Gymnasium of niet? Hoe komen leerlingen tot een keuze?
Geplaatst op 5 december 2019
Gymnasium of niet? Hoe scholieren hun keuze maken – en waarom het meer is dan een kwestie van vakken
De keuze tussen atheneum en gymnasium lijkt op het eerste gezicht een simpele optelsom: klassieke talen of niet. Maar achter die beslissing gaat een complex proces schuil, waarin ouders, verwachtingen, vooroordelen en zelfs status een grote rol spelen. De keuze is zelden puur rationeel. Vaak is het juist een intuïtieve mix van overtuigingen, beelden en gevoel. Waarom kiezen sommige kinderen voor Latijn en Grieks, terwijl anderen met vergelijkbaar niveau daar bewust van afzien?
Onderzoek laat zien dat de afweging tussen gymnasium en atheneum veel meer zegt over identiteit, omgeving en toekomstbeeld dan over een voorkeur voor vakken.
De invloed van ouders en leerkrachten
Ouders zijn de belangrijkste raadgevers in het keuzeproces voor het voortgezet onderwijs. Ook de verwijzend leerkracht in groep 8 speelt een invloedrijke rol. Als het gaat om de vraag of een kind naar het gymnasium moet, zijn ouders vaak doorslaggevend. Ze wegen niet alleen het profiel van hun kind, maar ook de status van de school, het verwachte werkethos, en de sociale omgeving mee.
Sommige ouders zien het gymnasium als een soort elite-opleiding: een plek waar serieuze, slimme kinderen uit hoogopgeleide milieus samenkomen. Ze verwachten er gelijkgestemden te treffen — ‘ons soort mensen’. Deze ouders noemen het werkklimaat, de structuur en de zelfstandigheid als grote pluspunten. Een gymnasiumdiploma staat voor ambitie, doorzettingsvermogen en intellect. Kortom: het heeft status.
Klassieke talen als scheidslijn
Toch is Latijn of Grieks lang niet altijd de hoofdreden om voor het gymnasium te kiezen. Sterker nog: maar een klein deel van de ouders en leerlingen kiest het gymnasium puur uit liefde voor klassieke talen. De meerderheid ziet het eerder als een extra uitdaging of als bewijs van een hoger niveau. Aan de andere kant zijn klassieke talen voor veel leerlingen en ouders juist een reden om niét voor het gymnasium te kiezen. Ze verwachten dat het veel extra werk is, zonder duidelijke relevantie.
Klassieke talen worden door critici omschreven als ouderwets, zwaar en weinig nuttig voor de toekomst. Zeker in een tijd waarin bèta en technologie aan terrein winnen, en vakken als programmeren en ondernemerschap aan populariteit winnen, vinden veel leerlingen die uitdaging in andere richtingen. Moderne alternatieven zoals tweetalig onderwijs, technasia en entrepenasia trekken leerlingen aan die wel wat extra’s willen, maar klassieke talen liever overslaan.
Intuïtief kiezen
De meeste leerlingen maken hun keuze tussen atheneum en gymnasium niet op basis van rationele afwegingen. Onderzoek wijst uit dat schoolkeuze vaak intuïtief gebeurt. Kinderen kiezen op gevoel, op basis van wat hen aanspreekt of waar ze zich thuis voelen. Dat geldt ook voor de gymnasium-keuze: voor sommigen voelt het als een plek waar ze tot hun recht komen, voor anderen als een wereld waarin ze zich niet herkennen.
De beelden rond het gymnasium spelen daarin een belangrijke rol. Voor sommige ouders en leerlingen straalt het prestige en klasse uit, voor anderen klinkt het elitair, streng of ‘raar’. Online fora waarin ouders schoolkeuzes bespreken, laten zien dat het imago van het gymnasium zowel aantrekkingskracht als afkeer oproept. Gymnasiasten worden daarin afwisselend geprezen als ambitieus en bestempeld als ‘nerds’ of ‘kakkers’.
De sociale component
Naast inhoudelijke en ideologische overwegingen spelen ook praktische motieven mee. De aanwezigheid van vrienden of vriendinnen, de reistijd, een aantrekkelijk rooster of de klik met een mentor kunnen net zo goed de doorslag geven. Ook het feit of een school zelfstandig gymnasium is of onderdeel van een brede scholengemeenschap maakt verschil.
Op brede scholen waar leerlingen na de brugklas kunnen kiezen tussen atheneum en gymnasium, komt het voor dat de keuze pas later bewust wordt gemaakt. Maar ook daar blijkt dat de keuze vaak weinig te maken heeft met de inhoud van klassieke talen en veel meer met gevoel, identiteit en sociale aansluiting.
Alternatieven bieden concurrentie
De positie van het gymnasium als dé plek voor uitdagend onderwijs staat niet langer vast. Moderne onderwijsconcepten zoals TTO, technasium en entrepenasium bieden alternatieve routes voor ambitieuze leerlingen. Wie iets extra’s zoekt, hoeft niet per se naar het gymnasium. Daardoor verdwijnt het vanzelfsprekende karakter van de gymnasiale route.
Scholieren kunnen hun ambitie nu kwijt in vakken met zichtbare relevantie voor de toekomst: technologie, internationaal communiceren, ondernemerschap. Deze routes hebben bovendien het voordeel dat ze toegankelijk zijn voor een bredere groep, zonder het elitaire imago dat soms aan het gymnasium kleeft.
Wat als we meer leerlingen willen enthousiasmeren voor het gymnasium?
Als het doel is om meer leerlingen voor het gymnasium te interesseren, dan ligt de sleutel bij de brugklas. Daar kan ervaring het verschil maken. Door leerlingen kennis te laten maken met de rijkdom en uitdaging van klassieke talen in een open en toegankelijke setting, kunnen vooroordelen worden doorbroken.
Het helpt als scholen investeren in het zichtbaar maken van het maatschappelijk en academisch nut van klassieke talen: logisch redeneren, taalstructuur, historisch besef. Ouders moeten niet alleen overtuigd worden van de status, maar ook van de inhoudelijke waarde.
Conclusie: meer dan een taalkeuze
De keuze voor het gymnasium is geen simpele kwestie van Latijn en Grieks wel of niet. Het is een complexe combinatie van status, omgeving, uitdaging, imago en identiteit. Ouders spelen hierin een hoofdrol, maar ook het onderwijs zelf moet nadenken over hoe het klassieke aanbod wordt gepresenteerd.
In een tijd waarin het onderwijs diversifieert en alternatieven zich aandienen, is het belangrijk dat het gymnasium zichzelf blijft vernieuwen — niet alleen inhoudelijk, maar ook in hoe het zich positioneert. Door klassieke talen persoonlijk, betekenisvol en toegankelijk te maken, kunnen meer leerlingen ontdekken dat het gymnasium meer is dan een etiket — het is een kans om je denkvermogen op scherp te zetten, in verbinding met een rijke intellectuele traditie. Maar die boodschap moet wel op het juiste moment, en via de juiste mensen, overgebracht worden.
Geraadpleegde bronnen
- Academische Onderwijsschool Limburg. (2015). Welke factoren zijn van invloed op de keuze voor gymnasium? Weert: LVO Weert.
- Broeke, L., Bosveld, W., Van de Kieft, M., Gerritsen, L., Koopman, C., Kuhnen, C., Eijken,
- B. (2004). Schoolkeuzemotieven. Onderzoek naar het schoolkeuzeproces van Amsterdamse ouders. Gemeente Amsterdam. Amsterdam: Gemeente Amsterdam.
- Godschalk, M. (2012). Van het basisonderwijs naar de middelbare school. Een kwantitatief onderzoek naar schoolkeuzegedrag van leerlingen en hun ouders (masterscriptie). Utrecht: Universiteit van Utrecht.
- Inspectie van het Onderwijs. (2018). De staat van het onderwijs. Den Haag: Inspectie van het Onderwijs.
- Korpershoek, H., Beijer, C., Spithoff, M., Naaijer, H.M., Timmermans, A.C., Van Rooijen, M., Vugteveen, J., Opdenakker, M.-C. (2016). Overgangen en aansluitingen in het onderwijs. Den Haag: NRO.
- Kroon, C., & Sluiter, I. (2010). Het geheim van de blauwe broer. Leiden/Enschede: Verkenningscommissie Klassieke Talen.
- Meijers, F., Kuijpers, M., & Winters, A. (2010). Leren kiezen, kiezen leren: een literatuurstudie. ’s Herthogenbosch/Utrecht: ECBO Expertisecentrum Beroepsonderwijs.
- OECD. (2017). PISA 2015 Results (Volume III): Students’ Well-Being. Parijs: OECD. www.ouders.nl (2009). Meerwaarde van het gymnasium - of niet?
- www.ouders.nl (2017a). VWO of Gymnasium?
- www.ouders.nl (2017b). Heeft een gymnasiumdiploma voordelen boven atheneum?
- Plaat, A., van der. (2016). Klassieke talen. Vakspecifieke trendanalyse 2015. Enschede: SLO.
- Schunk, D.H., Meece, J.L., Pintrich, P.R. (2008). Motivation in education: theory, research, and applications. Upper Saddle River, N.J: Pearson/Merrill Prentice Hall.
- Zeldenrijk, D. (2011). Je voelt het gewoon: een onderzoek naar schoolkeuze en segregatie in Amsterdam-Noord. Den Haag: Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO
