In hoeverre is het gemiddeld eindexamencijfer van het vmbo-diploma een voorspeller voor schoolsucces in het havo?

Geplaatst op 2 februari 2017

Samenvatting

Vmbo-leerlingen met hoge eindexamencijfers die doorstromen naar havo-4 hebben een grotere kans op het behalen van een havo-diploma dan degenen met lagere cijfers. Veel scholen hanteren een ondergrens van gemiddeld een 6,8 op het vmbo-examen om te mogen instromen in havo4. Het gemiddeld eindexamencijfer is echter geen perfecte voorspeller. Zelfs bij het hanteren van een relatief lage grens van gemiddeld een 6, valt nog altijd meer dan een derde onterecht buiten de boot; die leerlingen zouden dus wel het havo-diploma behalen. Op basis van onderzoek is er geen geschikte ondergrens te bepalen om vmbo-leerlingen al of niet toe te laten tot havo-4.

Vmbo-leerlingen kunnen na het behalen van hun eindexamen doorstromen naar havo-4. Het gaat hier vooral om leerlingen die de theoretische of de gemengde leerweg hebben gevolgd en die om diverse redenen niet naar het mbo willen. Zo is er een groep laatbloeiers die in het vmbo zijn begonnen en gaandeweg hebben ontdekt dat ze meer in hun mars hebben. Daarnaast zijn er leerlingen die altijd al havo wilden doen, maar tijdelijk slecht presteerden. Een andere groep stelt de keuze nog even uit. Zij weten niet welke richting ze in het mbo moeten kiezen.

Scholen die havo aanbieden, hebben de vrijheid om aan vmbo-gediplomeerden voorwaarden te stellen. Tot 2012 was er een grote variatie in die toelatingsvoorwaarden. Vmbo-gediplomeerden wisten hierdoor niet of pas in een laat stadium waar ze aan toe waren. Ouderorganisaties en leerlingenorganisaties gaven aan dat er sprake leek van willekeur, dat de voorwaarden arbitrair waren en dat het leidde tot shopgedrag van ouders en leerlingen. Ook de politiek maakte zich zorgen over het gebrek aan transparantie

Toelatingscode

De VO-raad heeft in reactie daarop een toelatingscode ontworpen met als doel een goede en eerlijke overgang voor vmbo-leerlingen naar het havo tot stand te brengen. Die toelatingscode bevat diverse elementen. Een onderdeel ervan is dat havo-scholen maximaal een 6,8 mogen stellen als eis voor het gemiddeld eindexamencijfer. Dat cijfers is een gemiddelde van alle vakken en van zowel het schoolexamen als het centraal examen. Twee jaar na de invoering van de toelatingscode houden de meeste scholen zich aan de richtlijnen uit de code en een ruime meerderheid van de scholen stelt een gemiddeld eindexamencijfer van 6,8 als maximumeis.

Die grens voor een gemiddeld eindexamencijfer van een 6,8 ontleent de VO-raad aan een studie naar slagingskansen van vmbo’ers in het havo. Dat onderzoek bevat een uitgebreide analyse op basis van secundaire data van de schoolloopbanen van gediplomeerde vmbo’ers uit de gemengde en theoretische leerweg die doorstromen naar havo-4. Zij hebben daarbij studiesucces op het havo op twee manieren gedefinieerd: het behalen van het havo-diploma en het aantal schooljaren waarin dat diploma is behaald.

Van de vmbo’ers die met gemiddeld een 6 voor hun eindexamen naar havo-4 doorstromen, behaalt ruim een derde uiteindelijk een havo-diploma. Voor de vmbo’ers die gemiddeld een 7 stonden op hun eindexamen behaalt rond de tachtig procent het havo diploma en van de vmbo’ers met gemiddeld een 8 loopt dat percentage op naar negentig. Kortom, een hoger eindexamencijfer in het vmbo leidt tot een grotere kans op behalen van het havo-diploma. Daarbij is het slagingspercentage van vmbo’ers in het havo groter wanneer zij op een scholengemeenschap overstappen dan wanneer ze van een vmbo-school zonder havo-afdeling afkomstig zijn.

Verder halen vmbo-leerlingen met een hoger gemiddeld eindcijfer niet alleen vaker het havo-diploma, maar doen dat ook in minder tijd dan vmbo-ers met lagere gemiddelden. Overigens blijken leerlingen die naar het havo zijn doorgestroomd en geen diploma behalen in overgrote meerderheid door te stromen naar een passende vervolgopleiding in het mbo of hbo.

Uitgebreide beantwoording

Opgesteld door: Sjerp van der Ploeg
Vraagsteller: ouderraadslid

Vraag

Een lid van de ouderraad op een scholengemeenschap met vmbo-tl, havo en vwo vraagt zich af of eis van een gemiddelde score van 6,8 voor mavo-leerlingen die willen door stromen naar havo4 inderdaad leidt tot minder uitval. Algemeen geformuleerd: in hoeverre is het gemiddeld eindexamencijfer van het mavo-diploma een voorspeller voor het schoolsucces in het vervolgonderwijs (havo) in termen van onvertraagde doorstroom (niet zittenblijven), de kans op het halen van het havo-diploma en de eindexamencijfers op het havo-diploma?

Kort antwoord

Van de vmbo-tl en vmbo-gl leerlingen die doorstromen naar havo4 hebben zij met hogere eindexamencijfers een grotere kans op het (snel) behalen van een havo-diploma. Tegelijkertijd is het gemiddeld eindexamencijfer geen perfecte voorspeller: het hanteren van een strikte minimumgrens benadeelt altijd een groep. Zelfs bij het hanteren van een relatief lage grens van gemiddeld een 6, valt nog altijd meer dan een derde onterecht buiten de boot (die dus wel het havo-diploma zouden behalen). Onderzoek geeft geen uitsluitsel over wat een geschikte grens zou zijn als gemiddeld eindexamencijfer om vmbo-leerlingen al of niet toe te laten.

Toelichting antwoord

Momenteel kunnen vmbo-leerlingen na het behalen van hun eindexamen doorstromen naar een havo4-klas. Het gaat hier in de regel om vmbo-tl of vmbo-gl leerlingen die om diverse redenen niet naar het mbo willen doorstromen maar naar de havo willen. Leverink (2009) haalt een decaan uit het vmbo aan die globaal drie groepen onderscheidt:


  • de tweede kansers die altijd al havo gewild/gekund hadden maar tijdelijk slecht presteerden;
  • de laatbloeiers die in het vmbo zijn begonnen en gaandeweg hebben ontdekt dat ze meer in hun mars hebben, en
  • de parkeerders die twijfelen na hun vmbo-diploma en niet weten welke richting ze in het mbo moeten kiezen en een (negatieve) keuze voor havo gebruiken om hun keuze voor beroepsopleiding uit te stellen.

Scholen die havo aanbieden, hebben daarbij de vrijheid om aan deze vmbo-gediplomeerden voorwaarden te stellen voordat ze worden toegelaten tot havo4. Tot 2012 was er een grote variatie in de toelatingsvoorwaarden die havo-scholen aan vmbo-gediplomeerden stelden. Die wisten hierdoor niet of pas laat stadium waar ze aan toe waren. Ouderorganisaties en leerlingenorganisaties gaven aan dat er sprake leek van willekeur, dat de voorwaarden arbitrair waren en dat het leidde tot shopgedrag van ouders en leerlingen. Ook de politiek maakte zich zorgen over het gebrek aan transparantie.

De VO-raad heeft in reactie daarop een toelatingscode ontworpen met als doel een goede en eerlijke overgang voor vmbo-leerlingen naar het havo tot stand te brengen (VO-raad, 2012).

Die toelatingscode bevat diverse elementen. Eén onderdeel ervan is dat havo-scholen maximaal een 6,8 mogen stellen als eis voor het gemiddeld eindexamencijfer. Dat cijfers is een gemiddelde van alle vakken en van zowel het schoolexamen als het centraal examen. Van der Linden e.a. (2015) geven aan dat twee jaar na de invoering van de toelatingscode de meeste scholen zich aan de richtlijnen uit de code houden en een ruime meerderheid van de scholen (82%) een gemiddeld eindexamencijfer van 6,8 als maximumeis stelt.

Die grens voor een gemiddeld eindexamencijfer van een 6,8 ontleent de VO-raad aan een door ECBO uitgevoerde studie naar slagingskansen van vmbo-ers in het havo (Neuvel, e.a. 2011). Dat onderzoek bevat een uitgebreide analyse op basis van secundaire data van de schoolloopbanen van gediplomeerde vmbo-ers uit de gemengde en theoretische leerweg die doorstromen naar havo4. Zij hebben daarbij studiesucces op het havo op twee manieren gedefinieerd: het behalen van het havo-diploma (1) en het aantal schooljaren waarin dat diploma is behaald (2).

De analyses op gegevens alle vmbo-gediplomeerden (tl en gl) uit de cohorten 2004, 2005 en 2006 die zijn doorgestroomd naar havo4 laat zien dat er een duidelijk verband is tussen gemiddeld eindexamencijfer in het vmbo en de kans op het behalen van een havo-diploma. Op basis van tabel 2.1 uit het rapport (p. 16) hebben we dat in onderstaande figuur weergegeven.

Figuur 1 Percentage gediplomeerd in havo naar eindexamencijfer in vmbo (gl en tl)



Bron: Neuvel, e.a. 2011, p. 19, bewerking Sjerp van der Ploeg.

