zelfsturend leerproces (‘wat heb ik nodig om verder te komen op mijn leertraject’). Multimediale leerbronnen die zelfsturing ondersteunen stellen leerlingen in staat controle uit te oefenen over instructie en leermateriaal. Met elektronische ontwikkelportfolio’s doen leerlingen ervaringen op met vaardigheden voor zelfsturend en zelfregulerend leren. Effectief zijn leeromgevingen die de aansturing geleidelijk verplaatsen van controle door de leraar/het systeem via gedeelde controle naar controle door de leerling.

Wat we weten over effectief leren van multimediale leerbronnen

  • Om informatie effectief te kunnen verwerken en duurzaam op te slaan moet deze op een manier aangeboden worden die aansluit bij de werking van het geheugen.
  • Effectieve multimediale leerbronnen zorgen er dus voor dat het werkgeheugen niet overbelast raakt, door (a) de aandacht van de leerling te richten, (b) de complexiteit van het materiaal te verkleinen, (c) ondersteuning te bieden, (d) irrelevante informatie weg te houden en (e) een beroep te doen op zowel het visuele als het auditieve systeem.
  • Effectieve multimediale leerbronnen stellen leerlingen vervolgens in staat het leermateriaal diep te verwerken. Dit houdt in dat de leerling (kennis)schema’s (re)construeert en automatiseert. Multimediale leerbronnen bevorderen dit met respectievelijk gevarieerde leertaken en ondersteunende informatie, en procedurele informatie en deeltaakoefeningen.
  • De aansturing van deze leerprocessen ligt vaak bij de leraar of bij het gepersonaliseerde systeem. Om meer controle bij de leerling te leggen (zelfsturend leren) kan deze het beste geleidelijk worden overgedragen, via gedeelde controle en het gebruik van elektronische ontwikkelportfolio’s.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Details van het onderzoek

  
NWO-projectnummer:  
Titel onderzoeksproject:  
Looptijd:30-11--0001 tot 30-11--0001

[Bron: Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO)]

Gerelateerd

Meer leren van beeld en geluid
redactie
ICT differentiatie
Ict inzetten met aandacht voor verschillen tussen leerlingen
redactie
Verbeteren leerprestaties
Optimaal feiten leren met ict
redactie
Edutainment
Educatieve software voor jonge kinderen
redactie


Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

[extra-breed-algemeen-kolom2]



 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest