De noodzaak van doelgericht handschriftonderwijs II
Marjolein Zwik
Leerkracht basisonderwijs en Master SEN bij
Geraadpleegd op 12-06-2025,
van https://wij-leren.nl/de_noodzaak_van_doelgericht_handschriftonderwijs_ii.php
Laatst bewerkt op 13 mei 2025
In een eerdere blog beschreef ik dat het onderwijs ook bij het handschriftonderwijs voor een uitdaging staat. Dit geldt niet alleen voor het schrijven van letters, ook voor het schrijven van cijfers.
De discussie over verbonden schrift of blokschrift kunnen we bij cijfers links laten liggen: cijfers schrijf je nou eenmaal los. Maar ook bij cijfers is de kennis van de vorm en de route, het juiste schrijfmateriaal en goede feedback noodzakelijk. Tot zover niets nieuws onder de zon. Waarom dan toch apart aandacht voor de zorgen bij het aanleren van cijfers?
Aandachtspunten bij het aanleren van cijfers
Het schrijven van cijfers kent zo zijn eigen uitdagingen. Er hoeven weliswaar geen verbindingen of aparte hoofdletters geleerd te worden, maar dat betekent niet dat het makkelijker is. Cijfers moeten meer dan letters zonder twijfel teruggelezen kunnen worden. Bij het teruglezen van een woord of letter in een geschreven tekst kun je nog een en ander afleiden uit de context (dit geldt natuurlijk niet bij spelling, want dan gaat het juist om de correcte letter). Maar bij rekenen heb je geen getalcontext, waaruit je iets kan afleiden. Doordat cijfers los geschreven worden, is het des te belangrijker dat er aandacht is voor de onderlinge afstand. Meerdere cijfers vormen immers samen een getal en dat moet duidelijk zijn. Daarnaast heeft elk cijfer een ander beginpunt, terwijl het toch op de grondlijn moet uitkomen. Schrijf maar eens een 2, een 6 en een 8: de beginpunten zijn heel anders. Botsende of overlappende cijfers storen de leesbaarheid. Het positioneren van cijfers is voor leerlingen geen sinecure. Kunnen de cijfers eenmaal goed geschreven worden, dan volgt de volgende uitdaging bij breuken en andere tekens en posities, zoals subscript en superscript (vierkante en machten). Volwassenen hebben wat dat betreft vaak last van de vloek van kennis.
Als een leerling de losse cijfers en tekens kan schrijven, betekent dat nog niet dat getallen en berekeningen goed geschreven kunnen worden. Voor het aanleren van het geheel, inclusief een goede lay-out, zijn hokjes belangrijk. Denk aan cijferen, waarbij het belangrijk is dat de berekeningen goed onder elkaar komen. Ook het verschil tussen breuken en hele getallen wordt duidelijker in hokjes. De lijntjes van de hokjes geven niet alleen een referentiekader voor de grootte en de positie ten opzichte van elkaar, maar ook directe feedback of het daadwerkelijk lukt.
Uitdagingen van tegenwoordig
Veel, misschien wel alle, rekenmethodes laten leerlingen tegenwoordig óf digitaal verwerken óf in een werkboek. In die rekenwerkboeken staan over het algemeen lijntjes, hokjes zijn daarin nog maar zeldzame verschijningsvormen. Dat levert voor leerlingen problemen op. Het noteren van berekeningen gaat namelijk niet spontaan goed. Zoals uit bovenstaande blijkt is het schrijven van cijfers en andere tekens bij rekenen niet iets waar je in een rekenles even vluchtig aan voorbij kan gaan. Dat moet aangeleerd worden. Bij breuken is er bij lijntjes nauwelijks een referentiekader voor leerlingen hoe groot de cijfers (teller en noemer) geschreven moeten worden en waar ze op het papier moeten beginnen om goed uit te komen. Bij cijferen zijn de verticale lijnen in een hokjesschrift belangrijk om de berekeningen goed onder elkaar te noteren. Natuurlijk wordt bij beide verwerkingsvormen (werkboek of digitaal) regelmatig verwezen naar een uitrekenschrift. Dat kan een schrift met hokjes zijn, maar net zo goed een kladblok. Zelfs als het een hokjesschrift is, moet dat aangeleerd worden en dat vergt inoefening en doelgerichte feedback.
Vicieuze cirkel
In een werkboek of op een device volstaat meestal het noteren van het antwoord en het kladschrift (of kladblok) wordt daarna vaak opgeborgen in de la. De feedback op zowel het rekenproces als het schrijven van de cijfers en de lay-out in het schrift wordt letterlijk onder tafel geschoven. Het lijkt niemand iets te deren: het antwoord is goed of fout en daar gaat het toch om…? Als alleen het antwoord genoteerd wordt, nodigt dat meer uit tot uitrekenen uit het hoofd, want dat lijkt voor kinderen minder tijd te kosten: waarom zorgvuldig een berekening noteren als ik denk het uit mijn hoofd te kunnen uitrekenen… oftewel waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Als leerlingen steeds minder schrijven en dus minder schrijfkilometers maken is dit wellicht nog waar ook. Schrijven wordt dan een opgave die niet meer geautomatiseerd is en dus ook echt moeite en tijd kost met alle gevolgen van dien. Goede feedback is alleen mogelijk als de berekeningen overzichtelijk in een schrift staan en ook door de leraar gezien worden. Alleen zo kun je nagaan welke strategie gevolgd is en waar eventuele strategie- of rekenfouten gemaakt zijn. Handschriften worden steeds beroerder, waardoor meer fouten worden gemaakt doordat kinderen bij lange berekeningen hun eigen handschrift niet meer kunnen teruglezen: de vicieuze cirkel is compleet.
De oplossing
De oplossing is eigenlijk eenvoudig: voldoende aandacht voor handschriftonderwijs en een rekenboek met opgaven met een hokjesschrift voor de uitwerking. Dat laatste is bovendien ook nog veel goedkoper en duurzamer! Waarom moeilijk (en duur) doen als het makkelijk (en goedkoper) kan?