Van de vmbo-ers die met gemiddeld een 6 voor hun eindexamen naar havo4 doorstromen, behaalt ruim een derde uiteindelijk een havo-diploma. Voor de vmbo-ers die gemiddeld een 7 stonden op hun eindexamen behaalt 8 op de 10 het havo diploma en van de vmbo-ers met gemiddeld een 8 is dat zelf 9 van de 10. Kortom, een hoger eindexamencijfer in het vmbo leidt, na doorstroom naar havo4, tot een grotere kans op behalen van het havo-diploma. Daarbij is het slagingspercentage van vmbo-ers in het havo groter wanneer zij op een scholengemeenschap overstappen dan wanneer ze van een vmbo-school zonder havo-afdeling afkomstig zijn.

De auteurs concluderen verder dat vmbo-leerlingen met een hoger gemiddeld eindcijfer niet alleen vàker het havo-diploma halen maar dat ze dat ook in minder tijd doen dan de vmbo-ers met lagere gemiddelden.
Overigens blijken leerlingen die naar het havo zijn doorgestroomd en niet het diploma daar behalen in overgrote meerderheid door te stromen naar een passende vervolgopleiding in het mbo of hbo.

Het effect van het stellen van een eindexamencijfer-eis blijkt ook uit interviews met scholen die eerst geen of weinig eisen stelden aan de toelating van vmbo-gediplomeerden. Zij gaven aan dat een deel van de vmbo-gediplomeerden het niet redde op het havo. Daarom hebben ze naar aanleiding van de code toelatingseisen gesteld, waarbij met name de 6,8 als gemiddeld eindexamencijfer. Deze scholen geven aan dat vmbo-gediplomeerden sindsdien beter toegerust zijn op het havo dan vóór de invoering van de toelatingscode (Van der Linden, 2015, p.11).

Het onderzoek laat dus al met al zien dat hogere vmbo-eindexamencijfers een positief effect hebben op de kans op het (snel) behalen van een havo-diploma. De trendmatige lijn in de figuur toont dat aan. Voor alle duidelijkheid: onderzoek geeft geen uitsluitsel over wat een geschikte grens zou zijn (als gemiddeld cijfer). De uiteindelijke 6,8 die in de toelatingscode terecht is gekomen, is daarom tamelijk arbitrair. Een 6,0 of een 7,5 is vanuit wetenschappelijk oogpunt even goed of slecht als een 6,8. Het bepalen van zo’n grens heeft meer te maken met hoe een school het belang afweegt van de vmbo-ers die het uiteindelijk wel zouden redden maar vanwege een te laag gemiddelde geweigerd worden, tegenover diverse andere belangen. Bij dat laatste gaat het om bijvoorbeeld een vermeend negatief effect op een groep havo4-leerlingen als die uit relatief veel potentiële uitvallers bestaat (Rosemöller, 2015) of een negatief effect op het bovenbouwsucces (onvertraagde doorstroom in de bovenbouw), één van de onderwijsresultaatindicatoren die de Inspectie van het Onderwijs hanteert.

Geraadpleegde bronnen

  • Bekker, B, Van Esch, W., Van Leenen, H. en Krooneman, P. 2008. Doorstroom en stapelen in het onderwijs. Amsterdam-Den Bosch: Regioplan/CINOP.
  • Jansma, N., Van Kleunen, E. en Schmidt, V. 2011. Scenario's voor de aansluiting tussen vmbo-tl en havo. Enschede: SLO.
  • Leverink, R. 2009. Succesvolle overstap van vmbo-tl naar havo vereist gerichte aanpak, in Van twaalf tot achttien, 2009 februari.
  • Van der Linden, J., Klein, T. en Buynsters, M. 2015. Monitor toelatingsbeleid vmbo‐havo. Tweede meting. 2014‐2015. Utrecht: Oberon.
  • Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. 2017. Brief aan Tweede Kamer op 11 januari 2017 over doorstroom vmbo-havo. Den Haag, Ministerie van OCW.
  • Neuvel, J., Van Esch, W. en A. Westerhuis. 2011. Eindexamencijfers vmbo en studiesucces op het havo Den Bosch: ECBO.
  • Rosemöller, P. 2015. Notitie aan Ministerie OCW: Advies overgang vmbo naar havo, VO-raad: Utrecht
  • VO-raad, 2012. Toelatingscode overstap van vmbo naar havo. Utrecht: VO-raad.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Motivatie vmbo
Training helpt leraren vmbo-leerlingen te motiveren
Annemieke Top
Loopbaanoriëntatie
De rol van ouders bij keuze- en loopbaanbegeleiding
Annemieke Top
Examenpraktijk VO
Eindexamen Anders. Verbetering van de huidige vo-eindexamenpraktijk
Dick van der Wateren

Wij-leren.nl Academie

Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

[extra-breed-algemeen-kolom2]



examencommissie

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest